Gewoon blijven doen (7 dingen) – 1 Timotheüs 4:11-16

Gewoon blijven doen (7 dingen) – 1 Timotheüs 4:11-16

In het voorjaar gaan wij van start met onze studie van het Bijbelboek Openbaring; de Openbaring van Jezus Christus. Ik heb er ontzettend veel zin in!

Maar, tot die tijd zijn we bezig met de pastorale brieven van de apostel Paulus aan Timotheüs. Momenteel zitten we in hoofdstuk 4 van 1 Timotheüs.

Twee weken geleden is Ralph Sijl geëindigd met vers 10 en dus pakken wij het vanmorgen op in vers 11.

Toon volledige notities

1 en 2 Timotheüs en Titus worden de pastorale brieven genoemd omdat zij in het bijzonder gericht zijn aan Timotheüs en Titus om hun in hun taak als voorgangers aan te sporen en te bemoedigen.

Nu is het wél zo dat veel van wat de Bijbel ons in deze brieven leert voor eenieder van ons relevant is. Denk dus niet dat dit alleen voor mij, als voorganger is bestemd.

Het Centrum voor Bijbelonderzoek schrijft dit over 1 Timotheüs:

“De oudere en ervaren apostel Paulus schrijft aan de jonge voorganger Timotheüs die belast is met een zware en verantwoordelijke taak in de gemeente van Efeze. Het is uitdagend werk: het uitroeien van de dwaalleer, het in stand houden van de eredienst en het vormen van bekwame leiders. Behalve over het gedrag van de gemeente spreekt Paulus met nadruk over de levenswijze van de voorganger. Timotheüs moet ervoor oppassen dat zijn jeugdigheid geen nadeel wordt voor het Evangelie, maar juist een voordeel. Hij moet zorgvuldig valse leraren en hebzuchtige motieven uit de weg gaan en in plaats daarvan gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid najagen, wat past bij een man Gods.” (Studiebijbel pp. 643)

De voorganger is de eindverantwoordelijke voor deze zaken, maar uiteindelijk horen wij dit samen te doen, vandaar dat het ook voor jullie relevant is.

Vanmorgen pakken wij het op in hoofdstuk 4 vers 11, maar om de context te zien, laten wij heel hoofdstuk 4 samen lezen.

1 Timotheüs 4

In hoofdstuk 4 gaat Paulus vooral in op de dwaalleer en hoe Timotheüs dat het beste tegen kan gaan.

In vers 1-5 omschrijft Paulus een onderdeel van de dwaalleer en noemt het leringen (doctrine) van demonen.

In vers 6-10 instrueert Paulus Timotheüs in hoe hij de valse leer tegen moet gaan door de goede, gezonde leer te blijven bestuderen en te onderwijzen.

En in het laatste gedeelte, dat wij vanmorgen gaan behandelen, vers 11-16 geeft Paulus Timotheüs zeven concrete dingen die hij moet blijven doen om een goede dienaar van Jezus Christus te zijn.

Vers 11 – “11Beveel deze dingen en onderwijs ze.”

Timotheüs was geen dominante man. Hij was niet assertief. Volgens 1:3 moest Paulus hem ertoe dwingen om als voorganger in de kerk in Efeze te blijven. Dit geeft aan dat hij daar weg wilde gaan.

Timotheüs had het daar moeilijk als jonge voorganger en hij wilde daar niet blijven omdat de mensen in de kerk het hem zo moeilijk maakte, en daarom geeft Paulus hem hier de volmacht om met het door God gegeven gezag op te treden.

Beveel deze dingen en onderwijs ze, zegt Paulus!

M.a.w. Timotheüs, omdat God jou als voorganger heeft aangesteld moet jij het onderwijs die je van mij hebt ontvangen aan de kerk bevelen en onderwijzen, uitleggen. Dit is de opdracht aan Timotheüs, de voorganger.

De werkwoordsvorm dat Paulus hier gebruikt geeft aan dat Timotheüs dit moet blijven doen. Hij moet hierin volharden, koste wat kost!

Dit houdt dus ook in dat de kerk zich moet houden aan datgene dat Timotheüs beveelt en onderwijst.

Door enerzijds Timotheüs de voorganger de volmacht en het gezag te geven om zaken te bevelen en te onderwijzen geeft Paulus anderzijds de verantwoordelijkheid aan de kerk om Timotheüs te gehoorzamen.

Dit is de orde dat God in Zijn kerk, in Zijn Gemeente aangesteld heeft. Als het hierop wringt dan loopt de kerk vast.

Vers 12 – “12Laat niemand u minachten vanwege uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid.”

Paulus zelf was op het moment van schrijven ergens tussen de 55-60 jaar oud.

In zijn brief aan Filemon, dat een paar jaar eerder geschreven is schrijft Paulus in vers 9 dat hij een oude man is. (Volgens Paulus ben ik dus ook bijna een oude man.)

Timotheüs was op het moment van schrijven een dertiger.

Toen Jezus de discipelen riep om Hem na te volgen waren het merendeel van de twaalf discipelen nog tieners. . .

Ik geef dit aan omdat ondanks de tradities van mensen en ondanks de vooroordelen en voorkeuren van mensen blijkt leeftijd niet een issue te zijn bij God.

Helaas blijkt leeftijd wel een rol te spelen bij mensen.

De apostel Paulus had kennelijk het volle vertrouwen in God dat God Timotheüs hem op zijn jonge leeftijd als voorganger had aangesteld.

Maar omdat Paulus ervan bewust was dat niet alle mensen hetzelfde vertrouwen hebben in het feit dat God Timotheüs had aangesteld, moest Paulus Timotheüs aansporen om zichzelf niet te laten minachten vanwege zijn leeftijd.

En de manier waarop Timotheüs alle zeurende mensen in de kerk de mond kon snoeren was door een goed voorbeeld te zijn voor de gelovigen.

Hij moest een goed voorbeeld zijn in woord. D.w.z. in zijn spraak, in wat uit zijn mond komt.

In Efeze 4 geeft Paulus ons een aantal voorbeelden van wat er wel en niet uit onze monden hoort te komen:

Efeze 4:25 – “Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar.”

Timotheüs moet koste wat kost de waarheid spreken. Er is in het leven van de wedergeboren, geest vervulde christen absoluut geen ruimte voor het spreken van leugens.

Wij horen niet zoals het in 1 Tim. 3:8 staat met twee monden te spreken, oftewel dat wij over dezelfde zaak tegen één persoon ‘A’ zeggen en tegen een ander, ‘B’.

Efeze 4:26a – “Word boos, maar zondig niet”

Wat doen mensen vaak wanneer ze boos worden? Zij uiten hun boosheid in woorden en heel vaak in foute woorden.

Timotheüs hoort als voorganger nooit zijn boosheid te uiten in het vloeken of in het uitschelden van mensen of in het neerhalen van mensen met zijn woorden.

Efeze 4:29 – “Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, dat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.”

Dus geen gevloek, geen gescheld, niet mensen neerhalen met je woorden, geen vuile taal, maar iets goeds, dat nuttig is tot opbouw.

Timotheüs en wij horen daarin een goed voorbeeld te zijn.

Vers 12 – “12Laat niemand u minachten vanwege uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid.”

Timotheüs moet een goed voorbeeld zijn in zijn wandel, oftewel in zijn levensstijl.

Dit heeft te maken met het leiden van een rechtschapen, integer of deugdzaam leven.

Wij horen mensen te zijn die onze overtuigingen uitdragen in ons dagelijks leven. Wij horen onze Bijbelse principes uit te dragen in elk gebied van ons leven; in de dingen die wij doen, in de plekken die wij bezoeken, in de dingen die wij bezitten, in hoe wij onze tijd en energie besteden. . .

Wij horen dusdanig te leven dat de meest enthousiaste en gretige bekeerling ons leven wil nabootsen.

Timotheüs moet een goed voorbeeld zijn in liefde. We kunnen het hier urenlang over hebben en dan zullen we nog niet uitgepraat zijn, dus ik ga hier niet te diep op in.

Wat ik wel wil zeggen is at God het ons eigenlijk heel makkelijk maakt. Hoe kan Timotheüs en hoe kunnen wij een voorbeeld zijn in liefde?

Markus 12:30-31 – “30En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. 31En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.”

Timotheüs moet simpelweg een goed voorbeeld zijn in zijn onvoorwaardelijke liefde voor God en voor de mensen om hem heen.

Sterker nog, Timotheüs en wij moeten zelfs een goed voorbeeld zijn in het lief hebben van onze vijanden.

Lukas 6:27-28 – “27Maar tegen jullie die luisteren, zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie je haten, 28zegen hen die je vervloeken en bid voor degenen die je smaden.” (Willibrord)

Timotheüs moet een goed voorbeeld zijn in geest.

De bedoeling hier is dat Timotheüs in zijn luisteren naar de stem van de Heilige Geest en in zijn fijngevoeligheid voor de leiding van de Heilige Geest een goed voorbeeld is voor de gemeente.

Het betekent ook dat zijn handelen en zijn optreden vanuit de kracht van de Heilige Geest een voorbeeld moet zijn.

Timotheüs moet een goed voorbeeld zijn in geloof.

Timotheüs moet in geloof wandelen. Timotheüs moet in alles en voor alles op God vertrouwen. Hij moet geloofsstappen durven te maken zelfs wanneer niemand anders om hem heen het ziet zitten.

Timotheüs moet een goed voorbeeld zijn in reinheid.

Reinheid heeft hier allereerst te maken met seksuele reinheid. D.w.z. dat Timotheüs vooral een goed voorbeeld moet zijn in hoe hij met vrouwen omgaat.

Timotheüs die ongehuwd is krijgt als voorganger o.a. met jonge vrouwen te maken. Het is dus essentieel dat hij zichzelf hierin rein en onberispelijk houdt.

In 5:2 zegt Paulus dat Timotheüs de jonge vrouwen in de gemeente als zusters moet behandelen in alle reinheid.

Helaas is dit niet iets dat alleen jongere ongehuwde mannen voor op moeten passen. Ook oudere gehuwde mannen moeten er alles aan doen om rein te leven, rein te wandelen.

1 Johannes 3:2-3 – “2Vrienden, we zijn nu al kinderen van God en wat we zullen zijn, is nog niet onthuld. Maar wel weten we, dat we na zijn verschijning aan hem gelijk zullen zijn en hem zullen zien zoals hij is. 3Al wie dit verwacht in vertrouwen op hem, maakt zich rein, zoals Jezus Christus rein is.” (GNB)

Op welk gebied moet jij, man je rein maken zoals Jezus Christus rein is?

Vers 12 – “12Laat niemand u minachten vanwege uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid.”

Vers 13 – “13Blijf bezig met het voorlezen, met het vermanen, met het onderwijzen, totdat ik kom.”

In Handelingen 2:42 zien wij dat de eerste kerk zich voornamelijk bezighield in het volharden in de leer van de apostelen.

In Handelingen 6:4 zien wij dat de apostelen zich puur en alleen bezighielden met gebed en het onderwijzen van het Woord van God.

2 Timotheüs 2:15 – “Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt.”

Titus 2:15 – “Spreek over deze dingen, bemoedig en wijs met alle gezag terecht. Laat niemand u verachten.”

Jesaja 55:10-11 – “10… Zoals regen of sneeuw neerdaalt van de hemel en daarheen niet terugkeert, maar de aarde doorvochtigt en maakt dat zij voortbrengt en doet opkomen, zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, 11zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.”

Als God ervoor gekozen heeft om d.m.v. het voorlezen en onderwijzen van de Bijbel met de kerk te communiceren, dan moet Timotheüs zich primaire richten op het openhouden van Gods communicatiekanaal en dat doet hij door het Woord van God koste wat kost te blijven voorlezen en uitleggen.

Niet voor niets zegt Paulus tegen Timotheüs in zijn 2e brief:

2 Timotheüs 4:1-2 – “1Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: 2predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.”

Vers 14 – “14Veronachtzaam de genadegave niet die in u is en die u gegeven is door profetie, met handoplegging door de raad van ouderlingen.”

Timotheüs moet doorzetten. Hij is door God aangesteld als voorganger van de kerk in Efeze en hij moet ondanks alle tegenstand van satan en van de mensen zijn leven daarvoor neerleggen.

Paulus spreekt hier niet over een geestelijke gave zoals uit Romeinen 12 en 1 Korinthe 12 maar iets dat God persoonlijk en heel specifiek aan Timotheüs gegeven heeft als levensopdracht, als levenstaak.

Dit is voor elke voorganger een worsteling! Volgens de statistieken stapt een voorganger uit zijn bediening omdat er gemiddeld zeven mensen in zijn kerk het zijn leven zuur maken.

En dan maakt het niet uit of er 50 mensen in de kerk tellen of 5.000. Gemiddeld houdt een voorganger ermee op omdat zeven mensen in de kerk hem dusdanig weten te ontmoedigen en te ontkrachten dat hij er mee stopt.

Vandaar dat de Bijbel ons aanspoort om te volharden, om standvastig te blijven.

1 Korinthe 15:58 – “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”

Vers 15 – “15Overdenk deze dingen, leef erin, opdat uw vorderingen op elk gebied openbaar worden.”

Timotheüs moet alle instructies van Paulus eigen maken. Het overdenken van deze dingen betekent dat Timotheüs zich in deze dingen moet beoefenen, hij moet het nastreven, hij moet er een gewoonte van maken.

Paulus zegt leef erin. D.w.z. dat hij zelf deze dingen moet zijn. Timotheüs moet bekend staan om deze dingen en het gevolg daarvan is dat allen in de kerk in Efeze het zal gaan zien waardoor Timotheüs uiteindelijk het respect van de mensen zal krijgen.

Dit gebeurt niet van de ene op de andere dag, dit kost tijd en het kost Timotheüs zijn leven.

Vers 16 – “16Geef acht op uzelf en op de leer. Volhard daarin. Want wanneer u dat doet, zult u zowel uzelf behouden als hen die u horen.”

Resumerend zegt Paulus hiermee dat Timotheüs koste wat kost moet blijven doen wat Paulus hem geleerd heeft.

Hij moet zich houden aan alle dingen die Paulus hem in dit hoofdstuk heeft opgedragen en hij moet zich vooral houden aan de gezonde leer.

De redding van Timotheüs is natuurlijk niet afhankelijk van zijn activiteiten alsof hij zijn behoudenis zou moeten gaan verdienen.

Het is wel zo dat als Timotheüs zich houdt aan het bewaren en het verkondigen van de gezonde leer, zijn eigen geloof en het geloof van zijn toehoorders geen schade zal lijden.

Waar dit uiteindelijk op neer komt is dat Timotheüs, zoals elke door God aangestelde voorganger een grote verantwoordelijkheid draagt voor de gelovigen die aan zijn leiding en onderwijs zijn toevertrouwd.

Jakobus 3:1 – “Broeders, denk niet dat u allemaal leraars bent, want een leraar wordt strenger beoordeeld, omdat zijn verantwoording groter is.” (Het Boek)

Hebreeën 13:7 – “Gehoorzaam uw voorgangers en doe wat zij zeggen. Het is hun taak over u te waken; zij zullen voor God verantwoording moeten afleggen over wat zij hebben gedaan. Als u hen gehoorzaamt, zullen zij hun werk met voldoening kunnen doen, zonder veel zorgen en moeite. Maar als u hen niet gehoorzaamt, doet u daarmee uzelf tekort.” (Het Boek)

Timotheüs en elke door God aangestelde voorganger moet zich houden aan deze dingen:

Timotheüs heeft de volmacht gekregen om met het gezag van God de kerk te onderwijzen en te vermanen.

Timotheüs moet een goed voorbeeld zijn voor de gelovigen.

Timotheüs moet volharden in de gezonde leer.

Timotheüs moet doorzetten, hij moet standvastig en onwankelbaar blijven en het nooit opgeven.

Timotheüs moet zich beoefenen in de gezonde leer en hij moet bekend staan om de gezonde leer.

Zijn geestelijke groei moet voor iedereen duidelijk zijn.

Timotheüs moet zich koste wat kost houden aan het Woord van God.

Ja, Paulus schrijft hier aan de voorganger Timotheüs, maar eigenlijk gelden deze zaken voor alle christenen, dus ook voor jou.