Het “Mozes-model” van kerkbestuur – Exodus 18:13-27

Het “Mozes-model” van kerkbestuur – Exodus 18:13-27

Het “Mozes-model” van kerkbestuur

Exodus 18:13-27

Vanochtend gaan we kijken naar het gedeelte in Exodus 18 dat omschrijft hoe een verzameling van gelovigen kan worden bestuurd. We zullen gaan kijken naar de rollen die er binnen een kerk zijn, naar de verantwoordelijkheden en de taken die bij die rollen horen. Als laatste zullen we gaan zien wat dit allemaal betekent voor een christen.

Toon volledige notities

13Het gebeurde dan de volgende dag dat Mozes zitting hield om recht te spreken over het volk. Het volk stond voor Mozes, van de morgen tot de avond. 14Toen de schoonvader van Mozes zag wat hij allemaal voor het volk deed, zei hij: Wat betekent dit wat je voor het volk doet? Waarom houd je alléén zitting, terwijl heel het volk van de morgen tot de avond tegenover je staat? 15Toen zei Mozes tegen zijn schoonvader: Omdat het volk naar mij toe komt om God te raadplegen. 16Wanneer zij een zaak hebben, komt men daarmee naar mij en oordeel ik tussen de een en de ander. Ik maak hun de verordeningen van God en Zijn wetten bekend. 17Maar de schoonvader van Mozes zei tegen hem: Wat je doet, is niet goed.

18Je zult er zeker aan bezwijken, zowel jij als dit volk dat bij je is, want dit is te zwaar voor je. Je kunt dit niet alleen doen. 19Luister nu naar mijn stem. Ik zal je raad geven en God zal met je zijn. Jíj moet het volk bij God vertegenwoordigen en jíj moet de zaken voor God brengen. 20Je moet hun de verordeningen en de wetten voorhouden en hun de weg bekendmaken waarop zij moeten gaan en het werk dat zij moeten doen. 21Jij echter, jij moet daarnaast onder heel het volk omkijken naar bekwame mannen, godvrezende, betrouwbare mannen, die een afkeer hebben van winstbejag. Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien over hen aanstellen. 22Zij moeten altijd over dit volk oordelen. Maar laat het zo zijn dat zij elke grote zaak bij jou brengen, en zelf over elke kleine zaak oordelen. Maak het zo voor jezelf lichter en laat hen die last samen met je dragen. 23Als je dit doet en God het je gebiedt, dan zul je staande kunnen blijven en zal dit hele volk ook in vrede naar zijn woonplaats gaan. 24Mozes luisterde naar de stem van zijn schoonvader en deed alles wat hij gezegd had. 25Mozes koos daarom uit heel Israël bekwame mannen en stelde hen aan als hoofd over het volk: leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien. 26Zij oordeelden altijd over het volk. De moeilijke zaken brachten zij bij Mozes, maar over elke kleine zaak oordeelden zij zelf. 27Toen liet Mozes zijn schoonvader gaan, en deze ging terug naar zijn land.”

 

v.13-16 Het volk Israël was op dit moment minimaal 2,1 miljoen mensen groot. Al deze mensen zullen dingen gehad hebben waar ze tegenaan liepen, er zullen allerlei problemen tussen mensen geweest zijn.

  • Voor een volk van dit formaat is het veel te weinig om 1 man dit te laten doen, maar blijkbaar zag Mozes dit niet. à God grijpt in.

v.17-18 Jethro, de schoonvader van Mozes, iemand die geen Jood is, iemand die pas net God gezien heeft, God aanbeden heeft. In onze situatie kan dat een jonge gelovige zijn, deze persoon ziet dit en wordt door God geleid om dit aan te kaarten.

  • “Wat je doet is niet goed. Je zult er zeker aan bezwijken, zowel jij als dit volk dat bij je is, want dit is te zwaar voor je. Je kunt dit niet alleen doen.”(17-18)

Alles in je eentje willen doen, alles maar zelf op willen knappen, geen hulp vragen van niemand, dat is niet wat God wil. Alles zelf willen doen is of een teken dat je gewoon niet kan zien dat het anders moet, of het is een teken dat je niet wil zien dat het anders moet.

  • In het geval van Mozes denk ik dat het niet kunnen zien is, want “Mozes luisterde naar de stem van zijn schoonvader en deed alles wat hij gezegd had.”(24)

Dit betekent dat Mozes vol enthousiasme aan de slag was gegaan, vol energie oppakte wat er gedaan moest worden, zonder een stap terug te doen. Mozes had het nodig om aan God te vragen wat Zijn wil was voor de situatie met zitting houden over dit volk. Mozes deed op zich niks verkeerd, hij vroeg aan God om recht te spreken, hij deed het niet uit eigen ambitie, of enig andere negatieve motivatie.

Het probleem met deze situatie was dat het te veel zou zijn voor Mozes, het zou niet te handhaven zijn voor hem om te doen wat hij deed. De gevolgen, v.18, zijn niet alleen voor Mozes, maar juist ook voor de rest van het volk. Als Mozes een dagje ziek zou zijn, stel hij vat kou in de woestijn, zonnesteek, etc. dan was er, op dit moment, niemand die dingen van hem over kon nemen. Dat zou betekenen dat alle dingen die tussen mensen gebeurden niet meer opgelost konden worden.

  • Dit is precies de reden dat geen enkele voorganger, van een willekeurige kerk, op de lange termijn dingen alleen kan en mag doen. Het is niet vol te houden voor een voorganger om alles maar zelf te moeten doen. Er zal hulp en ondersteuning moeten komen.

Centrum voor Bijbelonderzoek: “Bij de leiders dient bereidwilligheid te bestaan om taken aan anderen over te dragen. Hiermee worden risico’s genomen, want de leider moet verantwoordelijkheid overdragen en heeft niet meer alles zelf onder controle. Mensen, die je vertrouwt, kunnen teleurstellen. Mozes is in deze tekst een voorbeeld van nederigheid, omdat hij bereid is correctie aan te nemen van Jetro en omdat hij durft te delegeren.”

  • Het kan echter ook zo zijn dat iemand het niet wil zien. Er zijn mensen die maar door blijven gaan, die zien dat het niet goed is voor henzelf, voor de mensen om hen heen, maar toch kiezen om te blijven doen wat ze doen. Daar heeft de Bijbel een woord voor: trots. Wat je laat zien als je maar alles zelf wil doen, is: Ik weet het beter; ik kan het beter; jullie kunnen het niet naar mijn standaard, dus doe ik het zelf maar. Ook durven die mensen vaak niet dingen uit handen te geven, ze durven anderen geen fouten te laten maken.

Spreuken 16:5 “Al wie hooghartig is, is voor de HEERE een gruwel. Hand op hand: hij zal niet voor onschuldig gehouden worden.”

Spreuken 26:12 “Heb u iemand gezien die wijs is in zijn eigen ogen? Voor een dwaas is er meer hoop dan voor hem.”

Jakobus 4:6-8 “Hij echter geeft des te meer genade. Daarom zegt de Schrift: God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade. Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. Nader tot God en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen!”

  • Als je hoogmoedig, trots, bent, ben je niet onderworpen aan God. Kijk maar naar de satan, hij was trots, hij dacht dat hij hoger kon worden dan God; kijk wat er van hem geworden is.
  • Om van de trots af te komen, zal ik, zal jij, u, uzelf moeten onderwerpen aan God, we zullen gereinigd moeten worden, door God van deze trots. God wil dat we nederig zijn, nederig net als Jezus. Hij was en is het ultieme voorbeeld van hoe een leider hoort te zijn. Hij heeft het verspreiden van Zijn Woord, van Zijn evangelie gedelegeerd naar ons!

Wat doet u? Wij hebben allemaal een blinde vlek in ons leven, een gebied in ons hart waar wij zelf de baas over zijn, een ding dat we niet kunnen delegeren. (VOORBEELD VAN MIJZELF EN KLEDING). Maar dat betekent niet dat God het daarmee eens is. God wil en zal daarmee aan de slag gaan, alleen reageren wij zoals Mozes? Hij stond open voor God, hij stond open voor Gods correctie. Of reageert u vanuit het vlees? En blijft u dingen zelf willen doen?

Calvary Chapel Hoofddorp heeft gekozen om het Mozes-model te hanteren. In Exodus 18 zien we dat het model er als volgt uitziet:

v.19-23 Mozes krijgt hier van God, via Jethro, te horen hoe hij leiding zou moeten geven aan Israël. Dit vereist van Mozes dat hij luistert, dat hij nederig is, dat hij taken gaat delegeren. Tegelijkertijd moet Mozes gewezen worden op wat zijn primaire taak is als leider/voorganger van het volk Israël.

  • “Jij moet het volk bij God vertegenwoordigen en jíj moet de zaken voor God brengen. Je moet hun de verordeningen en de wetten voorhouden en hun de weg bekendmaken waarop zij moeten gaan en het werk dat zij moeten doen. “(19-20)

Mozes krijgt hier een aantal taken van God, dingen waar hij zich vooral op moet focussen.

  • Het volk bij God vertegenwoordigen en de zaken voor God brengen
  • De verordeningen de wetten voor het volk houden
  • De weg wijzen waarop ze moeten gaan
  • Het werk dat zij moeten doen aangeven

Al deze dingen zijn door God aangegeven als de taken van de leider van Israël, en ik denk dat dit ook de taken van een voorganger van een kerk zijn.

1 Petrus 5:1-3 “De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling en getuige van het lijden van Christus en deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig; ook niet als mensen die heerschappij voeren over het erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn.”

Het woord voor ouderlingen “presbyteros”, betekent ‘onder christenen, hen die voor gingen in de kerken. Het Nieuwe Testament gebruikt de term bisschop, oudsten en presbyters door elkaar heen.’ De voorganger van een kerk is dus ook een ouderling, een oudste. Hij is alleen een oudste met specifieke taken, een met de voorname taak van onderwijs.

  • In Markus 6wordt het verhaal verteld over dat Jezus de 5000 mannen (+ vrouwen en kinderen) te eten gaf. Markus 6:39 vertelt dat voordat men te eten kreeg van Jezus, Hij de opdracht gaf dat alle mensen op het “groene gras” moesten gaan zitten.
    • De kudde van God moet op grazige weiden gebracht worden om te kunnen eten. Het is de taak van een voorganger om elke keer dat hij onderwijst, “zijn” kudde het groene gras van Gods Woord te brengen. Net zoals het manna in Exodus 16elke dag opnieuw opgeraapt moest worden, zo moet de voorganger elke zondag weer een nieuwe boodschap van God brengen. Voorgangers die een preek “van stal halen”, die een oude preek nog een keer gebruiken, voldoen op dat moment niet aan de roeping die God voor een voorganger heeft. De schapen hebben elke keer groen gras nodig, een nieuwe, een verse boodschap van God.
  • Jezus zegt in Johannes 10:11dat Hij de Goede Herder is. Jezus wil dat voorgangers medeherders zijn. Dit, en het feit dat de voorganger moet onderwijzen, wordt zeer duidelijk in de opdracht die Jezus meegeeft aan Petrus, nadat Jezus uit de dood is opgestaan. In Johannes 21:15-17 legt Jezus uit wat Hij verwacht van een onderherder, van een voorganger, ik denk ook dat dit samenvat wat God aan Mozes opdraagt in Exodus 18:19-20.

Johannes 21:15-17 “Toen zij dan de middagmaaltijd gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Weid Mijn lammeren. Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij lief? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Hoed Mijn schapen. Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen.”

Jezus draagt Petrus hier op om 3 verschillende dingen te doen.

  • Het weiden van lammeren
  • Het hoeden van schapen
  • Het weiden van schapen

Dit lijken dingen die erg overeen komen, en dat klopt. Er zijn alleen kleine verschillen in de betekenis van de woorden “weiden” en “hoeden”. Wat Jezus hier opdraagt, zijn dingen die een zeer grote verantwoordelijkheid met zich meedragen. Het is niet niks om verantwoordelijk te zijn voor de schapen van God.

  • Jezus begint met Petrus op te dragen om Zijn lammeren te weiden. Weiden betekent voeden, bewaken. Petrus wordt opgedragen door Jezus om te zorgen voor de lammeren, om te zorgen dat ze de best gevoede lammeren zijn.
    1. VanDale geeft aan dat een lam iets “kleins en teders is”. Een lam is een jong schaap, een schaap dat nog heel veel moet leren.

In de context van Johannes 21 gaat het over jonge gelovigen, over mensen die net tot geloof zijn gekomen, mensen die nog heel veel moeten leren. Jezus draagt Petrus op, net zoals Hij elke voorganger opdraagt, om extra aandacht te hebben voor de lammeren, de jonge gelovigen van Gods kerk. De lammeren moeten gevoed worden met Gods Woord, want jonge christenen zijn vaak heel open voor allerlei leer. Daarnaast moeten de jonge christenen beschermd worden, bewaakt worden. Ze moeten in de gaten worden gehouden, in liefde.

In Romeinen 14 en 2 Korinthe 11 legt Paulus uit hoe we moet jonge gelovigen om moeten gaan. Dat geldt voor iedere christen, maar zeker voor een voorganger.

  • Vervolgens draagt Jezus aan Petrus op dat hij de schapen van God moet hoeden. “Hoeden” betekent dat de schapen moeten worden aangestuurd, dat ze gevoed moeten worden, dat de voorganger moet voorzien in de benodigdheden van de ziel.
    1. Schapen zijn dom. Schapen zijn pure kuddedieren. Online las ik dat in 2006, 400 schapen in een ravijn gesprongen zijn, omdat 1 schaap probeerde om naar de overkant te springen, 15 meter verderop. Schapen zijn dom.

En toch worden wij, christenen, door God schapen genoemd. God weet wie wij zijn, God weet wat wij doen, God weet hoe wij zijn. Daarom heeft God ook heel zorgvuldig Zijn woorden gekozen, toen Hij Zichzelf de Herder noemde. Hij heeft heel zorgvuldig gekozen toen Hij ons schapen noemde. Wij zijn soms zo dom. Wij reageren zo vaak als kuddedieren, als 1 iemand beweegt, beweegt de rest mee.

Aan een voorganger de taak om ons te onderwijzen, om ons aan te sturen. Aan onze voorganger de taak om ons op het juiste pad te wijzen. Aan onze voorganger de taak om ons en onze zielen te geven wat wij nodig hebben, op het gebied van geestelijk voedsel en geestelijke aansturing.

  1. Het is dus ook de taak van een voorganger om de kerk elke keer weer duidelijk te maken dat Jezus liefde is, dat Jezus aan het kruis gegaan is voor ons. Wij moeten er van doordrongen zijn dat wij niet bij God kunnen komen, behalve door Jezus. Wij zijn zondig, wij hebben Jezus en Zijn genade nodig, iedereen die Jezus en Zijn offer niet aanneemt, gaat niet naar de hemel. Dat zijn dingen die wij moeten weten, wij moeten onderwezen worden in Zijn liefde, in Zijn genade, maar ook in de gevolgen van niet voor Jezus kiezen.
  2. Dit is een taak die niet voor veel mensen is weggelegd. Als voorganger sta je aan de frontlinie van de geestelijke strijd. Als voorganger krijg je alle problemen van mensen te horen. Als voorganger heb je geen 8 tot 5 werkdagen. Mensen bellen je midden in de nacht als zij denken dat ze je nodig hebben. Iedereen heeft een verwachting van de voorganger, iedereen heeft een mening over de voorganger. “Zijn preken zijn te lang, zijn preken zijn te kort. Zijn haar zit niet mooi, hij heeft geen haar.” Er is altijd wel iets aan te merken op de voorganger. En toch zijn er mensen, PRIJS DE HEERE, die dit ambt willen vervullen.
  • Als laatste zegt Jezus tegen Petrus dat hij de schapen van God moet weiden. De kudde schapen, de kerk, moet gevoed worden, moet bewaakt worden. Het is de taak van de voorganger en zijn medeoudsten, om de kerk te bewaken tegen invallen en aanvallen van de satan.
    1. Zoals satan in Job 1niet te herkennen was voor de engelen, zo is satan voor christenen soms ook niet te herkennen. Hier komt de voeding van de schapen naar voren. Als christenen, moeten wij zo goed gevoed zijn, door zowel eigen studie, als de studies van de voorganger, dat we het echte Woord van God herkennen. Daardoor zullen we ook het neppe kunnen onderscheiden.
      1. Aan elke christen de taak, aan jullie, jou, u, mij, de taak, om de Bijbel te lezen, te bestuderen. Om erover te praten, om het samen met anderen te lezen, etc.

Mozes had een 4-tal taken die hij van God kreeg (1)Het volk bij God vertegenwoordigen en de zaken voor God brengen 2)De verordeningen de wetten voor het volk houden 3)De weg wijzen waarop ze moeten gaan 4)Het werk dat zij moeten doen aangeven) Dit zijn ook de dingen die een voorganger moet doen.

  • De voorganger bidt voor de kudde (hij vertegenwoordigt het volk bij God)
  • De voorganger onderwijst de kudde vanuit Gods Woord (verordening voor het volk houden)
  • De voorganger wijst de kudde de weg vanuit Gods Woord
  • De voorganger wijst de kudde op het werk dat ze moeten doen, vanuit Gods Woord

De taak van een voorganger is iets dat God heel serieus neemt. God heeft zware eisen gelegd op een voorganger, 1 Timotheüs 3 en Titus 1 geven aan wat de eisen zijn die God heeft voor een voorganger.

Galaten 6:6 “En laat hij die onderwezen wordt in het Woord in alle goede dingen delen met hem die onderwijs geeft.”

Bedank Stan (af en toe) voor wat hij doet, als de preek u aanspreekt, is het fijn om dat te delen met de voorganger.

1 Thessalonicenzen 5:12-13 “En wij vragen u, broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden, u leiding geven in de Heere en u terechtwijzen, en hen uitermate hoog te achten in liefde, om hun werk. Leef in vrede met elkaar.”

1 Timotheüs 5:12 “Laat ouderlingen die goed leiding geven, dubbele eer waard geacht worden, vooral diegenen die arbeiden in het Woord en in de leer.”

Dit zijn slechts een paar verzen die gaan over hoe wij om horen te gaan met onze voorganger. Bid voor de voorganger, bid God of u hem en zijn vrouw kunt zegenen op een manier, wat voor manier dan ook. Net zoals Stan voor ons zorgt, horen wij als kerk ook voor hem en zijn gezin te zorgen.

In het model dat God aan Mozes geeft, moet Mozes op zoek naar mannen die hem zullen ondersteunen in de taken die nodig zijn. Alles wat ik net genoemd heb over wat de voorganger hoort te doen, zijn eigenlijk alleen nog maar de geestelijke zaken die bij het kerkleven horen. Dit zegt nog niks over de financiën van de kerk, over de huisvesting van de kerk, over het organiseren van dingen (als Kerst), dit zegt nog niks over het aanbiddingsteam, over de zondagschool, de crèche, over de koffie bediening, etc., etc. In een ideale wereld heeft de voorganger van een kerk daar de oudsten van de kerk voor, heeft hij daar een assistent-voorganger voor.

  • In de Bijbel wordt er ook gesproken over oudsten, over diakenen. Oudsten zijn medeleiders van een kerk, oudsten zijn mannen die kunnen onderwijzen, die een Bijbelstudie kunnen geven, maar die zich ook richten op de overige taken die binnen een kerk nodig zijn.
    • De oudsten zullen zich richten op het ondersteunen van de voorganger, op het goed laten draaien van de kerk qua bestuur. Maar tegelijkertijd zijn de geestelijke taken van de oudsten net zo belangrijk:
      • In Handelingen 15worden de oudsten van de kerk in Jeruzalem gevraagd om te helpen in een situatie tussen 2 leden van de kerk.
      • In Jakobus 5worden de oudsten opgeroepen om te bidden voor de zieken.
      • 1 Petrus 5roept oudsten op om voorbeelden te zijn in alles, dus juist ook de geestelijke zaken, voor de kerk.
      • Handelingen 6geeft aan dat de oudsten ook echt mannen van gebed moeten zijn, ze moeten de kerk dragen in gebed.

Dit zijn een aantal dingen die horen bij het ambt van oudste. De oudsten zijn, samen met diakenen, de “leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien” waar Exodus 18:21 over spreekt.

  • Het woord “diaken” betekent ‘door het vuil’, dit zijn de dienstbare leiders van de kerk. De eerste diakenen worden gekozen in Handelingen 6, dit zijn mannen “van wie men een goed getuigenis geeft, vol van de Heilige Geest en van wijsheid,”(3). Deze mannen werden aangesteld om die praktische dingen te doen, waar de oudsten niet aan toe kwamen.
    • In het geval van Handelingen 6ging het om het praktisch ontlasten van de oudsten, de oudsten waren bezig met heel andere dingen. “Wij echter zullen volharden in het gebed en in de bediening van het Woord.” (Handelingen 6:4)

Voor zowel oudsten als diakenen geldt dat, net zoals de mannen in Exodus 18, deze mensen bekwaam, godvrezend, betrouwbaar en niet uit op winst moeten zijn. Exodus 18 komt hierin volledig overeen met wat Titus 1 en 1 Timotheüs 3 onderwijzen.

 

v.24-27 Dit gedeelte geeft aan wat het gevolg is voor Israël, wat het gevolg is voor Mozes, van het luisteren naar wat zijn schoonvader te zeggen had. Mozes voert de nieuwe manier van leidinggeven in en het begint te werken (v.26).

Centrum voor Bijbelonderzoek: “Dit gedeelte bevat een indringende boodschap op het terrein van geestelijk leiderschap. Krachtige mensen, die leven in afhankelijkheid van God, worden uitgekozen om werk in de gemeente te vervullen. Wanneer ze dit doen, zal er vrede zijn binnen de gemeenschap. Door hun bijstand raken de leiders niet uitgeput.”

Nu hebben wij als kerk, als Calvary Chapel Hoofddorp, geen diakenen; wij hebben nog nooit diakenen gehad. En toch draait de kerk. Wij hebben als kerk op het moment 2 oudsten, en toch draait de kerk. De kerk draait, omdat God mensen oproept om te dienen, ongeacht of ze een titel krijgen of niet. God roept mensen op om te dienen, God roept mensen op om te bidden, om de Bijbel te onderwijzen. God is Degene die dit allemaal doet. Dit heeft niks te maken met wie wij zijn, met titels, met iets anders dan God.

Als je dit model invult met het Nieuwe Testament in handen, met mijn uitleg over de taken in gedachten, dan is dat wat Calvary Chapel als kerkelijk model ziet:

Dit betekent dat ten alle tijden Jezus Christus het hoofd van de kerk is. Kolossenzen 1:18 maakt dit ook heel duidelijk: “En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is,” Dit wordt bevestigd door Efeze 1:22 en Efeze 4:15.

De voorganger staat onder Jezus, de voorganger is degene die door God is aangesteld om de kerk te leiden. Dit leiden van de kerk moet in complete afhankelijkheid gaan van Jezus Christus. De kerk moet ook vertrouwen dat God spreekt tot en door de voorganger. Dit betekent niet dat de voorganger alles zelf beslist, overal een vinger in de pap heeft en alles via hem moet gaan.

Om de voorganger te helpen, te ondersteunen, maar ook om ideeën tegenaan te houden, zijn de oudsten en diakenen, een bestuur en mogelijke assistent voorgangers opgenomen in dit plaatje. Dit plaatje geeft niet aan dat iemand minder of meer is dan iemand anders; Stan is niks meer dan iemand anders. God heeft alleen een hiërarchie aangegeven, God de Zoon niks minder is dan God de Vader. Dit geeft alleen aan dat er een hiërarchie binnen de Drie-eenheid is, zo is er ook een hiërarchie binnen de kerk. Dat heeft niks te maken met hoe slim, hoe goed, hoe aardig, etc. iemand is, maar alleen met wat God gezegd heeft.

 

Als Calvary Chapel Hoofddorp hebben wij, zoals ik zei, 2 oudsten op het moment, Stan en Maarten. Dit betekent niet dat zij samen alle beslissingen nemen, of dat bijvoorbeeld Stan in zijn eentje allerlei beslissingen neemt. Stanley, Stan, Maarten en ik komen eens per 2 weken samen, op maandagavond, om te vergaderen over wat er in de kerk gebeurt. We eten samen, we hebben veel lol samen, maar we zijn juist ook serieus bezig met wat God voor deze kerk wil. We bespreken het welzijn van de schapen die onder onze hoede gegeven zijn, we bespreken of er dingen zijn die georganiseerd moeten worden, zoals Kerst. Maar veel belangrijker is dat we bidden voor mensen, bidden voor situaties, bidden voor elkaar, we houden elkaar scherp, we vragen elkaar naar hoe het gaat. Het is ook zo dat wij positief kritisch zijn naar elkaar, naar de ideeën die geopperd worden, we nemen nooit zomaar een idee aan of over. We bidden ervoor, we praten erover met elkaar, en als wij nemen pas een beslissing als we denken Gods wil ermee te doen.

Wat kunnen jullie met dit verhaal, wat kan de kerk met de kennis die ik jullie nu bijbreng? Voornamelijk de vraag om gebed. Bid voor onze voorganger, bid voor zijn gezin. Maar bid ook voor leiders, bid dat God leiders zal laten opstaan. Een oudste is niet iemand die vandaag binnenkomt, zegt dat hij oudste wil worden en dan volgende week is die persoon dat. Een oudste moet aan veel eisen voldoen, een oudste is iemand die heel “natuurlijk” in die rol moet komen, het moet iemand zijn die leidt, maar die ook geaccepteerd wordt door de kerk als leider.

Hetzelfde geldt voor mogelijke diakenen, ook dat is een taak/positie die niet zomaar ingevuld kan worden door Jan en alleman. Het is een positie waar in Handelingen 6 over wordt gesproken, de mannen die daarvoor werden aangesteld waren mannen die veel aanzien hadden in de gemeente. Bid dat God ons die mensen zal geven, oudsten, diakenen, assistent voorganger(s). Dat zijn de mensen die ook nodig zijn om de kerk te kunnen laten groeien. Wij als kerk, ik had het daar afgelopen week nog kort met Stan over, kunnen het nu niet aan als er 100 man bij komt. Daar hebben wij, alleen al qua leiding, niet de capaciteit voor om dat op te kunnen vangen. Bid dat God ons leiders naar Zijn hart geeft, leiders die opbouwen, leiders die God als allerhoogste in hun leven zien.

Bid alsjullieblieft ook voor nederigheid, open oren, gevoeligheid voor de leiding van de Heilige Geest voor ons leiderschapsteam.

Naast bidden voor leiders in het algemeen, kunnen jullie, maar ik net zo goed, afvragen wat God van jullie, van mij, verwacht. Wil Hij dat jij, dat u, een leider bent/wordt? Vraag God hierom.

Bidden kan alleen, bidden kan met een gezin, maar het is zeker ook zeer goed om samen met anderen uit de kerk te bidden. Dat kan op de donderdagavonden die we samen hebben, maar ook zeker vanaf 9.00 op de zondag. Ook kan je gewoon met anderen samenkomen om te bidden, niet alleen voor de kerkleiders, maar ook voor de kerk als geheel. Je kan bidden voor gemeenteleden die worstelen, je kan bidden voor ongelovigen. Gebed is superbelangrijk. Gebed is een van onze sterkste wapens als christenen. Bid alstublieft voor de kerk.

Samenvattend voor deze preek: We zijn begonnen met kijken naar Israël en toen stelde ik jullie de vraag of jij, u, ik dingen die niet goed gaan in ons leven niet kunnen zien of niet willen zien.

Vervolgens hebben we gekeken naar de taken en verantwoordelijkheden van een voorganger, de taken van een oudste en die van een diaken. Deze komen overeen met wat in Exodus 18 genoemd wordt als taak van Mozes en de bekwame mannen die hij uit moest zoeken.

Ik heb hierin ook genoemd hoe wij met onze voorganger horen om te gaan: we horen voor hem te bidden, voor hem in de bres te staan. We horen de voorganger te zegenen, in zowel geestelijke als materiële dingen. Als we iets van de preek leren, als je aangeraakt wordt door iets wat God door hem heen zegt, kan het heel bemoedigend zijn om dat een keer te noemen.

Na dit gedeelte hebben we gekeken naar hoe al deze dingen van toepassing zijn op Calvary Chapel Hoofddorp, deze plaatselijke gemeente. En als voornaamste voor jullie kwam daaruit, dat er gebed nodig is. Gebed voor de kerk, gebed voor de leiders, gebed voor nieuwe leiders. Jij, u, ik moet bidden, maar we moeten ook als kerk bidden.

Laten we deze dienst eindigen in gebed.