De grootste man van het O.T. en zijn boodschap (2/2) – Mattheüs 3:7-12

De grootste man van het O.T. en zijn boodschap (2/2) – Mattheüs 3:7-12

De grootste man van het O.T. en zijn boodschap – 2 van 2

Mattheüs 3:7-12

Vorige week zijn wij met Mattheüs 3 begonnen en hebben kennis gemaakt met Johannes de Doper. Wij hebben o.a. gezien dat hij:

Volgens Jezus in Mattheüs 11:11 de grootse Oud Testamentische sleutelfiguur was;

Dat hij op een bovennatuurlijke wijze in de moederschoot van een oude onvruchtbare vrouw verwekt werd;

Dat zijn komst, zijn leven en bediening al ver van tevoren door God bekend gemaakt was door o.a. de profeet Maleachi;

Dat hij een neef van Jezus was;

Dat hij de voorloper oftewel de heraut van Jezus was en dat hij de weg voor Jezus voorbereide door de bekering tot vergeving van zonden te prediken en de mensen te dopen.

Ook zagen wij dat hij de eerste profeet was in zo’n 400 jaar van stilte waarin God niet tot Israël gesproken had.

Toon volledige notities

Lees Mattheüs 3:1-12

Vers 7 – “Toen hij velen van de Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop zag afkomen, zei hij tegen hen: Adderengebroed! Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn?”

Naast alle gewone mensen die op zijn doop afkwamen, die hun zonden beleden en die zich door Johannes de Doper lieten dopen kwamen ook de Farizeeën en de Sadduceeën op zijn doop af.

En hier zien wij dat Johannes de Doper duidelijk onderscheid maakt tussen de gewone mensen en de Farizeeën en Sadduceeën, maar waarom?

De Farizeeën vormde de strengste en de zwaarste groep van de twee. Zij waren de eliten van de religieuze leiders van die tijd.

Zij waren van mening dat zij een rechtvaardige standing voor God konden krijgen door zich strict aan de wet van Mozes te houden.

En doordat zij zich in hun eigen ogen aan de wet hielden waren zij ervan overtuigd dat zij de enige echte rechtvaardigen waren.

Zij waren de religieuze snobs van die tijd.

Zij maakten zich veelal schuldig aan het misinterpreteren van de wet van Mozes. Zij gaven er hun eigen draai aan.

Ook hadden zij ontiegelijk veel voorschriften aan de wet toegevoegd die zij gelijk stelde aan de autoriteit van de Bijbel zelf.

En zoals wij later in het Evangelie van Mattheüs zullen zien waren zij hypokriet, want zij negeerden de echte geestelijke waarheden van de wet maar deden zichzelf voor alsof zij geestelijke superhelden waren.

De Sadduceeën waren meer politiek bezig dan religieus. Zij geloofden alleen in de eerste vijf boeken van Mozes en geloofden daarom niet in de opstanding der doden en ook niet in engelen en geesten.

Zij waren de machthebbers van die tijd. Het waren mannen van aanzien, mannen van adel, de zakenmannen, de mannen die het voor het zeggen hadden.

Beide partijen oefende hun religie uit op een hele demonstratieve manier. Iedereen moest weten hoe geestelijk, hoe rechtvaardig en hoe succesvol zij waren.

Maar het was allemaal nep. Het was puur schijn.

En de demonstratieve manier waarop zij normaliter hun zogenaamde godsdienst uitoefende, was dezelfde manier waarop zij tot Johannes de Doper toe kwamen om zich door hem te laten dopen.

Maar, Johannes de Doper prikt daar doorheen en zegt: “Adderengebroed!”

Door hun “Adderengebroed” te noemen zegt Johannes de Doper als het ware: “stelletje listige slangen”. Dit was geen compliment, hij schold hun gewoon uit!

In Mattheus 12:34 noemt Jezus hun precies hetzelfde.  En in 23:33 voegt Jezus zelfs het woord ‘slangen’ toe. Hiermee stelt Jezus hun gelijk aan de duivel.

En dan zegt Johannes de Doper tegen hun: “Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn?”

Dit is een retorische vraag met de nadruk op “wie”. Het antwoord hierop is dan: “ik niet!”

Vers 8 – “Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering,”

Een vruchtboom is alleen nuttig als het vrucht draagt. De vrucht bewijst wat voor boom het is.

Als je een appelboom plant en het draagt geen appels dan is het geen appelboom! Alleen wanneer het appels draag is het daadwerkelijk een appelboom.

En zo is het ook met degene die zich daadwerekelijk heeft bekeerd.

Zoals wij vorige week hebben geleerd is bekering veel meer dan alleen het aanhangen van een bepaalde leer of religie. Het houdt een totale verandering in en het is altijd zichtbaar in iemands levenswandel, in zijn/haar doen en laten en in zijn/haar woorden en werken.

En Johannes de Doper prikte dwars door hun schijnheiligheid heen en zei als het ware:

“laat mij maar eerst jullie veranderde levenswandel zien, laat mij maar eerst de vruchten van bekering zien… Dan pas zullen jullie mij overtuigen dat jullie daadwerkelijk bekeerd zijn.

Alhoewel Johannes de Doper dit specifiek tegen deze schijnheiligen zegt heeft dit wel een bredere toepassing.

Vaak genoeg praat ik met mensen over het geloof en dan vertellen zij mij dat zij christen zijn, of dat zij van God houden, of dat zij naar de kerk gaan, enz…

Maar, als hun levenswandel, hun daden niet overeen komen met hun beleidenis dan heb ik zelf ook zoiets van: “Breng vruchten voort in overeenstemming met de bekering.”

Want iedereen kan wel roepen dat zij christen zijn en velen doen dat, maar het is alleen de vrucht van de Geest, de vrucht van bekering dat bewijst dat een persoon daadwerkelijk wedergeboren is.

Vers 9 – “en denk niet dat u bij uzelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader; want ik zeg u dat God zelfs uit deze stenen voor Abraham kinderen kan verwekken.”

Deze religieuze leiders beruste zichzelf in het feit dat zij als Joden van hun aartsvader Abraham afstamde.

En de reden waarom zij zich hierin berusten was omdat de gedachte in die tijd was dat Abraham’s relatie met God, Abraham’s geloof in God voldoende was om ook hun te redden.

M.a.w. het simpele feit dat zij Joden waren was in hun ogen genoeg om door God gered te zijn want zij waren het door God uitverkoren volk.

Zij stelden hun vertrouwen op hun natuurlijke afkomst.

Maar, Johannes de Doper wijst dit waanidee volkomen af en zegt hier dat afstamming van Abraham, bekering en vervolgens het dragen van vrucht absoluut niet kon vervangen.

Zoals alle heidenen (niet Joden) moesten ook alle Joden, en vooral deze zelfingenomen kerkleiders zich bekeren.

Ook vandaag de dag zijn er velen die zich berusten in één of ander waanidee.

Er zijn mensen die denken dat alle wegen tot de hemel leiden en dat iedereen uiteindelijk toch in de hemel komt.

Deze denken ook dat de God van de Bijbel en de god van de Islam en de hindu god en buddah enz… allemaal één en dezelfde zijn.

Dus het maakt niet zoveel uit in welke god je gelooft. Zij berusten zich in hun eigen opvattingen, in hun eigen geloof.

Anderen denken dat omdat zij van zichzelf geloven dat zij op zich goede mensen zijn dat zij niet willen geloven dat God hun naar de hel zal sturen.

Deze mensen berusten zich in een waan van hun eigen goedheid.

Anderen denken dat omdat zij ooit in het verleden een keer het zondaarsgebed hadden gebeden dat zij gered zijn.

Deze mensen berusten zich in iets uit het verleden dat wellicht een emotionele opwelling was geweest, maar niet meer inhield dan alleen dat.  Geef voorbeeld van Pa.

Anderen denken dat omdat zij elke zondag naar de kerk toe gaan dat zij gered zijn.

Deze mensen berusten zich in relgie of een ritueel.

En tegen alle mensen die zich berusten in een waanidee of in de leugen zegt God vanmorgen dat zij zich moeten bekeren en de vrucht overeenkomstig de bekering moeten gaan dragen.

Want alleen door daadwerkelijke bekering en alleen door het dragen van de vrucht van de H.Geest, de vrucht overeenkomstig de bekering kan men zeker zijn dat hij/zij deel uitmaakt van het Koninkrijk der Hemelen.

Geen vrucht betekent geen bewijs van bekering, geen garantie op de redding en geen toegang tot Gods Koninkrijk.

Helaas zijn te veel mensen te nonchalant hierover. Velen hebben zoiets van: so what! Ik blijf er niet wakker van liggen als ik niet in Gods Koninkrijk terecht kom.

Want er zijn zoveel anderen, die zich niets van het geloof aantrekken en toch zijn zij hartstikke gelukkig en succesvol, dus waarom zou ík me hier iets van aantrekken?

Mensen moeten zich hier iets van aantrekken omdat het alternatief verschrikkelijk is.

In vers 7 sprak Johannes de Doper over de komende toorn.

Deze toorn waarover Johannes de Doper spreekt is de toorn van God.

Het is een rechtvaardige toorn, het is juist, het is een terechte toorn en een welverdiende toorn.

Deze toorn van God wordt door de meesten genegeerd omdat het niet onmiddelijk gebeurt, maar omdat het komt; het is toekomstig en mensen geloven er niet in.

Maar ondanks dat het niet onmiddelijk komt staat het vast dat het eraan zit te komen. Voorbeeld van Noach.

Het is een verschrikkelijke toorn, het is afschuwelijk, het is vreselijk, het is gruwelijk en het is ondraaglijk.

En geen enkel persoon kan zich staande houden tegen deze toorn van God.

De enige manier om het te overleven is om het te ontvluchten!

In vers 7 zegt Johannes de Doper dat zij moeten vluchten voor de komende toorn.

Vluchten betekent dat je onmiddelijk moet handelen.

Vluchten betekent dat je heel snel moet handelen.

Vluchten betekent ook dat je recht op je doel afgaat zonder enige afleiding.

Ik denk dat de meesten van ons de video beelden van de tsunami in Japan hebben gezien.

Je moet je voorstellen dat wanneer je zo’n gigantische tsunami op je af ziet komen dat je onmiddelijk in actie komt.

Je gaat er niet over discussieren, je houdt er geen spoeddebat over.

Nee, je komt zonder er over na te denken onmiddelijk in actie en je vlucht zo snel mogelijk en zonder enige afleiding naar de veiligheid toe.

Hetzelfde geldt voor het vluchten voor de komende toorn van God.

Vers 10 – “De bijl ligt zelfs al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.”

Het geheel omhakken van deze bomen tot aan de wortels en het vuur spreken over het grote oordeel dat God zal brengen over alle goddelozen.

God, die 100% rechtvaardig is, is gerechtvaardigd in het oordelen van alle mensen die Hem verwerpen.

En degenen die God verwerpen worden hier met bomen vergeleken die geen goede vrucht voortbrengen.

M.a.w. dit zijn mensen die geen vrucht van de H.Geest, die geen vrucht van de bekering voortbrengen.

De bijl die aan de wortel van de boom ligt en de tegenwoordige tijdsvorm van het werkwoord benadrukken dat dit oordeel voor de deur staat.

Vers 11 – “Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.”

Hier zien wij dat Johannes de Doper deze boodschap niet vanuit een positie van arrogantie verkondigd. Hij pretendeerd niet beter of meer heilig of meer waardig te zijn dan de mensen die hij hier doopt.

Johannes de Doper zegt van Jezus dat Jezus sterker/krachtiger is dan hij en dat hij het niet waard is om de sandalen van Jezus te dragen.

Dit is voor ons een hele vreemde uitspraak, maar voor de Joden van die tijd sprak het boekdelen.

Het losmaken en het dragen van iemand’s sandalen was in hun ogen een gigantische vernedering.

Deze taak was alleen bestemd voor de allerminste heidense dienstknechten.

Dus, wat Johannes de Doper hier zegt is dat in zijn verhouding tot Jezus, hij zichzelf zag als iemand die minder was dan een heidense slaaf.

Johannes de Doper doopte mensen in de rivier d.m.v. onderdompeling tot bekering. Hij bereide de mensen voor op de komst van Jezus. Maar Jezus zal dopen met de H.Geest en met vuur.

Het Grieks woord voor dopen is baptizo en het betekent onderdompelen. Het idee is dat iets geheel overspoeld wordt. Vandaar dat Johannes de Doper mensen van toptotteen geheel onder water hield bij het baptizo/dopen van deze mensen.

Hetzelfde geldt voor het dopen met de H.Geest. Jezus zei in Hand. 1:8 dat wanneer de H.Geest over hun komen zou. M.a.w. wanneer zij overspoeld zouden worden met de H.Geest.

Dit gebeurde tijdens Pinksteren met de 120 discipelen die in de bovenkamer waren. En dit gebeurt vandaag de dag nog steeds wanneer wij ons bekeren en het aan God vragen.

Het dopen met vuur heeft hier puur te maken met het oordeel die er aan zit te komen. En ook hier geldt dat men geheel overspoeld zullen worden met het vuur op de dag des oordeels.

Vers 12 – “Zijn wan is in Zijn hand en Hij zal Zijn dorsvloer grondig reinigen en Zijn tarwe in de schuur verzamelen en Hij zal het kaf met onuitblusbaar vuur verbranden.”

Hier gebruikt Johannes de Doper een praktijkvoorbeeld van iemand die graan dorste.

In die tijd namen zij het graan, legde het op een vlak gedeelte dat meestal boven op een heuvel lag en sloegen het graan uit de aren.

Wat dan op die hoop overbleef was graankorrels gemengd met kaf en stro.

En om vervolgens de graankorrels te scheiden van het kaf e.d. namen zij een wan (een schop/hooivork) en gooide daarmee het spul de lucht in.

Het kaf en stro werd door de wind weggeblazen en de graankorrels vielen neer op de grond.

En Johannes de Doper zegt hier van Jezus dat Hij Zijn dorsvloer grondig zal reinigen door Zijn tarwe te scheiden van het kaf.

Hoe onpopulair deze gedachte, deze boodschap, deze leer ook is, het is de waarheid en mensen moeten weten waar zij aan toe zijn.

Nogmaals, het kaf is hier te vergelijken met de onvruchtbare bomen van vers 10, die Johannes de Doper als voorbeeld gebruikt als mensen die zich niet bekeren.

En hij zegt dit om aan te geven dat tenzij iemand zich bekeert, hij/zij niet alleen niet het Koninkrijk der Hemelen in zal gaan, maar dat zij voor eeuwig de toorn van God op zich zullen blijven houden.

Maar, Jezus zal ook Zijn tarwe, degenen die zich wel bekeren in Zijn schuur verzamelen.

Mensen, wij hebben de belofte van de enige echte God, de Schepper van hemel en aarde, dat wanneer wij ons bekeren wij niet alleen Gods toorn ontvluchten, maar dat wij leven en overvloed zullen hebben.

Hoe je het ook wendt of keert, het wedergeboren leven waardoor wij toegang krijgen tot Gods bovennatuurlijke voorzieningen is niet met geld te kopen.

Ik heb het al vaker gezegd:

Voor de mens die zich niet bekeerd, is het leven hier op aarde het allerbeste dat hij ooit zal meemaken, want daarna komt Gods oordeel.

Maar voor de mens die zich wel bekeerd, is het leven hier op aarde het aller slechtste dat hij ooit zal meemaken, want daarna komt hij terecht in het Koninkrijk der Hemelen.

God stuurt geen enkel mens naar de hel. Maar ook stuurt God geen enkel mens naar de hemel.

Een ieder heeft hierin zijn/haar eigen vrije wil en keus. Dus, de keus is aan jou!

Romeinen 8:31-39