Gods eeuwige plan met Israël

Gods eeuwige plan met Israël

Romeinen 9-11 (13-2-2022) Gods eeuwige plan met Israël

Vorige week hebben we samen 1 Petrus 1:15-19 bestudeerd, waarin we gezien dat Jezus het perfecte Lam van God is. We hebben daar in detail naar gekeken, omdat dit cruciaal is voor ons als christenen; zowel voor wat we geloven als hoe we handelen.

  • Vanochtend pakken we de studie in Romeinen op. We hebben Romeinen 1-8 afgerond, waarbij we aan het einde gekeken hebben naar heiliging en hoe dat te werk gaat. We zijn bemoedigd, aangespoord, gecorrigeerd, uitgedaagd en op God gericht.
    • We gaan een overzicht bekijken van Romeinen 9-11, omdat dit gedeelte kan voelen als een raar stuk, dat eigenlijk helemaal niet op deze plek hoort. We gaan kijken naar: Gods eeuwige plan met Israël.

Romeinen 9-11 Gods eeuwige plan met Israël

Door de brief aan de Romeinen tot nu toe, H1-8, heeft Paulus op meerdere punten het volk Israël aangehaald. Hij heeft Israël en de Joden letterlijk genoemd in H2, toen Paulus het had over hoe de mens geoordeeld zal worden; met of zonder de wet, maar altijd rechtvaardig.

  • God wil dat Israël doorheeft dat het niet gaat om uiterlijkheden, maar juist om het hart dat besneden en Hem volledig toegewijd moet zijn (Romeinen 2:28-29). Het gaat hier om toewijding op Gods manier, naar Gods standaard; niet naar menselijke ideeën.
Toon volledige notities

Op verschillende plekken heeft Paulus al laten zien dat de Joden in zijn gedachten zijn bij het schrijven van deze brief; hij noemt de Joden op verschillende plekken. Dat is belangrijk, want dat betekent dat het veel logischer is dan we misschien denken, dat Paulus nu terugkomt op de Joden.

  • God had Jezus beloofd, “door Zijn profeten”

Romeinen 1:1-2 “Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften,”

Paulus laat door heel Romeinen heen zien, dat geloof in Jezus Christus logisch voortvloeit uit het OT. Alles dat daar geschreven staat wijst naar Jezus. Juist de Joden zouden dit moeten waarderen, juist voor hen zou dit een geweldige openbaring moeten zijn.

  • Deze brief is ook geschreven met een Joodse blik op het OT, die wel Jezus overal ziet. Die blik komt terug in alles, ook in het feit dat Jezus al aangekondigd was “door de profeten”. Dit zou Israël moeten aanzetten tot open ogen en geloof in Jezus.
  • Het Evangelie is “eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.”

Romeinen 1:16 “Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.”

Het Evangelie, dat vanuit het OT naar Jezus wijst, is “eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.” Paulus geeft hier aan hoe het Evangelie de wereld in is gekomen, eerst naar de Jood en daarna pas naar de rest van de wereld.

  • Ook hier hebben de Joden een bevoorrechte positie, een positie waar we op terug moeten komen. Paulus laat zien dat de Jood een belangrijke plek heeft in Gods plan, maar dat de rest van de wereld diezelfde redding mag ontvangen.
  • Gods oordeel is “eerst over de Jood, en ook over de Griek”

Romeinen 2:8-11 “Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden. Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek, maar heerlijkheid en eer en vrede over ieder die het goede werkt, eerst over de Jood, en ook over de Griek. Want er is geen aanzien des persoons bij God.”

Niet alleen handelt God perfect in het geven van Zijn Evangelie, Israël wordt op dezelfde manier behandeld als het aankomt op oordeel. Ook daarin heeft Israël een bijzondere plek, een plek waar Paulus op terug wil komen.

  • Hij maakt continu duidelijk dat Gods werk, door Jezus, begonnen is bij de Jood en daarna naar de rest ging. Dat zien we in Zijn redding en in Zijn oordeel; daarom is het logisch om terug te komen op de Jood, op Gods eeuwige plan met Israël.
  • Echt Jood zijn, is “in het verborgene”

Romeinen 2:28-29 “Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.”

De Joden hebben veel uiterlijkheden, veel dingen die ze doen waardoor we ze als Jood herkennen. God laat zien dat het gaat om het hart, wat er in je hart zichtbaar is. Het uiterlijke besnijden is geen teken van echt Jood zijn, het besneden hart, waar de wereld uitgesneden wordt, is echt Jood zijn.

  • Dat neemt Paulus ook mee in zijn uitleg in Romeinen 9-11, dat het echt Jood zijn iets heel anders is dan het uiterlijk Jood zijn. Het echte Jood-zijn is een Bijbels iets, waar uiteindelijk alles terugkomt bij Jezus. De rol van Israël is en blijft hierin een punt waarop Paulus terugkomt.

In H3 spreekt Paulus over een zeer belangrijke vraag, een vraag waar hij in H9-11 op terugkomt. Hij stelt de vraag: “Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van besneden zijn?” (v1) Deze vragen zijn zeer belangrijk, zeker omdat Paulus’ originele publiek veel Joden had.

  • Deze vraag is van ontzettend groot belang. De brief aan de Romeinen laat zien dat ieder mens Gods redding nodig heeft (H1-3), dat redding alleen door geloof in Jezus is (H4-5) en dat God daarna met de mens aan de slag gaat voor heiliging (H6-8).
    • In en door dit alles heen benadrukt Paulus dat God trouw is, dat Hij trouw is aan Zijn Woord en dat Hij zo zal blijven handelen. Dit spreekt Paulus allemaal over de christenen en over hun geloof in Jezus Christus.
    • De verzen die Paulus al gegeven had over de Joden, zouden verwarring kunnen brengen. Aan de ene kant heeft Israël een bijzondere plek, aan de andere kant noemt Paulus Israël nu al een tijd niet.

De logische vraag die de Joden dan zullen stellen is, is God dan klaar met Israël? Hij had Zijn trouw door het hele OT aan Israël beloofd, Hij had hen continu als Zijn volk aangewezen; is dat dan nog wel iets waard? En als dat waardeloos is, wat zegt dat over de redding die Paulus nu uitlegt?

  • Dit zijn terechte, nodige en goede vragen; dit zijn vragen die God vóór ze issues kunnen opleveren al wilde beantwoorden. Hij wil laten zien dat Hij volstrekt trouw is aan Zijn Woord, zowel naar de Jood als naar de heiden. Hij is en blijft dezelfde (Hebreeën 13:8).
    • Als zou blijken dat God echt klaar is met Israël, dat Zijn beloftes aan Israël geen stand houden, dan hebben alle christenen een groot probleem. Dan zou er geen enkele reden zijn om aan te nemen dat God niet ook op een dag klaar is met de christen.

Daarom gaat Paulus in Romeinen 9-11 in op Israël, op hun plek in Gods plan. Hij gaat laten zien dat Gods trouw niet veranderd is, dat Hij onveranderlijk trouw is aan Zijn volk. God laat zien dat Hij van eeuwigheid af trouw is geweest aan Israël en dat Hij tot in alle eeuwigheid trouw zal blijven.

Deuteronomium 7:9 “Daarom moet u weten dat de HEERE uw God is. Híj is God, de getrouwe God, Die het verbond en de goedertierenheid in acht neemt voor wie Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen, tot in duizend generaties.”

  • Dit is een prachtige belofte van God, die Hij in eerste instantie aan Zijn volk gaf. Hij legt hen in Deuteronomium 7 uit hoe Hij ertoe gekomen is om hen Zijn volk te maken; daarna legt Hij uit hoe Hij met hen om zou gaan: “de getrouwe God” Dat is Wie Hij is, tot in alle eeuwigheid.
    • Het was nodig dat Paulus nu tijd en aandacht stopte in hoe God met Israël omgaat, hoe Hij naar hen kijkt. Als hij dat niet zou doen, zou hij ruimte laten voor onnodige vragen, vragen die hij kon beantwoorden om twijfels voor te zijn.

Morris: “Als God Zijn volk van oudsher niet kan redden, hoe kunnen christenen dan weten dat Hij hen kan redden? Paulus begint niet over een nieuw en los onderwerp. Deze drie hoofdstukken zijn onderdeel van de manier waarop God mensen redt.”

Gods plan van redding, dat is waar Romeinen over gaat; rechtvaardiging op Gods manier. Dat is de centrale boodschap, het hoofdthema van Romeinen. Dat klinkt door in elk hoofdstuk, in elk sub-thema dat Paulus aansnijdt. Datzelfde thema geldt voor H9-11.

  • Paulus gaat zich richten op het verleden (Romeinen 9), het heden (Romeinen 10) en de toekomst van Israël (Romeinen 11). In dit alles gaat hij laten zien dat God trouw is, dat God goed is en dat Hij bezig is met Zijn volk.
    • God gaat laten zien dat Hij net zo trouw handelde naar Israël, als Hij nu naar de kerk doet. Hij gaat Zijn goedheid, Zijn karakter, Zijn eeuwigheid laten zien aan Zijn volk. Hij is niet veranderd, Hij zal altijd Dezelfde blijven.

Paulus gaat uitleggen wat Israël is (Romeinen 9:1-5), hij gaat laten zien wie Israël wel en niet is (Romeinen 9:6-13); hier doorheen laat hij Gods trouw zien. Verder laat hij Israëls reactie zien, gecombineerd met Gods rechtvaardigheid (Romeinen 9:14-18).

  • In Romeinen 9:19-29 zien we Gods rechtvaardigheid t.o.v. Israëls reactie en hoe de heidenen hierbij betrokken zijn. Hij eindigt het stuk over Israëls verleden met Gods genade (Romeinen 9:30-33), t.o.v. Jood en heiden.

In Romeinen 10 zien we het heden van Israël, namelijk hun afwijzing van Jezus als de Messias. Hierin wijst Paulus, door God geleid, op de eigen verantwoordelijkheid van ieder mens. Ieder mens moet zelf vóór God kiezen.

  • In Romeinen 10:1-13 zien we de redenen voor het afwijzen van de Messias; we zien waarom Israël niet voor Jezus kiest. Romeinen 10:14-17 laten zien wat de weg hieruit is, namelijk geloof in Jezus als Zoon van God. Hij eindigt met het gevolg van hun afwijzing (Romeinen 10:18-21).
    • Hier doorheen maakt Paulus ook duidelijk dat er geen onderscheid is tussen Jood en heiden (Romeinen 10:12) in de manier van gered worden. Ieder individu, Jood of heiden, heeft Jezus nodig.

In Romeinen 11 haalt Paulus 5 getuigen erbij om te laten zien dat God nog niet klaar is met Israël. Hij gebruikt zichzelf (Romeinen 11:1) als getuige, hij haalt Elia erbij (Romeinen 11:2-10). Ook de heidenen (Romeinen 11:11-15), de stamvaders (Romeinen 11:16-24) en God Zelf (Romeinen 11:25-36).

  • Paulus eindigt Romeinen 11 met Gods als getuige. Hiermee laat hij zien dat God Zelf getuigt van het feit dat Hij nog niet klaar is met Zijn volk. Paulus laat Gods eeuwige plan met Israël, door God als getuige op te roepen.
    • Belangrijk in dit alles is God Die Israël herstelt, God Die uitlegt waarom Hij bepaalde dingen gedaan heeft. Het is echt een belangrijk hoofdstuk voor ons begrip over God, Israël, redding, rechtvaardiging en het grotere plaatje van Gods Woord.

Dit klinkt misschien als een droge opsomming van wat er gaat komen, maar dit is van groot belang om deze hoofdstukken juist te kunnen begrijpen. Er is veel discussie over Romeinen 9-11, specifiek over het gedeelte waarbij God verkiest, verhardt, etc.

  • Door te weten wat er op hoog niveau komt, kunnen we dat als kader gebruiken om de dingen die we gaan zien te begrijpen. En dat is precies wat we willen, we willen Gods Woord begrijpen. Blijkbaar vindt het God het nu nodig om het over Israël te hebben.
    • Dat is blijkbaar wat we moeten begrijpen, dat is waar we de logica van mogen gaan inzien. Gods eeuwige plan met Israël staat, dat laat Hij door alles heen zien. Hij laat zien dat Hij trouw is naar Israël en dat geloof het issue is.

Dat is hetzelfde issue als bij ieder ander mens; geloof in Jezus Christus is de sleutel. Dat is wat we in en door alles heen mogen zien, dat geloof in Jezus Christus nodig is. Geloof is de sleutel, voor Jood en voor heiden; die sleutel is vanaf het begin dezelfde, dit is hoe God redding brengt.

  • Rechtvaardiging, het hoofdthema van Romeinen, is voor Jood en heiden hetzelfde. Er zal geen dag komen dat God daar verandering in brengt. Aangezien God niet veranderen zal, is en blijft dat de weg naar redding.

Wat kan je met Gods eeuwige plan voor Israël?

Als niet-Jood kan je veel dingen leren van het feit dat God nog niet klaar is met Israël (Romeinen 11:1-2). We horen hier echt bij stil te staan en onder de indruk te raken van Wie God is. Dit is niet zomaar iets dat Hij aan het communiceren is, Hij laat ons zien wat we echt nodig hebben.

  1. God verandert niet

Maleachi 3:6 “Want Ík, de HEERE, ben niet veranderd, ú, kinderen van Jakob, bent daarom niet omgekomen.”

God verandert niet, wat ontzettend goed voor ons is. Hij kan niet eens veranderen, wat betekent dat we altijd op Hem kunnen bouwen. Doordat Hij veranderd, legt Hij uit in Maleachi, zal Zijn oordeel ook niet veranderen, wat betekent dat we niet opeens om zullen komen.

  • Het is niet zo dat God op een dag wakker wordt en ‘er gewoon klaar mee is’. Hij is en blijft Dezelfde, Hij is en blijft God. En dat is goed voor ons; daardoor hebben we een relatie met Hem die vast is en waarin Hij niet zal veranderen.
    • Hij zal niet opeens weglopen, zomaar boos worden, etc. Hij zal altijd handelen op een manier die overeenkomt met Zijn Woord. Hij zal doen wat nodig is, doen wat past bij Wie Hij is. Daar zal Gods eeuwige plan met Israël, en de kerk, ook niet veranderen.

Dit is een eigenschap van God om je aan vast te houden. Alles Wie Hij is, is Hij onveranderlijk. Hij is Wie Hij is en dat kan en zal niet veranderen. Dat geeft rust, dat geeft zekerheid. Dat is de God aan Wie jij je vast mag klampen; wetende dat Hij je kan en zal dragen.

  • God redt door Zijn genade

Efeze 2:8-9 “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.”

Redding is nog steeds wat God wil. Hij wil dat allen gered worden van de dood, Hij wil dat allen Hem zullen leren kennen zoals Hij is. God is Degene Die aangeeft wat de weg naar redding is, namelijk door Zijn genade. Redding is er alleen op Zijn manier.

  • Deze redding is er voor iedereen, voor zowel Jood als heiden. Dit is tot op de dag van vandaag Gods wil voor ieder mens; Hij wil dat iedereen gered wordt (1 Timotheüs 2:4). We mogen daarin simpelweg vertrouwen op Zijn Woord.
    • Dat is wat we in Romeinen 9-11 zien, God wil dat Israël op Hem vertrouwt en gelooft in Zijn Zoon. God wil ditzelfde voor ieder mens, en dat is en blijft Zijn plan. Alleen door Zijn genade kan iemand tot geloof komen, dat is de genade die blijft.

Op die genade kunnen we elke dag bouwen, op die genade kunnen we staan. Dit is wat we iedereen mogen toebidden, dat ook zij Gods genade zullen leren kennen. Dit is en blijft de weg: op basis van het werk van Jezus, niet door eigen werken.

  • God maakt af waar Hij aan begonnen is

Filippenzen 1:6 “Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.”

God had vanaf het begin een plan om de mens te redden. Vanaf het begin maakt Hij duidelijk dat dat door geloof is (Genesis 15:6). Het werk dat Hij door Zijn genade begonnen is in Israël, is het werk dat Hij ook zal voltooien. Dat geldt voor Israël, maar ook voor jou en voor mij.

  • Doordat God niet veranderen kan, blijft deze eigenschap van Hem staan. Hij zal alles afmaken wat Hij begint. Dat is een geweldige geruststelling in onze levens, want dit betekent dat we mogen weten dat Hij nog steeds bezig is in ons.
    • Het einddoel is om gelijk te worden aan Jezus in karakter, doen en laten (Romeinen 8:29). Zolang dat nog niet bereikt is, zal Hij doorgaan met ons veranderen, snoeien, doen bloeien, etc.

Het goede werk dat Hij in jou begonnen is, is het werk dat Hij ook af zal maken. Hij zal niet stoppen, Hij zal niks in de weg laten staan; Hij gaat door. Dat is onze God, dat is Zijn karakter, dat is hoe we Hem mogen kennen. Hij zal Zich altijd houden aan wat in Zijn Woord staat, Hij zal afmaken wat Hij begint.

  • God leidt

Psalm 32:8 “Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u.”

Ondanks het feit dat Israël niet in alles op Gods wegen loopt, is en blijft Hij hun God. Hij is en blijft de God Die hen leidt, die hen draagt, die plannen voor hun leven heeft. Zijn plannen zijn wat ze nodig hebben, Zijn weg is de enige juiste weg om te bewandelen.

  • Door de geschiedenis van Israël heen, zie je dat God hen onderwijst, leidt en dat Zijn oog op hen is. Zo is Hij ook voor de kerk, Hij onderwijst, leert en ziet ons. Wat je situatie ook is, Hij is er; wat je ook nodig hebt, Hij leidt je.
    • Dat is waar Israël op moe(s)t leren vertrouwen, dat is de manier van leven die jij en ik mogen leren. Volledig vertrouwen op Zijn onderwijs, op Zijn weg; leven naar het feit dat Hij jou in alles ziet. Dat is het leven dat bij de christen past.

God is bij je, Hij draagt en leidt je leven. Hij heeft plannen voor je die goed voor je zijn. Dat betekent niet dat alles makkelijk is, het betekent dat alles goed voor je is. Je mag leren vertrouwen op Zijn onderwijs, op Zijn stem, op Zijn leiding.

Gods eeuwige plan voor Israël staat. Hij maakt door de hele Bijbel heen duidelijk dat Israël Zijn volk is en dat Hij nog niet klaar met ze is. Romeinen 9-11 laten het verleden, heden en de toekomst van Israël zien. Wij mogen zoveel leren van Wie God is, door Wie Hij naar Israël is.

  • Gods liefde voor Israël, voor de kerk; het uit zich ultiem in Jezus’ offer aan het kruis voor de zonde van de wereld. Dat offer is er ook voor jou, dat heb jij nodig voor jouw zonde. Geloof in Jezus als Zoon van God, belijd dat je een zondaar bent, vraag vergeving en je bent gered.

Christen, Gods eeuwige plan voor Israël heeft ook effect op jou. Het laat zien Wie God is, ook voor jou. Je mag Hem (beter) leren kennen, meer leren leven naar Zijn wil. Zijn genade, Zijn goedheid, Zijn liefde; dat is wat je nodig hebt.

  • Bid jij voor Israël? God is nog niet klaar met ze en Hij draagt ons op om voor hen te bidden.
  • God verandert niet, Hij redt door genade, Hij maakt af waar Hij aan begonnen is en Hij leidt. Vertrouw jij God? Luister jij naar Zijn stem?

Judas 1:24-25 “Aan Hem nu Die bij machte is u voor struikelen te bewaren, en u smetteloos te stellen voor Zijn heerlijkheid, in grote vreugde, de alleenwijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, nu en in alle eeuwigheid. Amen.”