Hoe serieus neemt God gebed? – Openbaring 8:1-5

Hoe serieus neemt God gebed? – Openbaring 8:1-5

Vijf zondagen geleden hebben wij een start gemaakt aan Openbaring 6 waarin de grote verdrukking van start is gegaan. Dit is de periode van zeven jaar lang waarin God Zijn toorn over de weerbarstige wereld uitstort.

In hoofdstuk 6 hebben wij de eerste zes van de zeven zegels behandeld. Bij het openen van de eerste vier zegels, waarin wij de vier ruiters van de Apocalyps zagen is minstens een vierde deel van de wereldbevolking omgekomen.

Bij het openen van de vijfde zegel hebben wij de zielen gezien van de mensen die tijdens de grote verdrukking tot geloof waren gekomen, die stuk voor stuk gedood werden vanwege hun geloof in Jezus Christus. Deze zielen zagen wij bidden onder het altaar.

Tot op dit moment, na het openen van de eerste vijf zegels zou het kunnen zijn dat de mensen op aarde bij al deze calamiteiten nog geen vermoeden hebben dat God er achter zit. Maar dat veranderd meteen bij het openen van de zesde zegel.

Toon volledige notities

Bij het openen van de zesde zegel hebben wij zeer heftige dingen zien gebeuren waarbij het heelal geschud wordt, aardbevingen gebeurden, de zon en de maan geen licht meer gaven, de aarde bekogeld werd met een storm van meteorieten en/of asteroïden, bergen en eilanden die van hun plaats werden gerukt. Onvoorstelbare dingen!

Het verbreken van de zesde zegel zorgde ervoor dat alle mensen op aarde, van de daklozen tot aan de elites aan toe, zich in grotten verborgen en tegen de bergen zeiden om op hun te vallen en hun te verbergen van het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam.

Openbaring 6:17 – “Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?”

In Openbaring 6 hebben wij de antichrist op het toneel zien komen en wij hebben heel wat calamiteiten gezien, en dit is nog maar tijdens de eerste helft van de grote verdrukking.

Drie zondagen geleden hebben wij Openbaring 7 met elkaar behandeld. Zoals ik eerder uitgelegd heb, is hoofdstuk 7 een parenthetisch hoofdstuk. Vandaag pakken wij het op in Openbaring 8, waarin de chronologie verder gaat en de zevende zegel geopend wordt.

Nogmaals, hoofdstuk 6 geeft ons een chronologische volgorde. Hoofdstuk 7 is een parenthetisch hoofdstuk wat inhoudt dat het tussengevoegd is om zaken op te helderen. In 7 wordt er ingezoomd op specifieke gebeurtenissen die onderdeel uitmaken van de zes zegels die reeds geopend zijn.

Vandaag beginnen wij met een stuk waarin de gebeurtenissen wederom in chronologische volgorde zullen voorkomen.

Dus, waar de chronologische volgorde in hoofdstuk 6 eindigt, begint de chronologie weer in hoofdstuk 8.

Nu, voordat wij de tekst in duiken is het goed om onze geheugens op te frissen en om te peilen waar wij ons momenteel in Openbaring bevinden.

In hoofdstuk 1:19 geeft de Heere ons de indeling van het boek: “Schrijf nu op wat u hebt gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden.”

“Wat u hebt gezien” hebben we reeds gehad.

“Wat is” hebben we ook reeds gehad.

Het “wat hierna zal geschieden” is de tijdsperiode in het boek waarin wij ons momenteel bevinden.

Op deze slide zien wij waar wij ons in het boek bevinden.

En op deze slide zien wij waar in de periode van de grote verdrukking wij ons bevinden.

Het linker wit kolom geeft weer dat wij de eerste zes zegels reeds gehad hebben. Vanmorgen gaan wij naar de zevende zegel kijken.

Wat belangrijk te weten is, is dat op het moment dat de zevende zegel verbroken wordt, de strafmaatregels van de bazuinen en de zeven schalen onthuld worden.

M.a.w., iedereen in de hemel (behalve God) weet pas wat er bij het blazen van de bazuinen en het uitgieten van de schalen gebeuren zal, wanneer de zevende zegel geopend wordt, geen moment eerder.

Het verbreken, oftewel het openen van de zevende zegel is dus veelbetekenend en tegelijk ook onheilspellend.

Zodra de zevende zegel geopend wordt, wordt pas duidelijk wat de wereld echt te wachten staat.

Dit is wat Jezus in Mattheüs 24 bedoelde toen Hij onderscheid maakte tussen de periode van verdrukking en de grote verdrukking. Voor ons begrip gebruik ik de term ‘grote verdrukking’ om de gehele periode van zeven jaar te omschrijven.

De eerste zes zegels, die wij reeds behandeld hebben zijn de dingen waarvan Jezus in Mattheüs 24:8zei: “Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.” Deze dingen gebeuren tijdens de eerste helft van de grote verdrukking.

Maar wat er vanaf dit moment staat te gebeuren zullen wij zien wanneer de 7 bazuinen en de 7 schalen aan bod komen.

Vers 1  “1En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een half uur.”

Wijlen J. Vernon McGee zei over dit vers dat dit de bewijsplaats is in de Bijbel dat er geen vrouwen in de hemel zullen zijn 🙂 Niet te zwaar opnemen!

Dit is zeer bijzonder. Tot op dit moment hebben wij tot zes keer toe gezien dat Jezus, en verschillende engelen, en ook de gelovigen die uit de grote verdrukking zijn gekomen, allemaal met een luide stemiets zeiden of uitriepen.

Ook hebben wij tot op dit moment gezien dat de vier levende wezens zonder ophouden God aanbidden.

Uit de troon van God kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. De kerk, dat vertegenwoordigd wordt door de 24 ouderlingen, aanbidt God de Vader en Jezus Christus d.m.v. harpspel en gezang.

Johannes hoorde het geluid van miljoenen, misschien wel miljarden engelen rondom de troon.

Er zijn dus heel veel mensen, engelen, cherubs en serafs in de hemel die allemaal een hoop geluid maken.

Maar nu, nadat Jezus het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een half uur.

Een half uur is op zich niet zo lang, maar als je met zo’n grote menigte al enkele minuten stil bent, dan lijkt dat op een eeuwigheid. Maar, waarom nu ineens zo’n stilte?

Nu geeft de Bijbel hier niet expliciet aan waarom het op dit moment voor een half uur stil is.

Waarschijnlijk heeft dit te maken met wat er vanaf dit moment staat te gebeuren.

Tot op dit moment zijn slechts de eerste zes zegels van de boekrol geopend. Bij het openen van de zevende zegel worden de strafmaatregelen van de zeven bazuinen bekend gemaakt, en bij het blazen op de zevende bazuin worden de strafmaatregelen van de zeven schalen bekend gemaakt.

Dus, bij het verbreken van deze zevende zegel is het uur van Gods laatste oordeel toch echt aangebroken. Alle heiligen zullen gerechtvaardigd worden, alle zonde zal gestraft worden, satan zal voor altijd overwonnen worden. Wellicht is dit iets waar de hemel letterlijk stil van wordt.

Vers 2  “2En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven.”

Dit zijn niet zomaar zeven engelen, maar  zeven engelen die vóór God stonden. Het bepaald lidwoord ‘de’ geeft aan dat het om een select groep engelen gaat.

“Het gaat om de zeven aartsengelen of aangezichtsengelen die voortdurend voor God staan.” (CvB commentaar Openbaring 8:2)

In Lukas 1:19, toen Zacharias bezocht werd door de engel Gabriël zei de engel tegen hem: “Ik ben Gabriël, die voor God sta.”

Gabriël geeft hier zelf aan dat hij een engel is die voor God staat.

Hij komt ook in het boek Daniël voor én hij was ook de engel die aan Maria verscheen om de geboorte van Jezus aan te kondigen.

Ook de engel Michaël, die in Judas 1:9 een aartsengel genoemd wordt is een engel die voor God staat. In Daniël 12 wordt de engel Michaël de grote vorst genoemd.

In Kolossenzen 1:16 beschrijft Paulus de verschillende rangen binnen het engelen domein en noemt deze: “tronen, heerschappijen, overheden of machten.”

Er zijn dus verschillende rangen onder de engelen en deze zeven engelen die voor God staan hebben een hoge rang en bekleden een zeer belangrijke functie.

Aan deze zeven engelen werden zeven bazuinen gegeven.

Op meerdere plekken in de Bijbel kunnen wij zien dat bij God bazuinen een belangrijke rol spelen.

Bijvoorbeeld, in Exodus 19 toen God Mozes op de berg Sinaï ontmoette kwam er vanuit de hemel een zeer sterk bazuingeschal. Dit was het signaal van God dat het volk naar de berg toe mocht gaan.

In Jozua 6 bliezen de priesters op de bazuinen toen Israël om Jericho heen marcheerde. En zo zijn er nog meer voorbeelden.

En dus hier in Openbaring 8 zien wij dat de bazuin wederom in Gods werk een belangrijke rol speelt.

Vers 3-4  “3En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. 4En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.”

In hoofdstuk 5 hebben wij de 24 ouderlingen hun gouden schalen vol reukwerk zien offeren aan het Lam.

De schalen vol reukwerk, of wierrook staan symbool voor de gebeden van de heiligen.

Op verschillende plaatsen in de Bijbel zien wij dat de gebeden van Gods kinderen vergeleken worden met geurig reukwerk, oftewel, letterlijk een zoete geur.

Dit geeft aan dat zoals een zoete geur aangenaam is, de gebeden van Gods kinderen aangenaam zijn voor Hem. God geniet ervan wanneer Zijn kinderen in gebed tot Hem komen. Voor God zijn onze gebeden als een zoete geur.

Mijn vraag is, welke gebeden van alle heiligen zijn dit? Als je uitgaat van alle heiligen, d.w.z. alle mensen die in God geloven, zowel in het Oude, alsook het Nieuw Testament, dan zijn dat heel veel mensen.

Als je uitgaat van alle gebeden die ooit naar God toe zijn opgegaan, dan zijn dat heel veel gebeden. Dus, welk van mijn gebeden worden op dit moment samen met het reukwerk aan God geofferd?

Ik denk niet dat wanneer je voor een parkeervak bidt, dat dat gebed ertussen zit. Ook niet als je door eigen toedoen te laat van huis vertrekt en dan naarstig bidt om alsnog op tijd in de dienst te zijn. Of, Heere, ik heb nagelaten om goed te leren, laat mij a.u.b. mijn tentamen of examen halen. . .

Ik denk dat Jezus ons inzicht geeft m.b.t. de gebeden die hier in Openbaring 8 aan God geofferd worden.

In Lukas 11 zagen Jezus’ discipelen dat Jezus aan het bidden was. Vervolgens vroegen Zijn discipelen om hen te leren bidden zoals ook Johannes de Doper Zijn discipelen geleerd heeft.

Op dat moment leerde Jezus hun bidden d.m.v. het ‘Onze Vader’ waarin staat: ‘Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde.’

Wisten jullie dat elke keer wanneer jullie bidden om verlost te worden van het onrecht in deze wereld, jullie eigenlijk bidden: ‘Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde’?

Of wanneer jullie bidden om bevrijd te worden van die ene zonde die zo’n grip op je leven heeft, jullie eigenlijk bidden: ‘Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde’?

Of wanneer jullie bidden om genezing van je lichaam, of wanneer jullie bidden om herstelde relaties, of wanneer jullie bidden omdat je leidinggevende op je werk je benadeelt, dan bidt je eigenlijk: ‘Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde’.

Of wanneer je bidt omdat de overheid beslissingen neemt wat voor jouw nadelig is. Of wanneer je bidt omdat je het zat bent dat de overheid voor de zoveelste keer haar beloften niet nakomt. Of wanneer je bidt dat je familieleden eens een keertje normaal tegen je doen.

Elk gebed dat vraagt om de rechtvaardigheid van God, elk gebed dat vraagt om herstel, elk gebed dat vraagt om het goede, het rechte, het juiste, is als het ware een gebed dat vraagt: ‘Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiedde, zoals in de hemel zo ook op de aarde.’

De schalen vol reukwerk in Openbaring 5 die de gebeden van de heiligen vertegenwoordigen, en de gebeden van alle heiligen en het wierrookvat in Openbaring 8 bevatten al deze gebeden, en deze zullen gegarandeerd verhoord worden.

Weet wel dat veel van onze gebeden worden aan deze kant van de eeuwigheid door God verhoord, maar sommigen worden als het ware opgeslagen en bewaard voor het juiste moment. Dat God al deze gebeden zal verhoren is zeker!

Hier in vers 3 en 4 zien wij deze engel het wierrook samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar leggen, en beide stegen uit de hand van de engel op tot God.

Ik kan het volgende niet hard maken, want ik heb er niets expliciet over in de Bijbel gevonden. Maar, in Romeinen 8 staat een bijzonder stuk over gebed.

Romeinen 8:18-27 – “18En wat we hier te lijden hebben, weegt niet op tegen de glorie die God ons openbaar zal maken. Daarvan ben ik overtuigd. 19De hele schepping ziet gespannen uit naar het moment waarop God onthult wie zijn kinderen zijn. 20Want de schepping is veroordeeld tot een zinloos bestaan. Niet omdat ze het zelf wilde, maar omdat God haar daartoe veroordeeld heeft. Maar er is hoop. 21Want ook de schepping zal bevrijd worden uit de slavernij van de vergankelijkheid en delen in de glorierijke vrijheid van de kinderen van God. 22Want we weten dat de hele schepping nog altijd kreunt en steunt als een vrouw die moet baren. 23Maar de schepping niet alleen – ook wij, die toch de Geest ontvangen hebben als een voorschot op wat we nog krijgen. Ook wij zuchten diep, zolang we uitzien naar het moment waarop God ons voorgoed tot zijn kinderen maakt en ons hele bestaan bevrijdt. 24Want we zijn gered en onze redding staat nog in het teken van de hoop. Maar hoop die al vervuld is, is geen hoop. Wie hoopt er op iets dat hij al ziet? 25Wij hopen op iets dat we nog niet zien, en we wachten daarop met volharding. 26En daarbij komt ook de Geest onze zwakheid te hulp. Want wij weten niet wat en hoe we moeten bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons bij God met verzuchtingen waarvoor geen woorden te vinden zijn. 27En God, die ons hart doorgrondt, weet wat de Geest zeggen wil. Want de Geest pleit bij God voor de gelovigen in overeenstemming met Gods wil.”

Hier leert de Bijbel ons dat waar wij niet weten hoe te bidden, oftewel als wij fout bidden, dan bemiddeld de Heilige Geest voor ons en pleit voor ons in overeenstemming met Gods wil.

Nogmaals, ik kan het niet hard maken, maar het kan zo zijn dat het reukwerk dat in vers 3-4 door de engel aan God geofferd wordt, de pleidooien van de Heilige Geest zijn.

Hoe dan ook, het is zeer geruststellend om te weten dat de Heilige Geest voor mij pleit wanneer ik niet weet hoe te bidden.

Let goed op hé! Hier staat niet dat de Heilige Geest voor ons bidt wanneer wij nalaten om te bidden, het is alleen wanneer wij aan het bidden zijn dat de Heilige Geest voor ons bemiddeld.

Nu, volgens dit Schriftgedeelte gaan onze gebeden dus nooit verloren. Wanneer wij bidden: “Uw koninkrijk kome. . .” dan kunnen wij er zeker van zijn dat deze gebeden verhoord zullen worden, hoewel deze pas in Openbaring 8 vervuld zullen worden.

Wat ook zo mooi is, is dat de Bijbel ons laat zien wat voor uitwerking deze gebeden van alle heiligen zullen hebben.

Vers 5  “5En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving.”

De engel die het reukwerk aan God offerde neemt hier hetzelfde reukwerk, d.w.z. onze gebeden, en werpt deze op de aarde.

Symbolisch worden onze gebeden op de aarde neergeworpen om Gods antwoord op onze gebeden op aarde uit te voeren.

M.a.w. God heeft onze gebeden verhoord, en op dit moment zal God onze gebeden antwoorden en uitvoeren. En Hij zal dit doen door het voortzetten van de Dag des Heere, door Zijn toorn voort te zetten op aarde, door de grote verdrukking voort te zetten.

In de komende 8 verzen zullen we zien wat voor uitwerking onze gebeden zullen hebben. Maar, dat gaan wij volgende keer behandelen.

Bidden is belangrijk, bidden is essentieel. Onze gebeden spelen een sleutelrol in het volbrengen van Gods ultieme plan met de mensheid en met hemel en aarde.

Toen Jezus drie jaar lang met Zijn discipelen optrok en hen trainde heeft Jezus hun veel geleerd. Wat mij opvalt is dat de Bijbel ons slechts één keer laat zien dat de discipelen aan Jezus vroegen om hen iets te leren doen.

Zij vroegen Jezus niet om hen te leren mensen te genezen, of om hen te leren mensen te bevrijden van demonen, of om hen te leren te profeteren, of om hen te leren tekenen en wonderen te verrichten.

Nee, het enige dat zij aan Jezus vroegen was: “Heere, leer ons bidden.”

Ik ben er stellig van overtuigd dat het allerbelangrijkste dat wij aan God kunnen vragen is dat Hij ons leert te bidden.