Romeinen 1:5-7 Hoe dien jij?

Romeinen 1:5-7 Hoe dien jij?

Romeinen 1:5-7 Hoe dien jij?

We pakken de studie op in het boek Romeinen. Vorige keer hebben we gekeken naar de grote lijn van dit geweldige boek, naar wie Paulus is, naar zijn roeping als slaaf van God. Daarnaast hebben we gezien dat het Evangelie waar Paulus in gelooft, het Evangelie is dat God al eeuwen geleden aangekondigd heeft “in de heilige Schriften” (v2).

Vanochtend gaan we kijken naar de vraag ‘hoe dien je?’ Het antwoord op deze vraag laat zien waar je je kracht, motivatie, creativiteit, etc. vandaan haalt.

v5-6 Genade en apostelschap ontvangen

Paulus zit nog midden in zijn introductie, de opening van de brief. Hij is aan het uitleggen waar hij in gelooft en waar dat op gebaseerd is. Onderdeel van deze uitleg is dat hij laat zien wat hij ontvangen heeft door het geloven: genade en apostelschap. Dat is wat Jezus, “Hem”, gegeven heeft aan Paulus.

  • Datgene dat Jezus geeft, doet Hij op een geweldige manier. Het Grieks wijst erop dat dit een actie is ‘die geen rekening houdt met verleden, heden of toekomst’. Het is een simpel opnoemen van een feit dat door Jezus uitgesproken is.
    • Jezus wist al dat Hij Paulus zou uitzenden voor het doel dat Hij voor ogen had. Jezus wist al dat Hij aan Paulus zou laten zien hoe groot Zijn genade is en dat Paulus zou reageren. Jezus is de bron en oorzaak van zegeningen en roeping voor de christen.
Toon volledige notities

Paulus laat zien dat hij heel specifieke dingen van Jezus krijgt: genade en apostelschap. Genade is een woord dat veel christenen wel kennen, maar ik weet niet of we beseffen hoe geweldig en hoe groot dit woord daadwerkelijk is.

  • Genade komt 179x voor in de Bijbel, waarvan 109 in het NT.
  • De 1ex in het OT is Genesis 6:8, “Noach vond genade in de ogen van de HEERE.”
  • In het NT is de 1ex dat genade voorkomt in Lukas 1:30, als de engel Gabriël tegen Maria zegt dat ze niet bang hoeft te zijn, want ze had “genade gevonden bij God.”
    • In beide gevallen krijgen mensen iets dat ze niet verdienen. Noach werd gered van de zondvloed, terwijl hij ook een zondig mens was. Maria kreeg het voorrecht om de moeder van Jezus te zijn, iets wat zij ook niet verdiend had.

De technische definitie van genade is dan ook: iets WEL krijgen, dat je NIET verdient. Dit is ook de technische uitleg van wat Jezus gedaan heeft aan het kruis voor ons, Hij gaf ons Zijn leven, zodat wij nu eeuwig leven kunnen hebben. Dat verdienden wij niet, maar krijgen we wel.

Efeze 2:8-9 “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.”

  • Dat is hoe redding werkt, dat is een van de kanten van genade. Genade zorgt ervoor dat we iets ontvangen wat we niet verdient hebben; in dit geval het offer van Jezus en de redding die daarop volgt.

Maar genade gaat veel verder dan dat. Genade is veel groter dan dat. Genade gaat niet alleen om redding, genade gaat om iets dat we dagelijks nodig hebben. Paulus had het zwaar op een gegeven moment, hij had de hemel gezien, maar werd toen “met vuisten geslagen” door een engel van satan (2 Korinthe 12:7). Hij vroeg God 3x om dit bij hem weg te halen, tot hij een antwoord van God kreeg.

2 Korinthe 12:9 “Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.”

  • In de moeilijke tijd waar Paulus zat, was het beste dat God hem kon geven genade. Paulus was al lange tijd gered, maar toch was genade wat hij nodig had. Genade was wat hem door de situatie heen kon en zou dragen, genade was waar Paulus op moest vertrouwen en terugvallen.

Het is prachtig om te zien wat genade doet voor en in de christen, daarom gaan we kijken naar een aantal effecten van genade die het Woord ons geeft:

  • Gaat samen met barmhartigheid: Exodus 34:6 is het gedeelte waar Mozes Gods glorie mag zien. God doet dat door Zijn Naam uit te spreken, waarin Hij zegt dat Hij barmhartig en genadig is. Die 2 dingen horen bij elkaar.
    • Barmhartigheid is iets NIET krijgen dat je WEL verdient. Dat is de basis om genade te ontvangen. Zonder barmhartigheid, blijven wij een openstaande straf hebben bij God. Zonder barmhartigheid is genade niet toereikend, gelukkig geeft God ons daarom beide.
  • Toegang tot God: In Hebreeën 4:16 wordt elke christen opgeroepen om vrijmoedig naar Gods troon te gaan, “de troon van de genade”. Dit is geschreven aan christenen, dus heeft het niks met redding te maken. We mogen naderen tot Gods troon, omdat het de troon van genade is.
  • Identiteit: 1 Korinthe 15:10 laat zien dat we als christenen zijn wie we zijn, “door de genade van God”. Paulus geeft hier geen excuus om te zondigen, ‘zo ben ik nou eenmaal’, nee hij heeft het over zijn God-gegeven identiteit als apostel. Iedere christen heeft een identiteit van God gekregen, die hebben we in en door genade ontvangen.
  • Training: Genade redt eerst, daarna traint het ons (Titus 2:11-14) om goddeloosheid en de wereld af te leggen. Genade laat ons zien hoeveel beter Gods weg is, hoeveel onze redding gekost heeft en dat het daarom zo belangrijk is om voor God te leven. Genade brengt ons ook weer terug bij God; niet veroordelend, maar juist liefdevol.
  • Nederigheid: Genade houdt je klein (Jakobus 4:6), want je ziet in dat je het zelf niet verdient of kan. Door genade zie je hoe afhankelijk je bent van God en Zijn werk, Zijn liefde, Zijn goedheid. Genade houdt je als mens nederig en klein, omdat je God ziet.
  • Laat Gods karakter zien: Psalm 103:8 laat zien dat barmhartigheid en genade eigenschappen van God Zelf zijn. Genade omschrijft iets van Gods karakter, van Wie Hij is, wat Hij doet, hoe en waarom Hij dingen doet. Door genade leren we God beter kennen.

Morris: “Gods genade voor Zijn mensen is voortdurend en is nooit op. Genade kent geen onderbrekingen en geen limiet”

Genade is zo groot, is zo breed, het zal ons de eeuwigheid kosten om de grootte, de hoogte en de diepte van Gods genade te leren kennen. Dat is wat we volgens Paulus mogen ontvangen als christenen, dit is waar we God om mogen vragen.

  • Je mag God vragen om genade te leren kennen, je mag Hem vragen om meer en meer te zien wat genade is, wat het doet, hoe geweldig het is, etc. Te vaak vragen we God niet om dingen, terwijl Hij juist wil dat we Hem vragen.

Naast genade, zegt Paulus, hebben we nog iets ontvangen, namelijk apostelschap. Hij zet het ook in deze volgorde, want er was eerst genade en daarna pas iets anders. Het is genade dat wij mensen iets als apostelschap mogen ontvangen. In het geval van Paulus gaat het dit om iets heel specifieks.

  • Paulus was een door God aangewezen apostel; in zijn geval betekende dat dat hij gebruikt is door God om het Woord op te schrijven, dat hij apostolisch gezag had. Dat zijn Bijbelwoorden om te zeggen dat Paulus’ woorden meer gezag hebben dan die van ons, vandaag de dag.
    • Paulus was door God gezonden om kerken te planten, mensen tot geloof te brengen en om het Woord te schrijven. Dat laatste maakt Paulus, en de overige apostelen, anders dan wij.
    • Wij zijn ook apostelen, in de zin van uitgezondenen door God. Wij hebben echter niet het apostolisch gezag van een Paulus, Petrus, Johannes of Jakobus. Niemand heeft dat gezag meer, sinds de 1e apostelen overleden.
  • Tegelijkertijd betekent het woord apostel niks meer en niks meer minder dan dat je gezonden bent door iemand. Een apostel van God, is iemand die door God uitgezonden is met een missie.
    • De missie voor de kerk is als volgt:

Mattheüs 28:19 “Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.”

Deze opdracht is voor elke christen, deze opdracht horen wij allemaal uit te voeren. Dit maakt ons allemaal apostelen, in de zin van dat wij ook uitgezonden zijn, in de tijd en wereld waarin we leven, om mensen over Jezus te vertellen.

De missie is voor iedereen gelijk, de doelgroep verschilt per persoon. Wij hebben allemaal van God een getuigenis gekregen (hoe zijn we tot geloof gekomen en wat doet God nu), mensen die we tegen komen, mensen die we kennen, etc. Al die dingen vallen onder ons zendingsveld, al die mensen horen wij voor te bidden en naar te getuigen van Wie Jezus is en wat Hij gedaan heeft.

  • In alles was Paulus gericht op het verspreiden van het Evangelie, het goede nieuws over Jezus. Continu ging hij naar de synagoge om de Joden te bereiken en naar de plekken waar heidenen samen kwamen om met hen over Jezus te praten.
  • Een voorbeeld hiervan is dat Paulus in Athene naar de Areopagus gaat, een plek waar de filosofen van die tijd samenkwamen (Handelingen 17:16-34). Paulus sprak op een manier die hen aansprak, zonder af te doen aan Zijn geloof in Jezus. Paulus gebruikte voorbeelden die ze herkenden, om ze te laten zien Wie de “Onbekende God” (v23) was.
    • Jij hebt een bijzondere en belangrijke taak van God gekregen. Zoek jij naar manieren om die taak uit te voeren? Ik ken jouw situatie niet, maar ik weet wel dat God jou kan en wil gebruiken om Zijn Woord te verkondigen. Vraag God om je openingen te geven om Zijn Woord met mensen te delen; je zal verbaasd zijn over hoe God dat gaat doen.

De dingen die de kerk ontvangt, genade en apostelschap, hebben een doel; ze zijn gegeven “tot geloofsgehoorzaamheid”. Letterlijk spreekt Paulus hier over ‘gehoorzaamheid aan het geloof’, of ‘gehoorzaamheid en onderwerping aan het geloof’. Zowel genade als apostelschap zijn erop gericht dat we als christenen zullen doen wat we geloven. Dat we doen wat God zegt, dat we doen wat de Bijbel zegt.

  • Geloofsgehoorzaamheid is een belangrijk punt, want onze daden horen te laten zien wat we zeggen. Onze daden horen te bewijzen wat de woorden zijn die we zeggen. Geloof zonder werken is dood (Jakobus 2:17), geloof komt tot uiting in werken.
    • Er is weinig erger dan iemand die zegt christen te zijn, maar die dat op geen enkele manier laat zien in daden. Op die manier wordt er zoveel schade gedaan aan hoe mensen naar Jezus kijken, naar het christelijk geloof kijken.
    • Jouw en mijn daden hebben de potentie om mensen naar Jezus toe te brengen, maar ook om ze van Hem af te houden. De dingen die jij en ik doen en laten, zijn van groot belang. Niet alleen voor onszelf, maar juist ook voor ons apostelschap. En dat is waarom we Gods genade zo hard nodig hebben.

Zonder Gods genade kunnen wij niet de daden doen die wij moeten doen. De daden van het christendom zijn de daden van Jezus. Doen wat Jezus deed kan alleen als God bovennatuurlijk ingrijpt, o.a. met genade. Zonder Gods werk, zonder genade van God zullen wij nooit geloofsgehoorzaamheid kunnen betonen.

  • Alle dingen die God van ons vraagt, zijn onmogelijk. Hij vraagt namelijk niet alleen om goede daden, maar ook dat we die doen om Hem te behagen (1 Thessalonicenzen 2:4). Hij vraagt niet alleen om die reden achter onze daden, maar ook dat ons hart oprecht is in die daden (Romeinen 12:9). En Hij wil dat we dit naar iedereen doen, ook hen die ons niet aardig vinden, het niet met ons eens zijn en ons zelfs haten.
  • Dat zijn daden zoals Jezus; Hij gaf alles van Zichzelf, voor Zijn vijanden (Romeinen 5:8). Hij had lief tot het einde (Johannes 13:1), ook hen die Hem verraadden. Jezus is het ultieme voorbeeld van geloofsgehoorzaamheid; Hij is de lat, de standaard.
    • Zijn voorbeeld hoort elke christen te volgen, in woorden en daden, in genade en apostelschap leven.

Jouw en mijn daden horen overeen te komen met ons geloof. Ons geloof wordt bepaald door wat de Bijbel zegt, dan horen onze daden ook overeen te komen met wat de Bijbel zegt. De Bijbel is de lat, de standaard, de plek om erachter te komen of je leeft in geloofsgehoorzaamheid of niet. Alleen de mening van de Bijbel is belangrijk, niet die van mensen.

Deze genade, apostelschap en geloofsgehoorzaamheid zijn “ter wille van Zijn Naam”. Alles dat Paulus doet, krijgt en heeft is tot eer van God. Paulus gaat naar de heidenen toe om hen over Jezus te vertellen, niet om zelf eer te ontvangen, maar “ter wille van Zijn Naam”. Dat is zijn motivatie, dat is waarom hij dit doet.

  • Paulus gaat naar de heidenen (v6), niet-Joden, om hen over Jezus te vertellen. De Romeinen zijn heidenen, zoals de meeste van ons. Het geloof is “eerst voor de Jood, en ook voor de Griek” (v16). Dat betekent dat het chronologisch, als je er een tijdlijn van maakt, eerst bij de Joden kwam en daarna pas bij de rest.
  • Jood en niet-Jood hebben Jezus even hard nodig. Allebei zijn ze geliefd door God, allebei zijn ze zondaars die redding nodig hebben. Paulus was geroepen naar de heidenen, wat een taak was die hij vol passie, vol van Gods liefde uitvoerde.

Paulus wist ook dat hij te maken had met “geroepenen van Jezus Christus” (v6). Deze mensen hadden over Jezus gehoord en Zijn boodschap, liefde en offer aangenomen. Dat maakt hen geroepenen van God, mensen die de boodschap die naar ieder mens gaat, aannemen en geloven.

v7 geliefden van God

Deze groep “geroepenen van Jezus Christus” (v6), zijn ook “geliefden van God en geroepen heiligen” (v7). De kerk in Rome moest weten wie ze waren en door wie. Voor te veel christenen is hun identiteit niet afhankelijk van wat God zegt, maar van wat mensen denken en vinden. Te vaak is de wereld nog van grote invloed op wie we denken te zijn, i.p.v. dat we onze waarde en identiteit halen uit Gods Woord.

  • Paulus zegt dat de kerk bestaat uit geliefden van God; letterlijk gaat het hier over mensen die geliefd zijn met agape liefde. Dit betekent zo ontzettend veel, vooral ook door hoe Paulus dit opschrijft.
    • God zegt door Paulus heen dat Hij onvoorwaardelijk van de christen houdt. Hij houdt  van jou met een Zichzelf opofferende liefde, een liefde die je ook krijgt wanneer je het niet verdient.
    • Paulus zegt dat we geliefd zijn; hij maakt hier een flink statement. Alle christenen, alle mensen die in God geloven zoals de Bijbel dat leert, zijn geliefd.
      • Wat je ook doet, wat je ook gedaan hebt, wat je ook gaat doen; God houdt van je.
      • Waar je ook vandaan komt, wat je afkomst is; God houdt van je.
      • Of mensen je nou zien staan of niet; God houdt van je.
      • Of je het zelf aanneemt of niet; God houdt van je.

Dit is zo belangrijk om aan te nemen, dit is iets om als Bijbelse waarheid te weten en te leren kennen. God zegt dit, Hij belooft dit aan Zijn kinderen. We zijn geliefd, we zijn Zijn geliefde kinderen. Dat is een waarheid waar je je aan vast mag houden, een waarheid die niet weg zal vallen. Dit is Gods hart voor de kerk, Gods hart voor de christenen, Gods hart voor jou.

  • Satan gaat dit proberen onderuit te halen, zeker nadat je gezondigd hebt. Maar dan mag je leren staan op wat Gods Woord zegt, je mag dan leren om meer op Zijn Woord te vertrouwen dan op iets/iemand anders. God is altijd perfect betrouwbaar, Hij spreekt altijd de waarheid, ook hierover.
    • Wanneer de vijand je aanvalt, spreek hardop uit dat Gods Woord zegt dat je geliefd bent. Je mag leren om Gods waarheid tegenover de leugen van de vijand te zetten. Dat is wat je nodig hebt, meer van Gods waarheid in je hoofd en je hart. En de waarheid is dat je geliefd bent.

Daarnaast ben je een geroepen heilige. Paulus wil dat de kerk doorheeft dat ze geroepen zijn en dat God hen specifiek aangewezen heeft om een heilige te zijn. Dat betekent niet dat de christenen in Rome allemaal een halo boven hun hoofd hadden.

Spurgeon: “Deze gelovigen in Rome werden ‘heiligen’ genoemd. Ze werden niet geroepen omdat ze heiligen waren, ze werden heiligen door die roeping.”

  • De roeping die elke christen heeft is om heilig te zijn, net als God (1 Petrus 1:15-16). Heilig zijn is de enige weg naar een relatie met God hebben, want God is perfect heilig. Elke christen heeft de heiligheid van Jezus ontvangen, op het moment dat we ons leven aan Hem gaven.
    • Dit is misschien iets dat we niet altijd laten zien, maar dit is wel hoe God ons ziet. Romeinen 1:7 is vanuit Gods perspectief: geliefd en heilig. Dat is wie jij bent in Jezus Christus; dat is wat het Evangelie bewerkt in jouw en mijn leven. Dat is waar jij op mag staan, als vaste en zekere identiteit.

Tegen deze christenen zegt Paulus “genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.” Dit is de standaard begroeting die Paulus gebruikt, altijd genade en dan vrede. Dat is belangrijk, want vrede is iets waar veel mensen naar zoeken. Paulus geeft ons hier de weg naar vrede: door genade.

  • Het is ook nog eens zo dat dit cadeaus zijn van God en van de Heere Jezus. Genade is o.a. dat Jezus voor ons gestorven is, waardoor elk mens nu vrede van en vrede met God kan hebben. Dat is hoe groot Zijn liefde voor ons is. Dat is hoe groot die genade is.
    • Niemand zal vrede hebben, zonder dat ze eerst genade hebben. Dat is een wet die Paulus ons hier laat zien. En dit is ook weer iets waar we op kunnen staan: God heeft ons genade gegeven, Hij heeft ons vrede gegeven. Dat is waarheid om zeker en vast op te staan.

Vrede van God, vrede met God; allebei zijn ze nodig, allebei zijn te vinden in Jezus. De vraag is waar jij je vrede in zoekt, in Gods genade of in iets anders? Paulus opent elke brief hiermee, omdat hij weet dat we hieraan herinnerd moeten worden. Alleen Gods genade kan de mens brengen tot het punt dat we echte vrede ervaren, vrede zoals God dat bedoeld heeft.

  • God kan en wil je dit geven, je mag Hem er om vragen. God de Vader en God de Zoon, Jezus Christus, zijn de gevers hiervan; de Heilige Geest getuigt daarvan als Schrijver van het Woord (2 Petrus 1). Vraag Hem hierom, zodat je de rust zal ervaren die Hij beloofd heeft.

Het is dan wel van belang de je gelooft in Jezus. Alles waar Paulus het over heeft in dit gedeelte, is gebaseerd op het Evangelie; het goede nieuws dat Jezus naar de aarde is gekomen om jouw en mijn zonde te dragen. Het goede nieuws dat wij allemaal zondaren zijn, die redding nodig hebben; redding die in Jezus te krijgen is.

  • Geloof en je zal gered worden (Handelingen 16:31), geloof dat Jezus de Zoon van God is (Johannes 20:31). Dat is wat er nodig is, dan ben je gered. Geloof, beken tegen God dat je een zondaar bent die Zijn genade en vergeving nodig hebt, en je hebt eeuwig leven.

Voor jullie die al geloven, God wil net als bij Paulus dat genade en apostelschap in jouw leven duidelijk aanwezig zijn. Dat genade haar werk in jouw hart, gedachten en leven zal gaan doen. Zodat je meer op Jezus zal lijken en meer naar Zijn wil zal leven.

  • Vraag jij God wel eens om genade? Vraag je Hem om genade te laten regeren in jou?
  • Leef jij als de apostel die je bent? Zoek je naar manieren om je geloof met mensen te delen?
  • Is geloofsgehoorzaamheid iets wat jij belangrijk vind? God vindt van wel.
    • Laat God bepalen hoe je leven eruit ziet, wat je doet, hoe en waarom; zodat je leven volledig op Hem gericht zal zijn en je zal leven tot Zijn eer.