Romeinen 2:1-10 Het Evangelie voor de rechtvaardige

Romeinen 2:1-10 Het Evangelie voor de rechtvaardige

Romeinen 2:1-10 Het Evangelie voor de rechtvaardige

Vorige keer hebben we Romeinen 1 afgemaakt. We hebben toen gezien wat God zegt over mensen die Hem bewust afwijzen, mensen die beter weten en toch tegen Hem kiezen. Paulus sprak over het gevolg van God zo afwijzen, wat o.a. te zien is in het normaal vinden van zonde en dat dat komt doordat God de mens laat gaan in hun zonde (Romeinen 1:24).

Paulus is bezig om een zaak te maken dat alle mensen zondaars zijn, die redding nodig hebben. Hij is aan het toewerken naar Romeinen 3:19

Romeinen 3:19 “Wij weten nu dat alles wat de wet zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de wet zijn, opdat elke mond gestopt wordt en de hele wereld doemwaardig wordt voor God.”

  • Dat is het punt wat Paulus aan het opbouwen is, zoals in een rechtszaak. Hij is bezig met laten zien dat alle mensen zondaars zijn en hij was begonnen met de onrechtvaardige mens, de mens die God bewust afwijst.

Vandaag gaan we kijken naar Romeinen 2, waarin Paulus een switch maakt. Vanaf Romeinen 2:1 gaat hij tegen een andere groep mensen praten, een groep die Jezus net zo hard nodig heeft als de onrechtvaardigen in hoofdstuk 1. Het Evangelie voor de ‘rechtvaardige’.

Toon volledige notities

v1-3 Anderen oordelen

De mensen die Paulus nu aan gaat spreken, waren erg blij met zichzelf, vooral met het feit dat zij niet zo slecht zijn als de mensen uit hoofdstuk 1. De groep in Romeinen 2, waarschijnlijk Joden, waren mensen die een besef hadden van wat Bijbels juist en niet juist was. Alleen was hun houding doorgeschoten in het oordelen van de ander. Ze vonden zichzelf ‘rechtvaardig’.

Paulus zegt (v1) dat deze mensen niet te verontschuldigen zijn, er is geen verdediging mogelijk voor deze mensen. Direct gooit Paulus de zelf-ingenomen mens op dezelfde hoop als de onrechtvaardige mens uit hoofdstuk 1.

  • De houding van de Jood en andere zichzelf-beter-vindend-dan-de-ander is dat ze blij zijn dat ze beter zijn dan… en zeker niet zo slecht als… Hiermee oordelen zij mensen, hiermee begaan zij zelf een zonde, namelijk trots.

De groep mensen die aangesproken wordt door Paulus oordeelt de andere groep, zegt dat ze zondaren zijn. En ze hebben gelijk, o.b.v. Gods Woord hebben deze mensen gelijk; iedereen in Romeinen 1 is een zondaar die redding nodig heeft. Tegelijkertijd bewijzen de mensen uit Romeinen 2 dat zij ook zondaren zijn, doordat zij oordelen.

  • Hun oordeel is een bevestiging van hun eigen zonde, ze veroordelen zichzelf; ze doen namelijk dezelfde dingen. Door hun oordeel laten ze zien dat ieder mens zondigt, hoe goed je jezelf ook vindt.
    • Dit is waar Paulus naartoe aan het werken is, dat alle mensen doemwaardig zijn voor God (Romeinen 3:19). Dit is zo’n belangrijk punt, juist ook voor mensen die denken dat ze alles wel goed doen en dat hun daden wel mee vallen.

Vaak is het zo dat we onze eigen zonden bij iemand anders erger vinden dan bij onszelf. Als iemand anders doet wat wij doen, vinden we die persoon echt een vreselijke zondaar, terwijl als wij die zonde begaan er een goede reden voor is. Bij God werkt dat niet zo, bij God is zonde zonde; bij God is elk mens een zondaar. Dat is wat Paulus aan het bevestigen is, aan de hand van het gedrag van de mens.

God oordeelt zonde (v2); dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. God is rechtvaardig (Deuteronomium 32:4); Hij zal alles doen “in overeenstemming met de waarheid”. Het zal dus nooit zo zijn dat God iemand oordeelt die het niet verdient; God zal altijd in perfecte waarheid en rechtvaardigheid de mens oordelen.

  • In deze onrechtvaardige wereld is dat een hele geruststelling. Tegelijkertijd stelt jou dat voor de vraag of er iets is dat jou te oordelen maakt; oftewel, ben jij naar de standaard van de Bijbel een zondaar? Als het antwoord ‘ja’ is, en je geloof nog niet in Jezus, dan is vandaag je kans om niet langer veroordeeld te worden. Door in Jezus te geloven kan je jouw zonde inruilen voor Zijn rechtvaardigheid.

2 Korinthe 5:20b-21 “Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.”

Dat is wat God voor de mens heeft, maar dan moet je wel in (willen) zien dat je een zondaar bent die redding nodig heeft. Want (v3), niemand zal aan Gods oordeel ontsnappen; iedereen is schuldig t.o.v. Gods standaard van perfectie. Iedereen is een zondaar; misschien ben jij een goede zondaar, misschien ben je een slechte zondaar, maar ieder mens is een zondaar.

  • Gelukkig houdt God van zondaren (Romeinen 5:8), gelukkig heeft God voor de oplossing van ons probleem gezorgd.

Johannes 3:16-17 “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.”

v4-5 God oordeelt juist

De mens die zichzelf rechtvaardig vindt, moet net zo goed weten dat hij/zij een zondaar is als de mens die dat niet vindt. Paulus spreekt vanaf Romeinen 2:1 tot de Joden, omdat zij een trots volk zijn. God ziet de houding van hun hart en is daar niet blij mee; datzelfde geldt voor ieder ander mens die trots is, die zichzelf rechtvaardig vindt. Zowel Jood als niet-Jood zijn zondaren, zowel Jood als niet-Jood hebben Jezus nodig.

Paulus wil dat deze mensen inzien (v4) dat God met hen bezig is, net als dat Hij bezig is met de onrechtvaardige. Voor ieder mens is er Gods “goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld”; ieder mens ontvangt deze dingen van God, hoe goed of slecht ze ook zijn als zondaren. God gebruikt deze dingen namelijk om de mens tot bekering te brengen.

  • Rijkdom: het Grieks wijst op overvloed, grote rijkdom van iets.
  • Goedertierenheid: Gods goedheid. God is goed en dat is hij in overvloed; Hij is rijk in goedheid, elke dag weer.
    • God is goed, Hij vergeeft onze zonden uit het verleden.
  • Verdraagzaamheid: God heeft zoveel zelfbeheersing, Hij verdraagt ons en de dingen die we doen. Hij is rijk aan verdraagzaamheid, Hij verdraagt elk mens op de aarde.
    • God verdraagt onze zonde uit het heden.
  • Geduld: Het Grieks wijst hier op ‘traag tot het wreken van kwaad doen’. Hij is zo rijk aan dit soort geduld, kijk maar naar het feit dat de wereld nog bestaat, terwijl er zoveel slechts gebeurt.
    • God heeft geduld met onze zonden van de toekomst.

Al deze eigenschappen van God zijn bedoeld om de mens naar Zichzelf toe te trekken, Hij wil dat ieder mens tot bekering komt (1 Timotheüs 2:4). Zijn karakter, Zijn gedrag laten de mens zien dat God goed is.

Barnes: “De manifestaties van Zijn goedheid komen in elke vorm; in de zon en het licht en de lucht; in de regen, de rivier, de douw druppel; in eten, kleren en huis; in vrienden en vrijheid en bescherming; in gezondheid en vrede; en in het Evangelie van Christus en de offers van het leven; en op al deze manieren doet God op elk moment een beroep op Zijn schepselen. Hij zet voor hen neer hoe groot het kwaad van ondankbaarheid is en smeekt Hij hen om om te keren en te leven.”

  • Dat is Wie God is, dat is Zijn karakter. Zo goed, liefdevol en genadig is God. Het is genade dat elke dag de zon opkomt, het is Zijn liefde dat de aarde niet zo dichtbij de zon staat dat we verbranden. Het is barmhartig dat we niet bij elke zonde die we begaan een bliksemschicht uit de hemel krijgen.
    • God doet zoveel dingen om te laten zien dat Hij bestaat, dat Hij echt is. Dat de mens Hem nodig heeft, dat ook de ‘rechtvaardige’ het Evangelie nodig heeft. God wil niet dat iemand verloren gaat (2 Petrus 3:9), Hij wil dat iedereen gered wordt (1 Timotheüs 2:4).

Dit is dezelfde God Die in Romeinen 1:18-32 heel duidelijk is over wat wel en niet zonde is; het is ook Zijn goedheid dat Hij de mens hierop wijst. Het is Zijn geduld dat Hij ons op dingen wijst en nog een keer, en nog een keer, en nog een keer… Hij houdt zoveel van elk mens, Hij blijft aan ons hart trekken, tot het moment dat we komen te sterven. Dat is Zijn hart, Zijn goedheid, Zijn liefde voor jou en voor mij.

Hosea 11:4a “Ik trok hen met menselijke touwen, met koorden van liefde.”

De ‘rechtvaardige’, de zelf-ingenomen persoon heeft dit echter niet door (v5). Hun harten zijn hard en onbekeerlijk; en de daden van hun hart hopen “toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God.” Het maakt voor God niet uit welke zonde, zonde verdient oordeel; het maakt niet uit hoe goed jij jezelf vindt, het gaat erom wat God vindt.

  • Het hart van deze ‘rechtvaardige’ laat zien dat ze het Evangelie net zo hard nodig hebben als de onrechtvaardige uit Romeinen 1. De daden van de zelf-ingenomen persoon, de religieuze persoon, laten zien dat ze Gods liefde en Gods genade niet begrijpen. Hun hart is als volgt:
    • Hard: het Grieks wijst op ‘hard, koppig, hardnekkig, ongevoelig’. Dat is de staat van het hart van de mens die Gods liefdevolle goedheid afwijst. Dat hart is koppig, wil niet buigen voor God, ongevoelig voor alle uitingen van liefde die Hij laat zien.
    • Onbekeerlijk: hier wijst het Grieks op ‘niet toegeven aan het veranderen van gedachten, niet willen bekeren’. Dit wijst erop dat je beter weet, maar daar niet naar handelt; je wil je niet afkeren van de zonde en naar God toe keren.

Het woord voor bekeren is metanoeō, Romeinen 2:5 is a-metanoeō, niet-bekeren. Het Grieks voor bekeren heeft een heel specifieke betekenis. Het gaat om ‘anders denken, hetzelfde denken’; in de context waarin dit woord gebruikt wordt, gaat het om ‘hetzelfde denken als God over zonde’. Dat is wat bekering is, dat is waar de Bijbel de mens, ook de christen, toe oproept.

Handelingen 3:19 “Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere,”

  • Dit zijn Petrus’ woorden richting de Joden die luisteren in de tempel. Zij hadden Jezus nodig, zij vonden zichzelf, vaak, heel wat; ook voor de ‘rechtvaardige’ was het Evangelie nodig, was er bekering nodig. Ook zij moesten zonde gaan zien zoals God zonde ziet.

Openbaring 2:5 “Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.”

  • Jezus Zelf spreekt deze woorden tegen de kerk in Efeze, Hij waarschuwt deze kerk, de mensen waaruit de kerk bestaat, dat ze zich moeten bekeren. Ze moeten weer net als Jezus gaan denken over zonde.
    • Het is zo gevaarlijk als wij ons eigen beeld op zonde de vrije loop laten, want dan moeten we ook zelf met een oplossing komen. Als we Gods beeld op zonde aannemen, kunnen we Gods oplossing aannemen.

Wiersbe: “Bekering is niet hetzelfde als ‘boete doen’, alsof we een speciaal offer moeten brengen richting God om te laten zien dat we oprecht zijn. Echte bekering is toegeven dat wat God zegt waar is en omdat het waar is, van gedachten veranderen over onze zonde en onze Redder.”

De mens die neerkijkt op de onrechtvaardige, heeft zelf bekering nodig. Deze mens heeft Gods blik op zonde nodig, niet hun eigen blik. Zolang hun eigen blik op zonde overeind blijft, is het enige resultaat Gods oordeel.

  • Jezus’ eerste komst was om de wereld te redden, door het kruis. Jezus’ 2e komst zal zijn om de wereld te oordelen. Als wij niet hetzelfde denken over zonde als Jezus bij Zijn terugkomst, dan zullen wij zelf de gevolgen van onze daden moeten dragen. Als wij wel hetzelfde denken over zonde als Jezus, dan heeft Hij de gevolgen van onze zonde al vóór ons gedragen.
    • Het Evangelie is wat redt, zowel voor de ‘rechtvaardige’ als de onrechtvaardige. Beide hebben Jezus nodig, beide zijn zondaars die het kruis nodig hebben.

Hoe denk jij over zonde? Hoe kijk jij naar de zonde van een ander, met trots, of met gebed, zodat de ander en jij het Evangelie zullen horen, ontvangen en leven?

v6-10 Gods oordeel

Wij mensen oordelen graag, Paulus laat ons zien hoe God mensen oordeelt. God kijkt heel anders naar zaken dan wij, Hij kijkt perfect rechtvaardig. God zal elk mens vergelden “naar zijn werken” (v6). De grondtekst wijst op ‘belonen’, in de goede of de slechte zin van het woord.

  • Wie je ook bent, wat je ook ooit gedaan hebt, ieder mens zal geoordeeld worden, beloond worden, naar je daden. Dat betekent dat elk mens langs de lat van Gods perfectie wordt gelegd, en alles zal daarmee vergeleken en vergolden/beloond worden. Dat geldt voor de ‘rechtvaardige’ en de duidelijk onrechtvaardige, hun daden zijn de basis.
    • Dat klinkt alsof redding niet door geloof is, alsof je opeens toch weer moet werken om gered te worden. In Jezus geloven, je leven aan Hem geven wordt ook als een ‘werk’ gerekend; alles wat je geleid door de Geest doet, christen, telt ook mee.

Dit principe, dat God de werken van de mens beloont/vergeldt, staat door de hele Bijbel.

Jeremia 17:10 “Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden.”

God ziet al onze daden, al onze gedachten, alles wat er door ons hart en gedachten gaat. Hij zal alles rechtvaardig oordelen, Hij zal ieder geven wat rechtvaardig is.

  • Of je nou van jezelf vindt dat je een ‘goed mens’ bent, of je duidelijk een zondaar bent; het maakt niet uit. Ieder mens zal geoordeeld worden o.b.v. daden.

Als je “met volharding het goede” doet (v7), krijg je het eeuwige leven van God. Als je “heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid” zoekt, beloont God met eeuwig leven bij Hem. Dit is de enige uitweg voor de mens, die niet gebaseerd is op geloof en Jezus’ offer aan het kruis; als jij zo leeft als v7 zegt.

  • Als dit jouw daden, jouw gedachten, jouw alles definieert, dan is er eeuwig leven voor je. Dit is namelijk hoe Jezus leefde, Hij was zonder zonde (2 Korinthe 5:21). Jezus deed altijd wat juist was, altijd wat perfect was. Hij had geen ‘cheat-day’, alles wat Hij deed, altijd, was volledig perfect in Gods ogen.
    • Dat is de reden dat Jezus aan het kruis kon sterven voor de mens. In het offersysteem dat God instelde in het OT moest het offer perfect zijn, niet de offeraar. Jezus werd het offer voor de mens, het perfecte offer.
    • Dat betekent dat wij niet perfect hoeven te zijn, wij mogen leunen op het offer. Wij mogen het offer aanbieden, als we in Jezus geloven. Wij mogen staan op wat Jezus al gedaan heeft voor ons, zodat we eeuwig leven zullen ontvangen, door Zijn werk.

v8 is de staat van elk mens die niet Jezus Christus heet, die niet de Zoon van God is. “Twistziek (…) ongehoorzaam aan de waarheid, (…) gehoorzaam aan de ongerechtigheid” Dat is wie wij zijn, wat voor mening je ook over jezelf of anderen hebt. Al ben je als de Joden en Romeinen waar Paulus aan schreef, die zichzelf beter vonden dan de onrechtvaardigen uit Romeinen 1:18-32, ook jij valt onder v8.

  • Twistziek is jezelf voor anderen plaatsen, egoïstisch zijn. Dat matcht niet Wie Jezus is, maar wel met wie wij zijn.
  • Ongehoorzaam is in het Grieks ‘weigeren om te geloven en gehoorzamen’. Dat is van nature wie wij zijn, wij weigeren God boven onszelf te plaatsen, we weigeren Zijn wil te doen.
    • We weigeren helemaal om Zijn waarheid aan te nemen, Zijn waarheid boven ons eigen denken te plaatsen.
  • Gehoorzaam is het juist wel geloven en gehoorzamen van iets, in dit geval de ongerechtigheid. Ongerechtigheid wijst op het overtreden van de wet, specifiek Gods wet.

Dat is de mens in een notendop, dat is wie wij allemaal zijn; allen zijn doemwaardig voor God (Romeinen 3:19b). Dit geldt dus ook voor de mens die zichzelf eigenlijk wel heel goed vindt, of in ieder geval niet zo slecht als…

  • Ieder mens zal vergolden worden naar hun daden, ieder mens heeft een probleem als de standaard van God langs ons leven wordt gelegd.

Ieder mens die zo is, zal “gramschap en toorn vergolden worden” (v8), “Verdrukking en benauwdheid” (v9) komen over de mens. “eerst over de Jood, en ook over de Griek”. God gaat de mens oordelen, elk mens. Elk mens moet verantwoording afleggen voor elke daad die je gedaan hebt; daar ontkom je niet aan.

  • Gods toorn, Gods oordeel over elke zonde gaat komen. En doordat onze daden niet voldoen aan de standaard van Jezus, zal dat geen leuk oordeel zijn. Paulus spreekt over
    • Gramschap, wat een boosheid is die je kan vergelijken met iets dat staat te koken; het lijkt lang rustig, maar als het kookpunt bereikt is, dan is het ook raak.
    • Toorn, woede. Woede die niet snel opkomt, maar woede die aanzwelt tot er een kookpunt bereikt is.
    • Verdrukking, druk is waar Paulus het over heeft, in elkaar gedrukt worden. Niet heel gelaten worden, maar verdrukt worden. Druk van calamiteiten die gaan komen, als beloning voor zonde.
    • Benauwdheid, het Grieks wijst op een verschrikkelijke ramp.
      • Dat is wat het oordeel van God oplevert, als Hij kijkt naar de daden van de mens. Zowel van de mens die zichzelf goed vindt, de ‘rechtvaardige’, als van de duidelijk onrechtvaardige.

Het Evangelie is er voor beide, is noodzakelijk voor beide. Dit komt “eerst over de Jood en ook over de Griek” (v9). Het Evangelie is eerst bij de Jood gekomen, ook de beloning komt eerst bij de Jood (v10), dan is het logisch dat ook het oordeel eerst bij de Jood komt. Dit zegt niks over voortrekken, dit heeft puur met wanneer het Evangelie chronologisch kwam te maken.

Voor degenen die het Evangelie aannemen, “die het goede werkt” (v10), is er “heerlijkheid en eer en vrede”.

  • Heerlijkheid wijst op een verheerlijkte staat; iets dat de christen zal ontvangen wanneer hij/zij in de hemel is bij God.
  • Eer is de waarde die iets/iemand krijgt. In Christus zijn we zo waardevol, zo geliefd, meer dan we beseffen.
  • Vrede met God, van God, in elke situatie. Dat is waar Paulus naar wijst.
    • Wie wil dit nou niet? Dit is hoe God naar de christen kijkt, naar de mens die Jezus’ offer aan het kruis aanneemt. Dit is wat God vergeldt naar de christen, dit is wat God als beloning geeft aan iedereen die in Hem gelooft.

We moeten dit goed begrijpen, God beloont de mens voor iets dat Jezus gedaan heeft. Jezus heeft perfect geleefd, Jezus heeft nooit gezondigd. Door Zijn offer kijkt God door Jezus heen naar de mens, als Hij naar ons kijkt ziet Hij Jezus. Hij ziet dan Jezus’ perfectie, Jezus’ goedheid, Jezus’ leven.

  • Het bizarre is dat de christen, die hier zelf niks aan gedaan heeft, hiervoor beloond wordt. Het enige dat de christen doet, is geloven. Dat is hoe groot Gods liefde is, hoe groot Jezus’ offer aan het kruis is; dit is hoe God naar de mens kijkt die in Hem gelooft.

2 Korinthe 5:21 “Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.”

  • Jezus werd voor ons datgene wat wij eigenlijk waren. Hij nam alle schuld, wij al Zijn glorie. Hij nam alle zonde, wij al Zijn heerlijkheid. Dit is de beste transactie die er ooit geweest is en ooit zal zijn. Dit kan alleen God bedenken en uitvoeren.
    • Dit is voor elk mens mogelijk, God biedt deze redding aan iedereen aan (Johannes 3:16). Dit is ook voor elke zonde, God sluit geen zonde uit, behalve Hem tot aan je dood afwijzen.

1 Petrus 3:18 “Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest”

  • Jezus stierf 1x, voor alle zonde, van elk mens. Dat is een feit, dat is Gods aanbod, dat is Gods liefde voor jou en mij. Dat is het Evangelie dat nodig is voor de ‘rechtvaardige’, de onrechtvaardige, voor elk mens.
    • De Bijbel leert dat we moeten geloven in Jezus, dat we moeten belijden dat we zondaars zijn en vergeving moeten vragen aan God voor onze zonde. Geloof in Jezus, dat Hij dit allemaal is, kan en doet is wat dan redt.

Voor iedereen is de vraag wat onze houding richting Jezus is; is dat er een van geloof en onderwerping? Of een andere houding? Jezus is in alles ons voorbeeld, Hij was volledig nederig richting God, volledig overgegeven. Dat zorgde ervoor dat Hij niet oordeelde, maar juist in liefde iedereen op God wees.

  • Dit is hoe de christen hoort te zijn. We horen liefde te laten zien, onze daden horen Gods goedheid te erkennen, wetende dat dat mensen tot bekering breng.t We horen goede werken te doen, geleid door de Geest. En dat alles in de wetenschap dat God een geweldige toekomst heeft voor Zijn kinderen.
    • Het Evangelie is wat jij en wat elk mens nodig heeft. God wil dat jij inziet dat het Evangelie ten eerste voor jou is, en daarna net zo voor de ander. Jij hebt Gods genade net zo hard nodig als ieder ander mens, daarom is het ook zo mooi dat Gods genade voor iedereen gelijk is.

Als jij nog niet gelooft, weet dat jij Gods Evangelie nodig hebt. Jij hebt het nodig omdat jij een zondaar bent, net als ieder ander mens. Ieder mens heeft Gods redding nodig, hoe goed je jezelf ook vindt; want ieder mens schiet tekort bij Gods standaard van perfectie. De vraag is niet hoe goed jij bent, maar hoe goed God is. Geloof in Hem vandaag, vraag God om vergeving voor je zonde en weet dat je dan eeuwig leven hebt.

Voor degenen die geloven, hoe zie jij jezelf en hoe zie je anderen? Kijk je neer op anderen, vind je hen ‘slechte zondaren’, of zie je dat je zelf ook zondaar bent, die elke dag het Evangelie nodig heeft?

  • Oordeel jij anderen?
  • Zie jij Gods goedheid, elke dag, in/ondanks alles?
  • Zie jij in dat je je elke dag moet bekeren, dat je zonde moet zien zoals God het ziet?
  • Laat de Geest je leiden in het doen van daden die overeenkomen met Gods wil. God zal je hiervoor belonen, voor het werk dat Hij in en door je heen doet.

2 Korinthe 5:17-21 “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.”