God dienen: in geloof

God dienen: in geloof

God dienen: in geloof

Vorige week hebben we gekeken naar God dienen: in gebed. We hebben gezien wat gebed is en hoe we horen te bidden. Gebed hoort vol ontzag, als een kind, afhankelijk en oprecht te zijn. Dat is hoe we mogen leren bidden; zeker ook als het aankomt op zoeken naar hoe God te dienen. `

  • Vanochtend wil ik kijken naar God dienen: in geloof.

Wiersbe: “Echt Bijbels is geloof is overtuigde gehoorzaamheid aan Gods Woord, ongeacht de situatie en gevolgen. (…) Dit geloof handelt eenvoudig. God spreekt en wij horen Zijn Woord. Wij vertrouwen Zijn Woord en handelen er naar, ongeacht wat de situatie of gevolgen zijn. De situatie kan onmogelijk zijn en de gevolgen eng en onbekend; maar we gehoorzamen Gods Woord net zo goed en geloven Hem, dat Hij zal doen wat goed en het beste is.”

Dit is het geloof dat nodig is in het dagelijkse leven, dit is het geloof dat we nodig hebben om God te dienen. Dit is het geloof dat God in ons leven wil zien, het geloof waardoor we Hem zullen kunnen dienen zoals Hij dat wil.

Hebreeën 11:6 “Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken.”

  • Geloof is nodig om God te behagen, blij te maken. Zonder dit “geloof” is het niet mogelijk om te leven zoals God dat wil. Daarom moet geloof een belangrijk onderdeel zijn van ons leven. Als christen hoort ons geloof écht en Bijbels te zijn; dat is het geloof dat we horen te leven.

Definitie van geloof

Hebreeën 11:1 “Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.”

Vaak wordt dit vers aangehaald om een definitie van geloof te geven. Men zegt dan dat geloof “vaste grond van de dingen die men hoopt” is en “bewijs van de zaken die men niet ziet”. Waarmee vaak de indruk wordt gewekt dat ons geloof zonder bewijs is.

  • De vraag is of die definitie past in de context van Hebreeën en of dit is hoe God wil dat we geloof dagelijks leven. Want leven we ‘zonder bewijs’? Of leven we met de belofte “dat Hij is en dat Hij beloont wie Hem zoeken.” (v6)?
    • Bijbels geloof is het geloven “dat Hij is”, dat God bestaat en dat Hij is Wie Hij zegt te zijn. Bijbels geloof zoekt God, omdat Hij God is. Écht geloof is wat Hem boven alles stelt, wat Hem als doel in het leven heeft.

Hebreeën 11:13 “Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren.”

Bij écht, Bijbels geloof gaat om het uitstrekken naar de belofte(s) die Hij maakt. Beloftes van God is waar je je in geloof naar uitstrekt. Reddend geloof gaat om het je uitstrekken naar Jezus’ offer voor jouw zonden, naar de eeuwigheid bíj Hem, i.p.v. gescheiden van Hem.

  • Je ziet je eeuwigheid en je redding niet, maar je hebt wel zekerheid. Die zekerheid zit in het geloof “dat Hij is en dat Hij beloont wie Hem zoeken.” (v6) Geloof is gebouwd op Wie God is en wat Hij zegt; geloof is de gehoorzaamheid aan Zijn beloftes, ook al zie je het niet.

Écht geloof is volledig gebouwd op God en op Zijn beloftes. Allen die in Hebreeën 11 aan bod komen, vertrouwden God en Zijn beloftes. Ze hadden allemaal een besef van Wie God was, en is, en dat zette hen aan tot het aannemen van wat Hij zei.

  • Bijbels geloof is een reactie op een openbaring van God; het is de keuze om God te vertrouwen en te geloven. Het is de keuze om aan te nemen wat Hij zegt, om te weten dat Hij God is en te wíllen leven naar wat Hij zegt.
    • We zien continu dat geloof de keuze is om iets te doen waar God blij mee is, i.p.v. iets doen wat God kwetst. Hebreeën 11 staat vol voorbeelden van mannen en vrouwen die God geloofden ondanks hun omstandigheden, die vertrouwden op Gods Woord.

Bijbels geloof is een handeling, een daad, een actie van degene die gelooft. Bijbels geloof is niet passief, het is actief; het is gehoorzaamheid aan Gods Woord, omdat je inziet Wie Hij is. Bij Bijbels geloof hoort dat je accepteert wat Hij zegt en daarnaar leeft, en meer naar wil leven.

Dit is van belang voor redding, maar ook voor het dienen van God. Zonder dit geloof kan je Hem niet behagen, kan je niet voor Hem leven. Zonder dit geloof kan je niet dienen, kan je niet de grote opdracht vervullen.

Mattheüs 28:18-20 “En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.”

  • Hier zit zo’n groot aspect van geloof in; Jezus wil dat we geloven dat Hem “alle macht in hemel en op aarde” gegeven is (v18). We moeten geloven dat Hij met ons is, “al de dagen, tot de voleinding van de wereld” (v20).
    • We moeten geloven dat Hij ons wil gebruiken om het tussenliggende te doen, namelijk het maken van discipelen van alle volken (v19). Dat is de opdracht, dat is waarvoor Hij jou, u en mij wil inzetten.

Geloof betekent dat je vertrouwt op God, dat je Hem zoekt. Geloof betekent dat je Zijn Woord voor waar aanneemt, ook als je de vervulling van Zijn Woord niet ziet. Bijbels geloof is een reactie op Gods beloftes. Bijbels geloof is dat je vasthoudt aan Wie Hij is, boven al het andere. Geloof jij zo?

Geloof in actie

Net zoals met gebed, is geloof iets heel praktisch. Door het Woord heen zien we mannen en vrouwen die geloofden, we zien dat hun geloof heel praktisch was. Geloof zette aan tot het dienen van God, omdat ze God op Zijn Woord geloofden, omdat ze Gods beloftes verwachtten.

  • We zien 4 dingen bij alle mannen en vrouwen die bijvoorbeeld in Hebreeën 11 genoemd worden. 1) God sprak tot hen door Zijn Woord, 2) ze werden innerlijk bewogen, 3) ze gehoorzaamden God, 4) God getuigt van hun gehoorzaamheid.  
  • Abraham

Hebreeën 11:8 “Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest om weg te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is weggegaan zonder te weten waar hij komen zou.”

Geloof was heel praktisch voor Abraham. God riep hem (Genesis 12:1-3), hij ging (Genesis 12:4), God getuigt ervan (Hebreeën 11). Abraham vertrouwde op Gods beloftes, zelfs toen hij niet wist waar hij heen moest, hoe God hem nageslacht zou geven, hoe God trouw zou zijn. Abraham geloofde.

  • God riep deze man, Abraham luisterde. Abraham vertrouwde God zó, dat hij wist dat hij moest gaan. Hij geloofde God op Zijn Woord, hij wist dat dit juist was. Hij vroeg niet om allerlei bevestiging, hij ging. Zijn geloof was simpel, was overtuigd, was praktisch.

Geloof in God zette Abraham aan tot handelen; vertrouwen op God leidde zijn keuzes. De keuze om zijn thuis te verlaten, al zijn spullen op te pakken en naar een onbekend land te gaan. Hij vertrouwde op Gods belofte dat God zou voorzien in nageslacht, etc. Abraham geloofde God.

Genesis 15:6 “En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.”

  • Abraham geloofde God, toen het totaal onmogelijk leek. Op dit moment, Genesis 15, gaf God de belofte dat Abraham nageslacht zou krijgen, zo talrijk als de sterren aan de hemel (v4). Nu, tijdens het ontvangen van de belofte, leek daar geen mogelijkheid toe.
    • Het geloof van Abraham was, o.a., dat hij God vertrouwde. Hij wist waarschijnlijk niet hóe de belofte waar zou worden, maar hij wist dát het ging gebeuren. Zijn geloof in God, vertrouwen op Zijn kunnen, was groter dan zijn eigen situatie.

Abraham hóórde God, geloofde God (vertrouwde Hem op Zijn Woord), wat hem aanzette tot het dienen van God. Dat is de volgorde die God ook in jouw leven wil. Hij wil dat je Hem hoort, Hem vertrouwt en Hem dan gaat dienen. Dat je gaat doen, ook al lijkt het onmogelijk, waartoe Hij roept.

  • Rachab

Hebreeën 11:31 “Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, omdat zij de verkenners met vrede had ontvangen.”

Rachab zat in een bijzondere situatie. Zij kreeg 2 mannen op bezoek, 2 spionnen van Israël, die zouden komen om haar stad over te nemen. Ze wist dat Israël Jericho van God zou krijgen (Jozua 2:9), ze wist dat God groter was (Jozua 2:10-11) en dat Hij hen hielp.

  • Als vrouw, met haar beroep, was ze heel kwetsbaar in die tijd. Ze had alle reden om de spionnen aan te geven bij de heersers van het land. In geloof koos ze echter voor God. Ze koos om Gods wil te doen, boven wat logisch en ‘makkelijk’ leek.
    • Ze hoorde (over) God, vertrouwde Hem en diende Hem. Ze koos om Hem belangrijker en geloofwaardiger te achten dan de heersers van haar stad. De leiders van haar stad konden haar van alles aandoen, maar God was groter in haar hoofd. Ze geloofde.

Rachab koos, méér nog dan Abraham initieel, om met gevaar voor eigen leven op God te vertrouwen. Dat is o.a. hoe geloof praktisch wordt. Het kon haar haar leven kosten. Ook acceptatie door God en door Zijn volk was onzeker voor haar; toch koos ze voor God.

  • Ze leefde haar hele leven als een Kanaänitische tussen de Joden. We weten niet hoe ze ontvangen werd, zeker niet als een vrouw met haar specifieke beroep. En toch koos ze voor God, haar geloof in God was groter dan de angst voor mogelijke gevolgen.

Wat een vrouw van geloof! Wat een voorbeeld voor ons allen. Zij laat o.a. zien dat God vertrouwen belangrijker is dan wat mensen zeggen of vinden. Ze laat zien dat God vertrouwen bóven de mogelijke gevolgen hier op aarde gaat. Haar geloof is een voorbeeld van God boven alles stellen. Ze had geloof.

Dit hoort ook praktisch te worden voor ons. De Grote Opdracht staat voor ons allemaal. Het is een opdracht aan iedere individuele christen, God wil ons allemaal hierin gebruiken. De vraag is of wij hetzelfde type geloof hebben als Abraham en Rachab, geloof dat aanzet tot daden.

  • Zijn wij biddend aan het zoeken naar Gods wil? Zijn wij bereid om Hem te geloven bóven wat de omstandigheden zeggen? Ben jij bereid om geloof praktisch te laten zijn en Hem te gehoorzamen? Geloof jij God zó, dat wat Hij ook zegt je gaat?

Geloof en dienen

Hebreeën 11:32-37 “En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd ontbreekt mij om te vertellen over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten. Zij hebben door het geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid in praktijk gebracht, beloften verkregen, muilen van leeuwen gesloten. Zij hebben de kracht van het vuur geblust, zij zijn aan de scherpte van het zwaard ontkomen, zij hebben in zwakheid kracht ontvangen, zij zijn machtig geworden in de oorlog, legers van vreemden hebben zij op de vlucht gejaagd. Vrouwen hebben hun doden teruggekregen door opstanding uit de dood. Maar anderen zijn gefolterd en namen de aangeboden verlossing niet aan, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. En weer anderen hebben spot en geselslagen verdragen, ja zelfs boeien en gevangenis. Zij zijn gestenigd, in stukken gezaagd, in verzoeking gebracht, met het zwaard ter dood gebracht. Zij hebben rondgelopen in schapenvachten en geitenvellen. Zij leden gebrek, werden verdrukt en mishandeld.”

Door Hebreeën 11 laat God zien dat geloof iets heel praktisch is. Leven in geloof, de verwachting van Gods beloftes, is wat in grote en kleine dingen zit. Het zit in simpel offeren (v4), het bouwen van een boot (v7), reizen (v8), voor een kind zorgen (v23), hoe je aangesproken wordt (v24), lopen (v30), etc.

  • Wat we hier dus zien, is dat geloof in allerlei soorten situaties nodig is. We zien dat alle mensen in Hebreeën 11 God dienden, en dat geloof hier cruciaal in was. Dat geldt ook voor ons, voor wat God vandaag de dag van en voor jou wil.
  • Dien thuis

Bij Abraham en Sara (v8-19) zien we mensen die, door geloof, thuis moesten dienen. Ze moesten leren om een gezin naar Gods hart te zijn, om hun situatie te zien zoals God het zag. God dienen in geloof was hun les, specifiek thuis.

  • Dat is een van de moeilijkste plekken om te dienen, omdat dit gelijk is waar iedereen je het beste kent. Dit is waar écht naar voren komt wat er in jouw hart leeft, wat je écht belangrijk vindt. En dáár dan in geloof leven is een grote uitdaging.
    • Dat is waar totale afhankelijkheid van God cruciaal is. Ontzag voor God, weten Wie Hij is en van Hem onder de indruk zijn. Dat hebben we nodig, om onszelf, onze situatie, ons thuis in geloof te zien en om juist thuis te dienen zoals Hij wil.

Abraham en Sara dienden met vallen en opstaan thuis; we zien dat ze genoeg fouten maakten. Wat hun in de ‘Hall of Faith’ plaatst, is dat ze continu in geloof terugkwamen bij God. Zelfs wanneer er ongeloof was, kwamen ze terug bij Hem. Dien thuis in geloof, vol ontzag voor Hem, kom terug bij Hem.

  • Dien als getuigenis in de wereld

Noach (v7) had van God een zeer publieke bediening gekregen. Hij moest een ark bouwen, die voor iedereen zichtbaar was, om mensen en dieren te redden. Noach moest in geloof die boot bouwen, ondanks dat het nutteloos leek; het had nog nooit geregend, waarom was dit nodig?

  • De Grote Opdracht is heel groot en tegelijk heel behapbaar. God heeft een opdracht voor jou, waarmee Hij wil dat jij een getuige bent naar de wereld. Hij wil dat jij Hem dient, ook als het nutteloos of overbodig lijkt. De vraag is of jij in geloof wil uitstappen, of jij Hem vertrouwt.

Voor Noach moet het heel gek geweest zijn om God zo te volgen, om deze geloofsstap te zetten. En toch deed hij het. Hij zal belachelijk gemaakt zijn, voor gek verklaard zijn, etc. Noach vertrouwde meer op God, dan op wat hij zag. Hij geloofde God en Zijn beloftes, bóven wat hij zelf kon waarnemen.

  • Dat is het geloof waarin wij ook mogen leven. God heeft plannen met en voor ons, die groter zijn dan wij weten. Het bereiken van 1 persoon is al een gigantisch plan, daar is geloof voor nodig. Geloof jij Hem, wanneer Hij jou roept? Vertrouw jij Zijn beloftes boven al het andere?
    • Dien in deze wereld, als getuige, o.b.v. Gods beloftes. Vertrouw God boven alles, zodat je Hem zal dienen zoals Hij vraagt. Leef in geloof, ook al snap je misschien niet wat Hij van je vraagt. Zet een stap in geloof, o.b.v. gebed. Dien Hem als getuige.
  • Dien Hem in onmogelijke situaties

Toen Israël voor de Rode Zee stond (v29), leek alles verloren. De zee aan de ene kant, een boos leger aan de andere kant. “Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over het droge.” Dit had niks met menselijk inzicht of wijsheid te maken, dit ging puur om geloof.

  • Leven in geloof, God dienen in geloof, is ook dat je Hem vertrouwt in onmogelijke situaties. Het is dat je wat Hij zegt gelooft en vertrouwt, ook als gevoel, de wereld, etc. zeggen dat je gék bent om dat te geloven. Juist dan moeten we leren leven uit geloof, aan Hem vasthouden.

Een leven in geloof, is een leven waarin God het onmogelijke door jou heen wil doen. We mogen dan leren dat voor God niets onmogelijk is (Lukas 1:37). Wij mogen leren kiezen voor God en wat Hij gezegd heeft, i.p.v. alleen vertrouwen op wat wij kunnen zien en beredeneren. Leef en dien áltijd uit geloof.

  • Dien Hem als Hij iets ‘nutteloos’ van je vraagt

Soms vraagt God dingen die niet logisch of zelfs ‘nutteloos’ lijken. Israël kreeg Gods geweldige plan te horen om de stad Jericho te veroveren (v30): loop in stilte om de stad heen. 6 dagen 1x per dag, de 7e dag 7x; daarna heel hard roepen en dan vallen de muren om (Jozua 6).

  • Als er dikke muren zijn, een onneembare vesting, dan lijkt er omheen lopen nutteloos. En toch was dit wat Israël, in geloof, moest doen. God had gesproken, zij moesten nu leren dienen in geloof. En dat is ook wat wij mogen leren.

Gods wegen zijn zo anders dan die van ons, zoveel hoger (Jesaja 55). Dat betekent ook dat Hij plannen heeft die wij niet snappen of begrijpen. Hij vraagt soms dingen die, vanuit ons menselijk denken, totaal nutteloos zijn. En dan mogen wij leren leven vanuit geloof.

  • In geloof liep Israël om Jericho heen, wat nutteloos leek. In geloof mogen wij God leren dienen, ook als wát Hij vraagt nutteloos lijkt. Zijn wil, Zijn weg, Zijn plan moet goed genoeg voor ons zijn; want God vraagt het. Dien Hem, in geloof, als het nutteloos lijkt of ‘geen zin heeft’.
  • Dien Hem, door in geloof mensen te dienen

Rachab (v31) ontving 2 spionnen, in geloof. Ze diende deze 2 mannen, door ze een slaapplek te geven, maar ook door ze te beschermen tegen de koning. Direct diende ze mensen, indirect diende ze God. In geloof diende ze God, door mensen te dienen.

  • Primair dienen we God, maar Hij kan van je vragen om mensen te dienen. In geloof mag je dan Hem vertrouwen, Zijn beloftes als waar aannemen. In geloof mag je dan zien dat Hij Degene is Die alles leidt en stuurt, in geloof mag je Hem leren gehoorzamen.

Zoals Rachab moest luisteren naar Gods leiding, om te weten wíe te dienen, mogen wij dat ook, in geloof, leren. God heeft specifieke mensen die jij mag dienen, vraag Hem wie dat zijn. Luister naar Zijn stem en dien mensen in geloof, waardoor je God dient.

God wil dat wij uit geloof leven, niet in eigen plannen. Als God spreekt, gehoorzamen wij; dat is wat Hij voor ogen heeft voor ons. Geloof jij Hem? Geloof jij boven alles, ondanks alles? Abraham en Rachab zijn voorbeelden van hoe God spreekt en mensen, in geloof, dienen.

  • Geloof jij God, vertrouw jij boven alles op Zijn beloftes? Dat is wat nodig is om Hem, in geloof, te dienen
  • Zoek Zijn leiding in gebed, vraag Hem wat Hij van je vraagt
  • Dien thuis, als getuige naar de wereld, in onmogelijke situaties, als Hij ‘nutteloze’ dingen van je vraagt, dien de mensen die Hij op je pad brengt; dien Hem in geloof

1 Korinthe 2:5 “opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God.”