Inzegening assistent voorganger – Diverse

Inzegening assistent voorganger – Diverse

Inzegening assistent voorganger

Diverse Bijbelteksten

Vanmorgen vieren wij opnieuw dat Jezus Christus onze vaste hoop is! En dan niet een hoop in de zin van “nou, ik hoop maar dat het goed gaat komen”, maar een Bijbelse hoop.

D.w.z., een hoop waarin je voor 100% zeker kan weten dat waar je op hoopt, je het zal krijgen. Dat is pas hoop!

In een tijd waarin wij alles om ons heen zien wankelen, in een tijd waarin de samenleving de zekerheid van een veilig bestaan kwijt aan het raken is, is en blijft Jezus Christus voor de Zijne een vaste hoop, een vaste burcht, een zekerheid, en dat mogen wij vieren!

Anno 2015, te midden van alle chaos in de wereld is Jezus Christus hard aan het werk om mensen deze hoop te geven.

Vanmorgen gaan wij slechts één ding belichten van wat Jezus aan het doen is en mijn gebed en verlangen is dat jullie hierdoor hoopvol zullen raken.

Ruim 2.000 jaar geleden had Jezus Christus Zijn plan om de mens hoop, redding en zekerheid te bieden op gang gezet.

Wetende dat Hij Zelf voor de mens de kruisdood moest ondergaan, vervolgens uit de dood opgewekt zou worden en terug naar de hemel toe zou gaan, koos Jezus ervoor om Zijn taak hier op aarde voort te gaan zetten d.m.v. een team van 12 apostelen.

Nu is het knap lastig om een goed team samen te stellen, kijk maar naar ons Nederlands elftal.

Want je kunt bijvoorbeeld 12 toptalenten, 12 specialisten bij elkaar roepen, maar als ze niet op elkaar afgestemd zijn, als hun neuzen niet in dezelfde richting staan, als zij niet aan elkaar onderworpen zijn, als ze niet hetzelfde doel voor ogen hebben, dan heb je wel een groep van 12 van de allerbeste specialisten, maar dan heb je nog geen team.

Dus wat doet Jezus om aan een team te komen? Ik zal het voorlezen:

Lukas 6:12-13  12Het gebeurde in die dagen dat Hij naar buiten ging, naar de berg, om te bidden; en Hij bleef heel de nacht in gebed tot God. 13En toen het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen bij Zich en koos er twaalf van hen uit, die Hij ook apostelen noemde:”

Jezus ging niet uit van wat voor dingen Hij in Zijn discipelen waarnam. Hij ging niet uit van wie aan de strenge eisen zou kunnen voldoen. Hij ging niet uit van het beste C.V., of de beste karaktereigenschappen. Hij ging niet uit van wie het beste met elkaar samen zou kunnen werken, oftewel, wie het beste in het team paste.

Nee, Jezus had de hele nacht tot God de Vader gebeden om aan Hem te vragen wie Hij zou moeten kiezen om een team te vormen.

Dit is vanuit een seculier oogpunt niet de beste manier om je teamleden uit te kiezen.

Maar goed, dit is wat Jezus deed en d.m.v. elf van deze twaalf heeft Jezus geschiedenis geschreven.

De reden waarom ik dit noem is omdat Jezus nog steeds bezig is met het schrijven van geschiedenis.

Jezus is vandaag nog steeds bezig om de mens Zijn hoop, Zijn redding en Zijn zekerheid te bieden, alleen nu doet Hij dit d.m.v. gewone mensen zoals jou en mij, nu doet Hij dit d.m.v. Zijn plaatselijke kerk zoals deze.

Door de geschiedenis van de mens heen kunnen wij vanuit de Bijbel zien dat God altijd al hoop, redding en zekerheid aan de mens wilde geven.

In het Oude Testament zien wij dat God Israël had gekozen, o.a. om Zijn hoop, redding en zekerheid aan de heidenvolken te bieden.

En nu, in het tijdperk van het Nieuw Testament gebruikt God de kerk.

Nu moet ik er helaas wel bij zeggen dat er een wezenlijk verschil is tussen kerkgangers en echte wedergeboren christenen die Jezus koste wat kost navolgen.

Helaas is het niet zo dat alle mensen die beweren een christen te zijn daadwerkelijk Jezus Christus vertegenwoordigen, en het gevolg daarvan is dat veel van wat christelijk heet helemaal geen hoop, redding of zekerheid biedt.

Maar goed, dat is een ander verhaal. Jezus is aan het werk en wij mogen dat vanmorgen vieren.

Om de boodschap van hoop, redding en zekerheid aan de mensen bekend te kunnen maken én om toegewijde navolgers van Jezus Christus voort te kunnen brengen moeten wij als kleine kerkgemeenschap met elkaar samenwerken.

Deze samenwerking vereist een stukje organisatie, en deze organisatie vereist een stukje leiderschap.

Als zendeling/voorganger/kerk stichter kan ik best wel veel. Ik ben breed inzetbaar; in zekere zin een generalist. Maar, ik kan zeker niet alles en ik wil ook niet alles kunnen.

Ook God wil niet dat ik alles zelf doe. Vandaar dat God ons aan elkaar gegeven heeft om elkaar aan te vullen en om elkaar te ondersteunen.

Want als ik het allemaal in m’n eentje wil gaan doen dan zal ik vroeg of laat opgebrand raken.

In Exodus 18 staat het verslag van hoe Mozes, de grote leider van Israël op het punt stond om een burn-out te krijgen. De reden waarom hij opgebrand zou raken is omdat hij te veel van het werk in z’n eentje deed, omdat hij niet delegeerde.

Exodus 18:13-27  “13Het gebeurde dan de volgende dag dat Mozes zitting hield om recht te spreken over het volk. Het volk stond voor Mozes, van de morgen tot de avond. 14Toen de schoonvader van Mozes zag wat hij allemaal voor het volk deed, zei hij: Wat betekent dit wat je voor het volk doet? Waarom houd je alléén zitting, terwijl heel het volk van de morgen tot de avond tegenover je staat? 15Toen zei Mozes tegen zijn schoonvader: Omdat het volk naar mij toe komt om God te raadplegen. 16Wanneer zij een zaak hebben, komt men daarmee naar mij en oordeel ik tussen de een en de ander. Ik maak hun de verordeningen van God en Zijn wetten bekend. 17Maar de schoonvader van Mozes zei tegen hem: Wat je doet, is niet goed. 18Je zult er zeker aan bezwijken, zowel jij als dit volk dat bij je is, want dit is te zwaar voor je. Je kunt dit niet alleen doen. 19Luister nu naar mijn stem. Ik zal je raad geven en God zal met je zijn. Jíj moet het volk bij God vertegenwoordigen en jíj moet de zaken voor God brengen. 20Je moet hun de verordeningen en de wetten voorhouden en hun de weg bekendmaken waarop zij moeten gaan en het werk dat zij moeten doen. 21Jij echter, jij moet daarnaast onder heel het volk omkijken naar bekwame mannen, godvrezende, betrouwbare mannen, die een afkeer hebben van winstbejag. Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien over hen aanstellen. 22Zij moeten altijd over dit volk oordelen. Maar laat het zo zijn dat zij elke grote zaak bij jou brengen, en zelf over elke kleine zaak oordelen. Maak het zo voor jezelf lichter en laat hen die last samen met je dragen. 23Als je dit doet en God het je gebiedt, dan zul je staande kunnen blijven en zal dit hele volk ook in vrede naar zijn woonplaats gaan. 24Mozes luisterde naar de stem van zijn schoonvader en deed alles wat hij gezegd had. 25Mozes koos daarom uit heel Israël bekwame mannen en stelde hen aan als hoofd over het volk: leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien. 26Zij oordeelden altijd over het volk. De moeilijke zaken brachten zij bij Mozes, maar over elke kleine zaak oordeelden zij zelf. 27Toen liet Mozes zijn schoonvader gaan, en deze ging terug naar zijn land.”

Zijn schoonvader Jethro zag dat het niet goed voor Mozes was en ook niet voor het volk dat hij alles in z’n eentje deed. Als hij zo door zou gaan dan zou hij er onderuitgaan.

Dus, God gebruikt Jethro om Mozes te helpen.

Wat ik hieruit wil halen is dat, 1) Mozes het leiden van het volk niet in z’n eentje aankon, en 2) dat God ervoor gezorgd had dat er mannen in hun midden waren waaraan Mozes diverse taken kon delegeren.

Dit is een tijdloos managementmodel, dit is ook wat Jezus met de 12 apostelen deed en dit is wat de apostel Paulus vervolgens ook deed.

Paulus was dé kerkstichter in het Nieuw Testament. Hij heeft op z’n minst 14 kerken gesticht. Eén zo’n kerk was op het eiland, Kreta.

Door de Heilige Geest geleid kwam Paulus in Kreta en verkondigde daar het Evangelie van hoop, vergeving van zonden, redding en zekerheid.

Als gevolg daarvan kwamen mensen tot geloof. En om deze mensen te kunnen leiden en dienen en onderwijzen, moest hij een leider aanstellen die vervolgens andere leiders moest aanstellen. Paulus koos Titus voor deze taak.

Titus 1:1-5  1Van: Paulus. Aan: Titus, mijn kind in het geloof. Ik ben een dienaar van God en een apostel van Jezus Christus. God heeft mij erop uitgestuurd om het geloof te brengen aan de mensen die door Hem zijn uitgekozen en om hun de waarheid over God te laten kennen. 2Door die waarheid leiden zij een leven naar Gods wil en ontvangen het eeuwige leven, dat God voor het begin van de wereld beloofd heeft; en Hij liegt niet. Toen God vond dat de tijd ervoor gekomen was, heeft Hij dit goede nieuws bekendgemaakt en 3mocht ik het iedereen gaan vertellen. God, onze Redder, heeft mij opgedragen dit werk voor Hem te doen. 4Ik wens je de genade en de vrede van God, de Vader, en van onze Heere Jezus Christus toe. 5Ik heb je op het eiland Kreta achtergelaten om te doen wat daar nog nodig was, namelijk in de gemeente van elke stad leiders aan te stellen, die zich zullen houden aan wat ik heb gezegd.” (het boek)

De apostel Paulus had Titus aangesteld om zaken op orde te krijgen en zo te houden.

Paulus wist dat Titus dit niet in z’n eentje aankon dus gaf hij Titus de opdracht om collega kerkleiders aan te stellen die hem hierbij zouden kunnen helpen.

Dit is ook de reden waarom ik als voorganger van de Calvary Chapel continu op zoek ben naar potentiele leiders die de last van het werk van de bediening met mij kunnen dragen.

In o.a. de HSV staat dat Titus van stad tot stad ‘ouderlingen’ of ‘oudsten’ moest aanstellen.

Dit woord ‘oudsten’ is in mijn mening misleidend omdat het suggereert dat zo’n persoon van hogere leeftijd hoort te zijn.

In de grondtekst gebruikt Paulus het Grieks woord: ‘presbuteros’. Het CvB definieert dit woord als volgt:

“Het is de vergrotende trap van het niet in het NT voorkomende presbus, ‘oud’, en wordt in eigenlijke zin gebruikt met betrekking tot de leeftijd die iemand in vergelijking met anderen bereikt heeft. Zo betreft het in Luc.15:25 bijvoorbeeld de ‘oudere’ van twee zoons. Het kan ook als zelfstandig naamwoord functioneren, bijvoorbeeld de ‘ouderen’ in het algemeen in tegenstelling tot de ‘jongeren’ (Hand.2:17) of de ‘oudere (man)’ en ‘de oudere (vrouwen)’ in tegenstelling tot de jongere mannen en vrouwen (1Tim.5:1,2). Ten tweede wordt het gebruikt voor de ‘ouderen’ in vergelijking met de nu levenden, dat wil zeggen de voorouders of voorvaderen.

Ten derde betekent het, in het verlengde van de eerste betekenis, ‘oudste’ als titel voor hen die als opzieners belast zijn met de leiding van de (geloofs)gemeenschap. In de christelijke gemeenschap is het allereerst een aanduiding voor een van de opzieners van een plaatselijke gemeente.”

Presbuteros oftewel oudste in het Nederlands is dus heel simpel gezegd een benaming voor iemand die in een plaatselijke kerk leidinggeeft.

En dan maakt het op zich niets uit of je die persoon een voorganger of assistent voorganger wil noemen, of een oudste, of een opziener, of een herder, enz.

Nu, dit alles gezegd hebbend, ben ik zeer verheugd om vanmorgen Casper de Haan aan te mogen stellen als een presbuteros, oftewel, als Assistent Voorganger in de Calvary Chapel.

Het aanstellen van Casper moeten we niet zien als: nu krijgt Casper de titel en de taak, dus nu moet hij het waar gaan maken.

Nee. Toen ik Casper ruim vijf jaar geleden had uitgenodigd om als stagiair deel uit te gaan maken van het leidersteam gaf ik Casper de begeleiding en de ruimte om zichzelf als toekomstige leider te gaan ontwikkelen en te ontplooien. Dit ging natuurlijk niet zonder vallen en opstaan!

En door de jaren heen heeft Casper, door Gods genade alleen, aan mij en ook aan velen van jullie laten zien dat hij nu al een presbuteros is. Casper is verre van volmaakt, maar hij is zeker trouw aan Jezus Christus, Zijn kerk en aan de Grote Opdracht.

Het officieel aanstellen van Casper is dus eigenlijk een bevestiging van het werk dat God reeds in Casper en door Casper heen aan het doen is.

Daarnaast ben ik zeer verheugd om Martien de Bruin voor te mogen stellen als Assistent Voorganger in opleiding.

Martien schoof in juni dit jaar bij het leidersteam aan.

En last, but not least ben ik zeer verheugd om Ralph Sijl voor te mogen stellen als bediening stagiair.

Ralph schoof in juli dit jaar bij het leidersteam aan.

Tot slot dit: De Bijbel leert ons dat God eenieder van ons geestelijke gaven, oftewel bekwaamheden heeft gegeven. Deze gaven zijn er om er elkaar mee te dienen.

Casper, Martien, Ralph en ik hebben van God specifieke gaven gekregen die wij mogen gebruiken om elkaar in het leidersteam te dienen en te ondersteunen, én vooral om jullie, de gemeente te dienen.

Derhalve zal er gaandeweg een meer duidelijke taak en rolverdeling gaan komen.

Vanmorgen zullen de drie mannen iets gaan vertellen over wat zij in de gemeente doen en vervolgens zal Casper ingezegend worden en er zal voor Martien, Ralph en voor mij ook gebeden worden.