Gods voorziening in de praktijk (2/2) – Mattheüs 6:25-34

Gods voorziening in de praktijk

Mattheüs 6:25-34

  1. Ik geloof dat wij, die al een poosje in het leven meedraaien, doorhebben dat het mens eigen is om zich zorgen te maken over het leven.
    1. Laten we eerlijk zijn, wij maken ons zorgen over de econo-mie, over de verkiezingen, de a.o.w. leeftijd, de hypotheek-rente aftrek, onze banen, onze schulden, onze vaste lasten, of wij nou wel of niet genoeg geld zullen hebben voor onze ouwe dag.
      1. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van dingen waarover men zich zorgen maakt.
      2. Ik denk dat als we eerlijk zijn, wij stuk voor stuk een hele waslijst kunnen samenstellen van de dingen waarover wij ons zorgen maken.
    2. Het is nu eenmaal mens eigen om zich zorgen te maken. Maar, het is niet altijd zo geweest.
      1. Vóór de zondeval in Genesis 3, was er totaal geen sprake van bezorgdheid over het leven.
      2. Sterker nog, God moest een situatie creëren waardoor Adam tot de ontdekking kwam dat iets in zijn leven ontbrak, namelijk dat hij de enige mens was.
        1. In Genesis 2 gaf God Adam de opdracht om alle dieren te benoemen.
        2. Ik weet zeker dat Adam al gauw door had dat voor elk diersoort er een mannetje was én een vrouwtje, maar dat hij als menszijnde de enige op aarde was, de enige van zijn soort.
      3. Er staat niet in de Bijbel dat Adam hierover bezorgd was en dat hij op eigen houtje op zoek ging naar een partner vanuit het dierenrijk…
        1. God gaf aan dat het niet goed was dat Adam al-leen zou zijn, en God gaf de oplossing toen God Eva schiep.
      4. Ook nadat God hun samen had gebracht was er totaal geen sprake van bezorgdheid over hun leven. Zij hadden zelfs niet eens het vermogen om zich zorgen te maken.
        1. God was hun Vader die voor alles de zorg droeg, die in alles voorzag, die hun niet alleen het leven gaf, maar die hun leven dag aan dag in stand hield.
          1. Bezorgdheid over men’s leven kwam pas ná de zondeval; het is dus een gevolg van de zonde.
  • Maar, zoals God vóór de zondeval in alles voor Zijn kinde-ren, Adam en Eva zorgde, wil God ook ná de zondeval in alles voor Zijn kinderen zorgen.