Niet langer slaaf van de zonde

Niet langer slaaf van de zonde

Romeinen 6:5- (17-1-2021) Niet langer slaaf van de zonde

Vanochtend pakken we de studie in Romeinen op in Romeinen 6, vanaf vers 5. Vorige week hebben we gezien dat God wil dat we in nieuw leven wandelen. Nieuwe schepping, nieuw hart, nieuw denken, nieuwe hoop, nieuwe familie; allemaal dingen die nieuw zijn, dingen waarin wij horen te wandelen als christenen.

Vanochtend gaan we verder kijken naar hoe het nieuwe leven niet samengaat met zonde, in nieuw leven wandelen is niet meer als slaaf de zonde dienen (Romeinen 6:6). Als christen ben je niet langer slaaf van de zonde

v5-6 gelijk aan Jezus in dood en opstanding

Paulus is de Romeinse christenen aan het onderwijzen over genade. Hij wil dat ze leren wat genade is, hoe genade werkt, hoe genade niet werkt; hij wil dat ze leren leven vanuit genade i.p.v. zonde. Een van de dingen die hij aan het corrigeren is, is het denken dat om genade te ontvangen je moet zondigen (v1). Dat is geen Bijbels denken (v2), maar vleselijk denken.

Toon volledige notities
  • Als christen horen we te leven in nieuw leven (v4), een nieuw leven waarin zonde niet regeert, een nieuw leven waarin zonde geen plek heeft. Dat is de gedachte die Paulus voortzet in v5.

“Want”, Paulus gaat door op de gedachte van v4, “als wij met Hem één plant zijn geworden”. Het idee dat hier uitgelegd wordt is ‘vergroeid zijn’, ‘verenigd zijn’. Het idee van een plant die vergroeid is met iets. Het idee is dat van Johannes 15.

Johannes 15:4-5 “Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.”

  • Als je gelooft, “als” (v5), ben je vergroeid met Jezus, met alles Wie Hij is. Geloof in Jezus maakt ons één met Hem, verenigd ons met Hem.

Specifiek gaat dit om verenigd zijn met 2 dingen: Jezus’ dood en Jezus’ opstanding. Door geloof in Hem is ons leven één geworden met deze dingen. We zijn “gelijkgemaakt” aan Zijn dood, aan Zijn opstanding. Dat we nu verenigd zijn met deze dingen hoort grote gevolgen voor ons te hebben.

  1. Verenigd met Jezus’ dood

Door Jezus’ dood zijn wij gestorven aan de zonde, we hebben geen straf meer om te betalen. Onze oude mens is met Hem gekruisigd (v6), met als doel dat “wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen.” Door Jezus’ dood is de straf betaalt, is onze oude mens weg, zijn wij de zonde niks meer verschuldigd.

  • Jezus’ dood heeft 3 effecten: I) het heeft de straf van de zonde al gebroken (toen we tot geloof kwamen), II) het heeft de macht van de zonde gebroken, III) het zal de aanwezigheid van zonde weghalen bij de wederkomst. Verleden, heden en toekomst is waar Jezus’ dood impact op heeft.

Deze dood zorgt ervoor dat wij niet langer gebonden hoeven te zijn aan de zonde, niet meer slaaf van de zonde zijn. We mogen nu in vrijheid leven, in Gods vrijheid.

2 Korinthe 3:17 “De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid.”

  • Door Jezus’ dood is er vrijheid, vrijheid om naar Gods wil te leven, om te zijn wie God je gemaakt heeft. God wil dat je Hem dient, afhankelijk bent van Hem; dat is pas vrijheid.
  • Zonder Jezus’ dood ben je niet vrij, maar wordt je geregeerd door de zonde. Je hebt geen andere keuze dan zondige keuzes maken; door Jezus’ dood heb je de vrijheid gekregen om voor God en Zijn wil te kiezen.

Jezus’ dood betekent dood aan onze zonde, aan onze eigen wil, aan alles dat onze oude mens wil (Lukas 9:23). Jezus’ dood aan het kruis is niet alleen vergeving van zonde (Efeze 1:7), maar ook dood aan alle oude dingen van ons leven.

  • Nieuw leven in Christus betekent dat je je niet meer kan verschuilen achter ‘zo ben ik nou eenmaal’, of ‘ik ben een work-in-progress’. In Christus is alles nieuw, heb je een nieuwe identiteit, nieuwe verlangens, etc. Jezus’ dood heeft dat allemaal mogelijk gemaakt.
  • Verenigd met Jezus’ opstanding

We moeten daar echter niet blijven hangen; we zijn ook verenigd met Jezus’ opstanding. Jezus’ dood is belangrijk, maar Zijn opstanding is minimaal net zo belangrijk. Jezus is niet dood gebleven, Hij stond op uit de dood. Zo mogen wij met Hem opstaan, om in het nieuwe leven te wandelen.

  • Zonder Jezus’ opstanding geloven we in een God Die stierf. Dat is niet iets om blij van te worden; als dat het einde is, is het een dood geloof. Maar Jezus stond op, overwon de dood en gaf daarmee leven aan allen die in Hem geloven.

Jezus’ opstanding is ons ticket naar het nieuwe leven, naar wandelen in dat nieuwe leven. Jezus is de Weg (Johannes 14:6), de Weg naar leven in opstandingskracht. Dat betekent dat we mogen leven in Gods goedheid, in Gods oneindige liefde, dat we een geweldig leven hebben om van te getuigen. Leven in Christus, leven door Zijn opstanding.

  • Zijn opstanding betekent dat we niet meer naar de oude mens hoeven te leven (v6), want die is gekruisigd. We mogen leven naar de nieuwe schepping die we zijn (2 Korinthe 5:17), we mogen leven naar alles dat God ons geeft.

In Jezus’ opstanding is ons oude leven weg en mogen we God dienen als Zijn kinderen. Door Jezus’ opstanding mogen wij met Hem opstaan (v5) en worden we door God geadopteerd als Zijn kinderen.

Romeinen 8:15-16 “Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.”

  • Zonder Jezus’ opstanding zou dit niet mogelijk zijn, door Zijn opstanding zijn wij nieuw geworden. We mogen nu dus wandelen, leven, als Gods kinderen; we zijn nu erfgenamen van God, net zoals Jezus dat is.

Kinderen van God betekent o.a. dat we geen slaven van de zonde meer zijn (v6), want we zijn nu aangenomen kinderen van God. We hebben geen meester, we hebben een Vader. Zonde is niet de baas, God is onze Papa.

Jezus’ dood was de kruisiging van onze oude mens, ons vlees en onze zonde. Jezus droeg de straf die betaald moest worden doordat wij zondigen. Zijn dood was echter niet genoeg om ook de laatste stap te doen, daarom stond Hij op uit de dood. De opstanding is ons ticket naar vrijheid in God, vrijheid van zonde, aanneming tot kinderen van God.

v7-8 Vrij van de zonde

God ziet onze situatie, Hij weet dat wij gebonden zijn door de zonde. Ons vlees, onze zondige natuur; ze houden ons vastgeketend aan de zonde. Daarom moest onze oude mens gekruisigd worden (v6), “want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.” (v7)

  • Iemand die sterft heeft geen verplichtingen meer, geen schulden, etc. alles is weg. De dood verbreekt al dat soort banden. Door te sterven zijn we de zonde niks meer verschuldigd, zowel in daden als in straf.

Barnes: “wanneer een mens sterft, is hij vrijgesteld van de macht en heerschappij van zijn meester, of hem die over hem heerste. De christen was onderworpen aan zonde voor de bekering. Maar nu is hij daar dood voor. En wanneer een dienstknecht sterft, staat hij niet meer onder de controle van zijn meester. Dus de christen, dood voor de zonde, is o.b.v. hetzelfde principe bevrijd van de heerschappij van zijn voormalige meester, zonde.”

We kunnen, door met Jezus onze oude mens te kruisigen, een nieuwe Meester dienen. Deze Meester is zowel onze God, als Vader, als Meester. Hij is de God Die perfecte liefde voor ons heeft, Die alles wat Hij doet uit liefde voor ons doet.

  • Zonde is een verschrikkelijke meester; zonde wil altijd meer, kost altijd meer. Je moet steeds verder gaan om je zondige verlangens te vervullen.
  • God daarentegen is de beste Meester die je kan wensen, want liefde is Zijn drijfveer.

1 Johannes 4:10 “Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden.”

Dat is Gods liefde voor jou, voor Zijn kinderen. Dit is Gods liefde voor iedereen die Hem nog niet kent, want iedereen mag deze liefde ontvangen, iedereen mag en kan hierin geloven.

Jezus’ dood geeft ons zoveel, Zijn leven geeft ons meer. We mogen met Hem leven (v8), wat wijst op eeuwig leven. Jezus zit nu aan de rechterhand van de Vader (1 Petrus 3:22), wat de plek van alle autoriteit is. Wij mogen, door Jezus’ werk, ook naar de hemel; wij mogen tot in alle eeuwigheid bij God zijn. Dat is wat Jezus voor ons bewerkt heeft.

  • Dit wijst echter niet alleen naar hoe we uiteindelijk zullen leven, in de hemel, maar dit wijst ook op leven hier op aarde. Dit is wandelen in nieuw leven (v4), leven zoals Jezus. Dit is het heiligingsproces waar elke christen in dit leven doorheen gaat, meer gaan handelen en wandelen zoals Jezus.

Hoe leefde Jezus dan? Want dat is hoe wij ook horen te leven, zegt Paulus.

  1. Gehoorzaam aan God

Johannes 5:19 “Jezus dan antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze.”

In alles gehoorzaamde Jezus de Vader, Hij deed precies wat de Vader van Hem wilde. In Zijn relatie met God zag Jezus wat Gods wil was, wat God de Vader Zelf deed, en dat was voor Hem de enige weg om te bewandelen.

  • Jezus ging niet in gesprek erover, ging niet onderhandelen, geen Gideonsvlies neerleggen om bevestiging te ontvangen. Jezus deed wat de Vader deed, “op dezelfde wijze”.

Dat is ook hoe jij en ik horen te leven, alles wat de Vader zegt, alles dat de Vader doet. Dat is wat wij horen te doen, dat is hoe ons leven ingericht hoort te zijn.

  1. Onder de leiding van de Geest

Lukas 3:21-22 “En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd, en dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde in lichamelijke gedaante als een duif. En er kwam een stem uit de hemel die zei: U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen!”

Jezus deed Zijn volledige bediening onder de leiding van de Heilige Geest. De Geest leidde Hem in waar Hij naartoe moest gaan (Lukas 4), wat Hij moest zeggen, etc. Door Gods Geest geleid deed Jezus Zijn werk hier op aarde.

  • Ook wij horen geleid te zijn door de Geest; de Geest hoort ons te leiden in wat, wanneer, hoe en naar wie te doen. Door de Geest geleid kan God ons gebruiken tot Zijn eer, zonder de Geest kunnen wij niks van eeuwigheidswaarde doen.

De Geest van God zal ons onderwijzen in de weg van God (Johannes 14:26), wandelen op Gods weg (Galaten 5:16), zoals Hij dat ook bij Jezus gedaan heeft. Als jij wil leven op Gods manier, als jij Jezus’ voorbeeld wil volgen, is geleid zijn door de Geest een harde voorwaarde.

  • Gelukkig mag je dit aan God vragen en woont de Geest in iedereen die in Jezus gelooft (1 Korinthe 3). Vraag God om de doop met de Geest, om Zijn leiding, zodat je net als Jezus zal wandelen zoals God dat wil.
  • Perfect in Gods ogen

1 Petrus 2:22 “Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is;”

Doordat Jezus alles deed dat de Vader zei, doordat Jezus perfect luisterde naar de Geest, leefde Jezus perfect. Hij deed alles dat goed was in Gods ogen; Jezus leefde nooit als slaaf van zonde. Net zoals met  alles dat Jezus deed, is Hij ook hierin ons voorbeeld. Dit is hoe God wil dat jij en ik leven.

  • Door het nieuwe leven dat we hebben, kunnen we leven naar de nieuwe natuur, het nieuwe denken, etc. De Heilige Geest wil ons leiden om te leven op Gods manier, heilig en rein in Zijn ogen. Dat is hoe Hij is, dat is hoe Jezus was en is, dat is hoe de kerk, jij, hoort te zijn.

Volledig leven naar wat het Woord zegt, geen verkeerd woord uit je mond. Dat is de standaard die God neerlegt, nu al voor dit leven. Alleen door de leiding van de Geest kunnen we dit doen, alleen wanneer wij sterven aan onszelf en God en Zijn Woord hoger achten dan onszelf is dit mogelijk.

Galaten 5:24-25 “Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen.”

  • Ons vlees horen we dagelijks te kruisigen, en i.p.v. door ons vlees geleid te leven, horen we geleid door de Geest te leven.

Barnes: “dit was met Christus, of door Christus. Het kan niet letterlijk betekenen dat hij met Hem gestorven was, want dat is niet waar. Maar dit betekent dat het effect van Christus’ dood aan het kruis hem dood moest maken voor deze dingen, net zoals toen Hij stierf, Hij ongevoelig werd voor de dingen van deze drukke wereld.”

  • Wij horen ons vlees over te geven aan God en het als dood te zien. Door Gods werk in ons zal Hij ons meer en meer ongevoelig maken voor de verleidingen van de wereld, en gevoeliger voor Zijn stem.
    • De keuze is aan jou om je vlees over te geven aan God, je zondige verlangens aan Hem te geven en bewust voor God te kiezen. Dat betekent dat je dingen die je veel dierbaarder zijn dan je doorhebt gaat afleggen.

Dit is de beste keuze die je kan maken, ondanks dat het soms pijnlijk is. Dit is de beste keuze, omdat het je relatie met God ten goede komt. Zonde hoort de christen niet te regeren, God hoort ons te regeren. Net als Jezus horen we vrij van zonde te leven, naar Zijn voorbeeld, door de Geest.

  • God wil heiligheid van Zijn kinderen, want Hij is heilig. Daarom is Hij, vanaf het moment dat we tot geloof komen, bezig met ons veranderen, bezig met ons heiligen.

Romeinen 6:22 “Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven.”

Christen, leef jij naar het opstandingsleven? Een leven waarin jij niet langer de slaaf van de zonde bent? Te veel christenen zijn gered, maar leven toch nog onder het juk van de zonde. Te veel christenen leven niet in de vrijheid die er in Christus is.

  • Vraag God om je te bevrijden van het juk van de zonde, om je te leiden te leven in Jezus’ opstanding. Laat God je leiden in het kruisigen van je vlees, in het doden van de zonde in je leven, zodat je volledig voor Hem zal kunnen leven.

v9 Dood heerst niet meer

Door Jezus’ werk aan het kruis heerst de dood niet meer, God regeert in ons. God is een God van leven, in Zijn perfecte schepping in Genesis 1 was er geen dood. Dood is het gevolg van zonde, niet van God en Zijn scheppende werk.

  • Toen Jezus opstond uit de dood, toen Hij de zonde en dood overwon, had de dood nooit meer macht over Hem. Hij zou nooit meer kunnen sterven, want Hij leeft nu in Gods perfectie.
    • Jezus moest naar de aarde komen, Mens worden, zodat de dood wel over Hem kon regeren. Als Hij geen mens geworden was, had Hij nooit de straf kunnen betalen. In Zijn Goddelijkheid had Hij nooit dood kunnen gaan, daarom legde Hij dat af (Filippenzen 2).

Dat is ook de situatie voor hen die in Jezus geloven als Zoon van God; de dood heeft geen macht meer over ons. Dat betekent niet dat we niet fysiek zullen sterven, door dingen als ouderdom, ziekte, etc. Dit betekent dat in Christus we nooit eeuwig zullen sterven. Jezus geeft ons leven, leven tot in alle eeuwigheid.

Romeinen 6:23 “Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.”

Dat eeuwige leven is er voor iedereen die gelooft, iedereen die gelooft in Jezus als Zoon van God. De vraag is of jij in Hem gelooft? Geloof jij dat Jezus voor jouw zonden gestorven en opgestaan is uit de dood? Heb jij om vergeving gevraagd voor je zonde, je bekeerd van je zonde en wil je nu voor Hem leven?

  • Als niet, vandaag is de dag, nu is het moment. Kies nu om te geloven in Jezus; je hoeft niet alles te snappen, je hoeft alleen te geloven. Bid tot God, geef je leven, je zonde, je alles aan Hem en je hebt eeuwig leven.

Christen, regeert zonde jouw leven nog? Leef jij nog als slaaf van de zonde? God heeft zoveel beters voor je!

  • Is er vrijheid in jouw leven? Vrijheid van zonde? Als niet, vraag God en betrek een broeder/zuster bij je strijd.
  • Leef jij net als Jezus? Gehoorzaam aan God, geleid door de Geest, perfect in Gods ogen? Dat is het leven dat God voor je heeft. Laat de Geest je leiden hierin.

Romeinen 6:21-22 “Wat voor vrucht dan had u toen van de dingen waarover u zich nu schaamt? Immers, het einde daarvan is de dood. Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven.”