Laat de storm maar komen – Mattheüs 14:22-33

Laat de storm maar komen – Mattheüs 14:22-33

Laat de storm maar komen

Mattheüs 14:22-33

  1. Vorige week zagen wij dat Jezus een gigantisch Messiaans wonder verrichte door duizenden hongerige mensen te voeden, door twee visjes en vijf broodjes te vermenigvuldigen.
    1. Vanmorgen pakken wij het verhaal op in Mattheüs 14, maar voordat wij dat doen moeten we eerst naar een stukje in het Evangelie van Johannes kijken om het beeld compleet te maken.

Johannes 6:14-15 – 14Toen de mensen dan het teken dat Je-zus gedaan had, gezien hadden, zeiden zij: Híj is werkelijk de Profeet, Die in de wereld komen zou. 15Omdat Jezus nu wist dat zij zouden komen en Hem met geweld mee zouden nemen om Hem koning te maken, trok Hij Zich opnieuw terug op de berg, Hij Zelf alleen.”

  1. Nadat Jezus zo’n 5.000 mannen plus vrouwen en kinderen ge-voed had wilde de menigte Jezus voor hun karretje spannen. Zij verwachtte de komst van de Messias en zij verwachtte dat de Messias hen zou verlossen van de bezettingsmacht; Rome.
    1. Zij verwachtte een sociale en een politieke Messias.
    2. En toen zij zagen dat Jezus het profiel van de Messias match-te wilden zij hem ertoe dwingen om Zijn plaats als Koning der Joden in te nemen.
      1. Lukas 19:11 – “Jezus sprak een gelijkenis uit omdat de mensen dachten dat het Koninkrijk van God onmidde-lijk zou aanbreken.” (eigen verwoording)
    3. Maar de menigte mensen waren niet de enigen die dachten dat Jezus het Koninkrijk van God direct zou vestigen. De 12 discipelen dachten na twee jaar lang met Jezus opgetrokken te hebben ook nog steeds dat Jezus het Koninkrijk van God on-middelijk zou gaan vestigen.
      1. En nu Jezus het punt in Zijn populariteit had bereikt dat Hij een gigantische achterban had verworven die Hem tot Koning wilde maken, hadden de discipelen ongetwijfeld gedacht:
        1. “Nu is het moment aangebroken! Wij hebben twee jaar lang op dit moment gewacht en nu mogen we eindelijk samen met Jezus de boel overnemen.”
        2. “Nu gaat alles veranderen! We zullen bevrijd worden van de Romijnen, van de Herodussen, van alle ellende. Sterker nog, we hoeven ons totaal geen zorgen meer te maken om eten e.d. want Jezus voed ons toch wel!”
          1. Maar kijk wat er gebeurt, laten we kijken hoe Jezus hierop reageert en wat Jezus doet.

Terug naar Mattheüs 14:22.

Toon volledige notities

Vers 22-23 – 22En meteen dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant, terwijl Hij de menigte weg zou sturen. 23En toen Hij de menigte wegge-stuurd had, klom Hij de berg op om er in afzondering te bidden. Toen het avond was geworden, was Hij daar alleen.”

  1. Jezus moest Zijn discipelen ertoe dwingen om weg te gaan. Ik kan me voorstellen dat de discipelen er helemaal niets van snapte dat Jezus deze uitgelezen kans niet met beide handen aangreep en dat Hij hen nu wegstuurde. Hierin zien wij twee hele mooie dingen.
    1. Ten eerste zien wij dat Jezus het gezag heeft om Zijn disci-pelen een bevel te geven, wij zien dat Jezus dégene is die alles voor het zeggen heeft.
    2. Ten tweede zien wij dat de discipelen Hem gehoorzamen ondanks dat zij er niets van snapten.
      1. Daar kunnen wij veel van leren!
    3. Ook zien wij dat Jezus, als één man het gezag en het over-wicht had om een menigte van tientallen duizenden mensen weg te sturen.
      1. Normaliter heb je de mobiele eenheid daarvoor nodig!
    4. Weten jullie nog toen Jezus in vers 13 naar een afgelegen plaats toe ging om Zich terug te trekken? Hij wilde alleen zijn, Hij wilde rust zoeken bij God de Vader, Hij wilde fellowshippen met Zijn discipelen die net terug kwamen van hun zendings-reis.
      1. Uiteindelijk is hier niets van gekomen want op het moment dat hij op de zogenaamde afgelegen plaats terecht kwam werd Hij overdonderd met een menigte en Hij was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken.
      2. En dus nú zorgt Jezus ervoor dat Hij de tijd neemt om Zich af te zonderen om met God de Vader in gesprek te gaan.
        1. Weet je, als ik wil bidden, dan komt er altijd iets tussen. Jullie herkennen dit. En zelfs, als er niets extern tussen komt, dan kan je altijd wel iets anders vinden om te doen in plaats van tijd te nemen om je af te zonderen om met God in gesprek te gaan.
        2. Maar Jezus wist dat Hij Zijn rust bij God kon vinden. Hij wist dat Hij Zijn kracht bij God moest zoeken. Hij wist dat God de Vader ernaar verlangt om één op één intieme ge-sprekken met elkaar te voeren.
          1. En daarom moest Jezus, koste wat kost, zichzelf regelmatig afzonderen om alleen met de Vader te kun-nen zijn. Al moest Hij dit middernacht doen zoals in dit geval.
        3. Jezus had kracht! Jezus had wijsheid. Jezus had volkomen vertrouwen in God de Vader. Jezus had energie en dat zonder RedBull. Jezus had doorzettingsvermogen. Jezus had visie en was gefocust. Jezus was innerlijk met ontferming bewogen over de verlorenen.
          1. En ik geloof dat Jezus dit allemaal te danken had aan Zijn gebedsleven. Hij koos ervoor om zelfs ‘s nachts niet te slapen indien dat nodig was, om tijd met God de Vader door te brengen zodat Hij Zijn bediening kon uitoefenen.

Vers 24 – 24Het schip was al midden op de zee en verkeerde in nood door de golven, want ze hadden de wind tegen.”

  1. “Wind tegen” is zacht uitgedrukt. In de parallel passage in Joh. 6 staat dat de zee ontstuimig werd door de extreem harde wind. De discipelen bevonden zich dus midden in een storm.
  2. Dit moeten wij echt ter harte nemen!
    1. Jezus dwong zijn discipelen om het schip in te gaan om naar de overkant toe te varen. Volgens Joh. 6 was het al donker geworden.
      1. Jezus gaf de discipelen een expliciet bevel en zij ge-hoorzaamden Hem.
      2. De discipelen waren dus in Gods wil. Zij deden niets verkeerd, integendeel, zij deden precies wat God van hen vroeg.
    2. Maar, zij kwamen terecht in een storm. Zij kwamen terecht in een hele lastige situate. Zij kwamen terecht in een verve-lende, vermoeiende en ellendige situatie, en dit allemaal zon-der dat Jezus erbij was om hen te helpen!
      1. Hoe kan dit? Hoe is het mogelijk dat zij zich in zulke nare toestanden bevinden? Zij gehoorzaamde Jezus toch? Zij deden toch niets fout? Zij waren toch in Gods wil?
        1. De reden was omdat Jezus hen een essentiële les moest leren. En dit was alleen mogelijk wanneer zij zich volkomen in Gods wil bevonden, wanneer zij Jezus onvoorwaardelijk gehoorzaamden.
          1. Dus, de discipelen bevinden zich in Gods wil en zij zijn Jezus gehoorzaam. Tegelijkertijd bevin-den zij zich in een hevige storm. Maar kijk wat er nu gebeurt:

Vers 25-26 – 25Maar in de vierde nachtwake kwam Jezus naar hen toe, lopend over de zee. 26En toen de discipelen Hem over de zee zagen lopen, raakten zij in verwarring en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van angst.”

  1. Jezus kwam ergens tussen 03:00 uur s’ nachts en 06:00 uur ‘s ochtends naar de discipelen toe.
    1. Hij heeft hen dus uren lang laten ploeteren, en volgens Jo-hannes hadden zij in al die tijd slechts 4 km afgelegd. Zij kwa-men amper vooruit.
    2. Het mooie ervan is dat zij het niet opgaven. Normaliter, wanneer men in een storm terecht komt keren ze om en gaan ze terug en maken de overtocht wanneer de storm voorbij is.
      1. Maar zij bleven de Heere gehoorzamen ondanks de zeer zware omstandigheden. Hij leerde hen volharding.
    3. Jezus kwam lopend over de zee naar hen toe. Jezus wist precies waar zij waren. Hij had geen GPS nodig om hen te vinden.
      1. Er staat in vs. 26 dat zij in verwarring raakten, maar dit betekent letterlijk dat toen zij Hem op het water zagen lopen, zij zich kapot schrokken! Zij dachten echt dat zij een spook zagen.
        1. En wat deden deze ruige mannen? Zij schreeuwden van angst! Zoals wij vandaag de dag zouden zeggen deden zij het in hun broek, zo bang waren zij. Zij schreeuwden als kleine meisjes!

Vers 27 – 27Maar meteen sprak Jezus hen aan en zei: Heb goe-de moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.”

  1. Het allereerste dat Jezus doet is hen gerust stellen, hen be-moedigen, hen laten weten dat Hij met hen is.
    1. Jezus zegt tegen deze doodsbange en wanhopige discipelen dat Hij het is. “Ik ben het” zegt Jezus, “wees niet bang”.

Vers 28-31 – 28Petrus antwoordde Hem en zei: Heere, als U het bent, geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen. 29Hij zei: Kom! En Petrus klom uit het schip en liep op het water om bij Jezus te komen. 30Maar toen hij op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij! 31Jezus stak meteen Zijn hand uit, greep hem vast en zei tegen hem: Kleingelovige, waarom hebt u getwijfeld?”

  1. Wegens de tijd kom ik volgende week terug op dit stuk waarin Petrus op het water loopt.

Vers 32-33 – 32En toen zij in het schip geklommen waren, ging de wind liggen. 33Zij die in het schip waren, kwamen Hem aan-bidden en zeiden: Werkelijk, U bent de Zoon van God!”

  1. Op het moment dat Jezus en Petrus het schip ingeklommen waren ging de wind liggen; de storm was over. Joh. schrijft ook dat op het moment dat Jezus en Petrus in het schip inge-klommen waren, het schip meteen op de plaats van bestem-ming was.
  2. In deze situatie liet Jezus Zijn discipelen een aantal essenti-ële dingen zien:
    1. Ondanks dat de discipelen volkomen in Gods wil waren, ondanks dat zij Jezus volkomen gehoorzaamde, bevonden zij zich in een storm.
      1. Jezus leert hen én ons hiermee dat wanneer wij in Gods wil zijn, wanneer wij ons schikken aan Zijn heerschappij, wanneer wij in gehoorzaamheid leven, wij niet per se vrij-gesteld worden van de stormen van het leven.
      2. God gebruikt juist de stormen van het leven om ons essentiële lessen te leren, om ons te helpen om Hem beter te leren kennen en Hem meer effectief te kunnen dienen.
        1. Dus, als je er zeker van bent dat je in Gods wil bent en dat je in gehoorzaamheid leeft, dan is de storm waarin je je bevind niet per se van de duivel.
      3. Ondanks dat de discipelen het idee hadden dat zij er alleen voor stonden, omdat Jezus er niet bij was. Ondanks dat zij misschien het gevoel hadden dat God hen in de steek had gelaten. Ondanks dat zij misschien vonden dat als God al-machtig is, waarom laat Hij dit toe? Ondanks al deze dingen was Jezus volkomen bewust van hun toestand. Alhoewel Jezus er niet bij was wist Hij ervan!
        1. Dit geldt ook voor ons. Alhoewel jij God niet kan zien, alhoewel voor je gevoel God ver weg lijkt te zijn kent God jouw moeite. God is volkomen bewust van jouw toestan-den, van jouw omstandigheden, van jouw onmogelijk op te lossen problemen!
      4. Ten derde. Jezus liet hen uren lang ploeteren voordat Hij hen te hulp kwam. Jezus wilde hen tot het einde van zichzelf laten komen opdat zij in hun wanhoop zouden erkennen dat God alleen bij machte is om hen te helpen.
        1. En zoals Hij de discipelen te hulp kwam, wil Hij jou te hulp komen! God wil jou helpen! Maar zolang jij het nog steeds zelf wil blijven doen, dan laat God jouw het zelf doen.
      5. Tot slot dit. In vers 33 staat: “33Zij die in het schip waren, kwamen Hem aanbidden en zeiden: Werkelijk, U bent de Zoon van God!”
        1. Tot nu toe heeft God de Vader van Jezus gezegd dat Hij de Zoon van God is. Satan heeft het gezegd. Demomen hebben het gezegd. Maar dit is de allereerste keer dat de discipelen dit van Jezus zeggen.
        2. En wat een geweldige statement: “Werkelijk, U bent de Zoon van God.” Hiermee zeggen zij dat Jezus God is. Zij waren d.m.v. deze storm tot die conclusie gekomen.
  • Door deze storm heen heeft Jezus Zichzelf op een on-miskenbaar en onbetwistbare wijze, als dé Zoon van God aan Zijn discipelen kenbaar gemaakt.
  1. God wil dat wij Hem steeds beter gaan leren kennen. En een manier die heel effectief is, is door samen met Hem door een storm heen te gaan.
    1. De discipelen leerde Jezus hier beter kennen en het gevolg was dat zij Jezus aanbaden.
  • Wie is Jezus volgens jou? Wie is Jezus in jouw beleving? Wat betekent Jezus voor jou?
    1. Als Jezus Christus in jouw beleving nog niet de Zoon van God is, El Shaddai, de almachtige en IK BEN de persoonlijke God, de Redder en Verlosser van je ziel, dan ken je Hem nog niet zoals Hij door jou gekend wil worden.
      1. Maak vanmorgen een bewuste keus om vastberaden te zijn om jezelf aan Jezus te onderwerpen, om Hem te gaan gehoorzamen, om in Zijn wil te willen zijn, om van mo-ment tot moment Zijn wil te gaan doen, koste wat kost.
      2. Bevind je jezelf vanmorgen in een storm? Jezus zegt: “Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.”