Werken voor de eenheid van de kerk – Efeze 4:1-16

Werken voor de eenheid van de kerk – Efeze 4:1-16

Vorige week hebben we 3 hoofdstukken aan theologie afgesloten. 3 hoofdstukken vol met wat Jezus voor ons gedaan heeft, 3 hoofdstukken vol van dingen om dankbaar voor te zijn. We hebben gekeken naar onze identiteit in God vinden, God beter leren kennen. Weten dat we door genade gered zijn, de eenheid van de kerk door het kruis. Jood en heiden zijn 1 in Christus en Paulus’ gebed voor de gemeente. Nu God, door Paulus, deze dingen uitgelegd heeft, is er een logisch gevolg. Paulus gaat ons laten zien dat we moeten “Werken voor de eenheid van de kerk”.

  • Oproep tot eenheid (v1-6)
  • Benodigdheden voor eenheid (v7-10)
  • Groeien in eenheid (v11-16)
Toon volledige notities

v1-6 Oproep tot eenheid

v1

Paulus begint met “Zo roep ik”. In de grondtekst gebruikt hij een woord dat wijst op een conclusie op basis van het voorgaande. Op basis van Efeze 1-3 gaat hij nu een conclusie trekken, die effect heeft op de kerk. De kerk wordt opgeroepen, letterlijk vermaant hij de kerk, om te doen wat hij daarna gaat zeggen.

Het is belangrijk dat we deze volgorde aanhouden, want wat we geloven bepaalt hoe we handelen. Daarom wil Paulus dat we eerst weten wat en waarom we geloven (Efeze 1-3), voordat hij aan de slag gaat met hoe we horen we te wandelen (Efeze 4-6). Dit is waarom doctrine, wat geloven we, zo belangrijk is. Geen goede wandel zonder de juiste onderbouwing.

Warren Wiersbe: “wat je gelooft bepaalt hoe je je gedraagt.”

  • De gevangene van de Heere roept de kerk op tot een “wandel”, oftewel een leven, die hun roeping waardig is. Deze wandel hoort waardig te zijn, gelijke waarde te hebben aan de roeping waarmee we geroepen zijn.

God roept mensen om tot Zichzelf te komen, dat doet Hij door het offer van Jezus Christus. God roept mensen op basis van het bloed van Jezus dat vloeide voor jouw en mijn zonden. De Bijbel leert ons dat elk mens een zondaar is en dat elke zonde een straf verdient. De straf voor de zonde is de dood. In Leviticus leert God dat symbolisch het leven in het bloed zit, dus dat er bloed moet vloeien om vergeven te kunnen worden. Jezus heeft die prijs betaalt voor jou en mij, Zijn bloed heeft gevloeid aan het kruis, zodat wij nu vrij kunnen zijn van de zonde en de dood. Dat is de lat waar we ons leven naast moeten leggen. Jezus had perfecte doctrine en theologie, Jezus geloofde alle juiste dingen juist. En dat zette Hem aan tot daden. Wat geloof jij en tot wat voor daden zet dat jou aan?

  • Paulus maakt het punt dat God alle mensen in de kerk talenten heeft gegeven. Allemaal hebben wij een roeping op ons leven, allemaal horen we ons door God gegeven steentje bij te dragen aan het bouwen aan de eenheid van de kerk.
    • Christen, wat doet jouw geloof met jouw daden?
    • Niet-gelovige, wat geloof jij? Wat doet dat geloof met jouw daden? God heeft zoveel moois voor je, zoveel rust, vrede, liefde, genade. Leg je zonden af, vraag Hem om vergeving en geloof in Hem.

v2-6

Paulus is ook heel specifiek waar de christen zich voor hoort in te zetten. Onze wandel, ons leven hoort bij te dragen aan “de eenheid van de Geest” bewaren. Paulus schrijft deze brief aan de kerk, de kerk bestaat uit mensen die de Geest in zich hebben wonen (1 Korinthe 6:19). Dit hoort eenheid te bewerken in de kerk, eenheid tussen kerken.

Om deze eenheid te kunnen hebben, hoort de kerk nederig, zachtmoedig, geduldig, liefdevol, beijverend en vredig te zijn. Dat zijn de eigenschappen die in elke christen horen te groeien. Dit zijn de eigenschappen van de wandel waar Paulus het over heeft.

  • Denk je eens in dat elke christen zo zou handelen, hoe anders zou de kerk zijn? Dat elke christen gericht is op de ander, gericht op het dienen van de ander. Dat niemand nadenkt over dat en hoe hij/zij gekwetst is door iemand, maar alleen handelt vanuit nederigheid, zachtmoedigheid, geduld, liefde, beijverend voor eenheid en vrede.
    • Hoe handel jij richting je medechristenen? Zijn nederigheid, zachtmoedigheid, geduld, liefde, eenheid en vrede jouw motivatie om dingen te doen? Zijn al jouw daden op deze dingen gebaseerd? Zijn jouw gedachten richting de ander hierop gebaseerd?

 

Paulus geeft ons hier de basis voor eenheid, namelijk de kennis dat we 1 lichaam zijn, 1 Geest hebben, 1 hoop hebben, 1 Heere, 1 geloof, 1 doop en 1 God en Vader van allen. Dat is de basis voor onze eenheid. Voor de lokale kerk betekent dat:

  • Één in theologie: we horen hetzelfde te geloven, op basis van hetzelfde Woord. Theologie zet ons aan tot handelen, dus moeten we de juiste dingen geloven.
  • Één in liefde: we horen elkaar lief te hebben (1 Johannes 4:7). Liefde voor de medechristen, liefde voor de kerk; allemaal omdat Christus van ons houdt. We horen Zijn liefde als drijfveer te hebben, want wij kunnen liefhebben omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
  • Één in woorden: we horen woorden van eenheid te spreken met elkaar. We horen elkaar op te bouwen, niet af te breken. Christenen horen gericht te zijn op de opbouw van de medechristen, niet op roddelen, praten over, etc. We horen de ander hoger te achten dan onszelf (Filippenzen 2:3), dus niet de ander met woorden neer te halen.
  • Één in daden: we horen elkaar op te bouwen met onze daden (1 Petrus 4:10). We horen elkaar te dienen, bij elkaar langs te gaan, bij elkaar te eten, etc.. We horen elkaar te helpen in tijden van moeilijkheden. We horen elkaar te helpen bij klusjes in huis, met alle dingen waar we elkaar kunnen helpen hoort de kerk vooraan te staan om te helpen. We horen hier allemaal proactief in te zijn onder Gods leiding.

Spurgeon: “We willen eenheid in Gods waarheid en door Gods Geest. Laat ons dit najagen; laat ons dicht bij Christus leven, want dit is de beste manier om eenheid te promoten. Verdeeldheid in kerken begint nooit bij hen die vol zijn van liefde voor hun Redder.”

  • De kerk hoort één te zijn, de kerk hoort voor elkaar te zorgen. De kerk is jammer genoeg een van de weinige plekken waar men familie aanvalt en opeet. Als christenen een broeder of zuster zien vallen in zonde, gebeurt het dat we die persoon neer drukken, extra op zonde wijzen, etc. We horen Galaten 6:1 toe te passen.

Galaten 6:1 “Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt.”

  • Paulus roept de kerk op, de kerk die nog geen 50 jaar bestond, om weer terug te gaan naar de door God bedoelde eenheid. De kerk hoort om elkaar heen te staan, voor elkaar te bidden, voor elkaar te zorgen, van elkaar te houden. De kerk hoort niet te denken aan de dingen die de ander fout doet, want dat doet Jezus ook niet. We horen elkaar lief te hebben met dezelfde liefde waarmee Jezus ons lief heeft.

Vaak weten we als christenen heel veel van het Woord, vaak kunnen we Bijbelteksten opdreunen etc. Maar is er ook een wandel die overeenkomt met die kennis? Paulus vermaant/corrigeert deze kerk dat de kennis uit Efeze 1-3 hen aan hoort te zetten tot handelen. Paulus zegt niet dat we moeten wachten tot de ander dit doet, hij roept iedereen op om dit te gaan doen. Iedereen hoort zich hiermee bezig te houden.

  • Christen: Zet de kennis over wat Jezus gedaan heeft jou aan tot handelen? Zet de wetenschap dat Jezus zoveel gedaan heeft jou aan tot daden die overeenkomen met Hem?

Wat is jouw God-gegeven taak in deze eenheid? Vraag dat aan de Heere. God wil dat jij de talenten die Hij jou gegeven heeft, inzet voor Zijn kerk. Waarom vooral de kerk? Omdat door hoe christenen met elkaar omgaan men moet kunnen zien dat we anders zijn. Johannes 13:35 onderlinge liefde hoort ons te onderscheiden. Vraag jezelf dan af hoe liefdevol jij bent en handelt naar je broeders en zusters, hoeveel jij de kerk opbouwt door je daden.

  • Als jij nog niet gelooft, je kan deel zijn van deze familie. Deze familie die voor elkaar zorgt, van elkaar houdt, etc. Het enige dat in de weg staat is jouw zonde. Jezus is naar de aarde gekomen om de straf voor die zonde te dragen, dus geef je leven aan Hem. Geef je zonde aan Hem, vraag Hem om vergeving en accepteer Zijn aanbod van eeuwig leven.

 

v7-10 Benodigdheden voor eenheid

Om deze eenheid te bewerken, hebben we iets nodig dat groter is dan wijzelf. Mensen zijn niet uit zichzelf op zoek naar eenheid, we zijn op zoek naar de factor die ons onderscheidt van de ander. Om dan toch die eenheid te hebben waar Paulus het over heeft, is er iets nodig: genade en overwinning.

  • Jezus geeft genade. Genade is iets wel krijgen dat je niet verdiend. Deze genade is nodig om eenheid te hebben in de kerk. De kerk ontvangt deze genade in de hoeveelheid die Jezus wil geven aan ons. Wij hebben geen stem in hoeveel dat moet zijn, want Hij ziet het grotere plaatje, wij niet.

De reden dat Jezus deze genade geeft, is Zijn overwinning. v8-10 gaan over het feit dat Jezus overwonnen heeft, dat Hij naar de aarde kwam en overwonnen heeft. In de tijd van de Romeinen was het heel normaal om gevangenen te bevrijden van de mensen die je overwonnen hebt. Jezus heeft ons bevrijd van de dood, van de macht van de zonde, van de satan. Hij wil ons nu allerlei cadeaus geven, zoals Zijn genade.

  • Begrijp dit goed: wij hebben een zonde probleem, wij zondigen Jezus niet. Wij zorgen ervoor dat we niet bij God kunnen zijn, want we zondigen. Het wonder zit in het feit dat vóór wij van God hielden, Hij dit offer al gaf (Romeinen 5:8). Jezus droeg de straf voor de zonden, voordat wij stopten met zondigen. Wij deden Hem nog pijn door tegen Hem te zondigen, toen stierf Hij voor jou en mij. Dat is het wonder, de overwinning waar het hier over gaat. Dat is de basis van deze genade, de basis van de eenheid. We hebben Gods overwinning over de zonde en de dood nodig voor echte, Goddelijke eenheid.
    • Christen, hoe dankbaar ben jij voor Gods genade? Hoe vaak sta jij stil bij Gods genade? Hoe vaak vraag je om meer van Zijn genade?
    • Niet-gelovige, deze genade is ook voor jou. Jezus is ook voor jouw zonden gestorven, Hij droeg ook jouw zonde, pijn en verdriet. Hij wil dat jij een relatie met Hem hebt, dat jij Zijn kind bent. Accepteer dit offer, geloof dat Jezus de Zoon van God is.

 

v11-16 Groeien in eenheid

In dit laatste stuk gaat Paulus ons uitleggen hoe God wil dat deze eenheid tot stand komt en hoe we hierin gaan groeien.

v11-12

God heeft ervoor gezorgd dat we dit niet alleen hoeven te doen of zelf uit hoeven te vogelen. Hij heeft ons de kerk gegeven, met daarin mensen met een specifieke rol. God weet dat wij mensen altijd om ons heen gaan kijken naar voorbeelden, naar leiders, etc. om te volgen. Paulus noemt hier 4 bedieningen die in de kerk horen te zijn, gericht op de eenheid en opbouw van de kerk.

  • 4 en geen 5. De bedieningen worden gescheiden door “sommigen” en “anderen”. Deze woorden geven aan waar de scheidslijn zit. Er zijn mensen die de 5-voudige bediening willen herstellen, waarbij herders en leraars uit elkaar worden gehaald. Ik geloof dat een echte herder, iemand die voor de schapen zorgt, ook een leraar zal zijn, want hij zal de schapen willen voeden. Iemand die de schapen voedt, een leraar, zal ook voor de schapen willen zorgen op basis van dat onderwijs.
    • Het Grieks linkt deze 2 woorden ook direct aan elkaar, door iets wat de Granville Sharp regel heet. Het verbindingswoord tussen “herder” en “leraar”, gecombineerd met hoe de zin in elkaar zit, zorgt ervoor dat het over 1 en dezelfde persoon gaat.

Ook is het belangrijk om te zien dat al deze bedieningen zijn “om de heiligen tot te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot de opbouw van het lichaam van Christus”. Dat is het doel van al deze bedieningen.

  • Apostelen

Apostel betekent niks anders dan boodschapper, iemand die met een bepaalde missie ergens heen gestuurd is. De 12 apostelen uit het NT hadden bijzondere autoriteit, want zij hebben de kerk gesticht, ons het Woord gegeven, etc. Vandaag de dag zijn er geen apostelen meer met die autoriteit, want we hebben nu het Woord van God.

  • Wij zijn allemaal apostelen, waar we ook zijn, om Gods boodschap te verkondigen. In de kerk kan dat zijn dat je met iemand bid, dat je op bezoek gaat bij iemand, dat je iemand in liefde aanspreekt op een zonde. Al de dingen horen bij het gezonden zijn door God.
  • Profeten

Een profeet is iemand die woorden van God doorgeeft. Paulus omschrijft profetie in 1 Korinthe.

1 Korinthe 14:3 “Wie echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost.”

Jezus was een profeet en Hij onderwees de dingen die God Hem gegeven had (Johannes 7:16). Een profeet zal alleen de dingen van God doorgeven. Er zijn vandaag de dag geen profeten meer zoals Jesaja, Jeremia, Hosea, Johannes of Jezus. Zij hadden autoriteit gekregen om Bijbelse waarheid op te schrijven, die autoriteit heeft niemand meer.

  • Er kan wel door God een vers aan iemand gegeven worden, om door te geven aan iemand anders. Dat is profetisch, want het is Gods Woord doorgeven. Dat is iets waar God jullie allemaal voor wil en kan gebruiken.
  • Ook, in sommige gevallen, zal God iets van de toekomst laten zien, voor een specifiek persoon. Alles moet getoetst worden aan het Woord, alles moet overeen komen met het Woord.
    • Doet God dit vaak? Geen idee. Heb ik dit zelf ooit mogen doen? Nee. Kan God dit doen? Zeker weten, want Hij is God.
  • Evangelisten

Het idee bij evangelisten is dat dit grote mannen en vrouwen zijn, die vele ongelovigen bereiken met het Evangelie. Paulus zet de evangelist echter in de context van de kerk, van het dienen in de kerk. De kerk heeft het Evangelie nodig, de kerk hoort mensen aan te sporen tot het brengen van het Evangelie.

  • Heel veel mensen in de kerk worden niet meer geraakt door de boodschap van het Evangelie. Dat is niet hoe dingen horen te zijn, want het Evangelie laat ons zien wat Jezus gedaan heeft, hoeveel Hij van ons houdt. Allemaal dingen die we alleen zien door de bril van het Evangelie. Elke christen heeft het Evangelie elke dag nodig, dus hebben we mensen nodig die dat Woord aan ons vertellen.
  • Ook hoort de kerk mensen aan te sporen om stappen in geloof te zetten en mensen over Jezus te vertellen, het klassieke idee van een evangelist. Dit is ook tot opbouw van de kerk, omdat God hierdoor mensen toe wil voegen aan de kerk. Het is dus ook hierin jouw en mijn taak om het evangelie aan de wereld te vertellen, wij horen evangelisten te zijn.
  • Herders en leraars

De laatste bediening is de rol van herder-leraar. In de kerk is Jezus de Opperherder (1 Petrus 5:4), Hij is de uiteindelijk verantwoordelijke voor de kerk. De mensen die Hij voor opbouw gebruikt, zijn mannen met de rol van herder-leraar. Deze mannen moeten de schapen onderwijzen en hoeden. De schapen van God moeten gevoed worden met het Woord, ze moeten groeien in het leren kennen van het Woord. De herder-leraar moet nieuwe leiders opleiden, zodat meer mensen een herder-leraar zullen krijgen. 1 en 2 Timotheüs en Titus zijn specifiek gewijd aan de herder-leraar rol binnen de kerk.

  • Deze taak is, net als de anderen, een roeping van de Heere. De Bijbel geeft in 1 Timotheüs 3 en Titus 1 aan wat de eisen aan een herder-leraar zijn.
  • De herder-leraar hoort de kerk op te bouwen, toe te rusten, zodat mensen Jezus Christus meer gaan dienen. Niet om de herder-leraar een plezier te doen. Dit dienen van Christus is, volgens Paulus, ook weer gericht “tot opbouw van het lichaam van Christus,”.

Elke hoofdbediening binnen de kerk heeft 3 doelen: 1) God verhogen, 2) de heiligen opbouwen tot dienstbetoon aan God, en 3) de opbouw van het lichaam van Christus. Als het doel anders is dan dat, dan faalt de kerk in haar taak. Jullie mogen mij challengen, uitdagen, bevragen over de dingen die we doen. Alles wat wij doen hoort God te verhogen, jullie op te bouwen tot dienstbetoon en de kerk op te bouwen. Ook hierin laat Paulus zien dat eenheid hard werken is, want dit zegt hij tegen iedereen. Iedereen hoort zicht te beijveren voor de eenheid van de kerk.

v13-14

Wij hebben het nodig om opgebouwd te worden. Paulus gaat duidelijk maken waarom: Groei.

  • Groei in de eenheid van het in de kerk. Dat kan alleen door Gods leiding, door Zijn werk in en door de kerk.
  • Groei in de kennis van de Zoon van God. Alle taken moeten mensen meer op God richten, alles moet Hem groot maken. Dat is zo’n belangrijke toets, wordt God hier groot gemaakt of een mens?
  • Groei in het volwassen worden. Het geestelijk leven wordt in de Bijbel vergeleken met de groei van een kind. Je begint als baby en wordt steeds volwassener. De kerk hoort mensen te doen groeien in geestelijke volwassenheid, alle genoemde bedieningen horen daar aan bij te dragen.
    • Anders worden we heen en weer geslingerd door alles wat mensen zeggen, zonder dat we vast staan in het Woord van God. Alle taken zijn erop gericht de kerk op te bouwen, te doen groeien in vertrouwen op en afhankelijkheid van God. Dat is waar onze focus hoort te liggen.

Als jij op zoek bent naar een kerk, dit is een goede maatstaf: wordt je opgebouwd in je geloof? Groei je in de eenheid van de kerk, kennis van de Zoon van God en wordt je er meer volwassen? Als dat het geval is, en ze zich houden aan het Woord van God, dan is dat een kerk om te blijven.

v15

Dit vers is in het NL wat ongelukkig vertaald. Letterlijk staat er: ‘De waarheid vertellend maar in liefde’. Dat is wat Paulus wil zeggen, we horen de waarheid in liefde te vertellen. Dit is ook een belangrijk onderdeel van eenheid.

  • Liefde zonder waarheid is slap en waarheid zonder liefde is hard. Dat is waarom we zowel waarheid als liefde nodig hebben.

Als christenen horen we altijd de waarheid te spreken. Alles wat we zeggen, in de kerk, op werk, tegen je man/vrouw, hoort de waarheid te zijn. Ook als we er daardoor zelf minder goed vanaf komen.

Het woord voor ‘de waarheid vertellend’ heeft ook in zich dat je Geest-geleide confrontaties aangaat, waarbij het van groot belang is mensen de waarheid te vertellen zodat ze in Gods realiteit kunnen leven en niet in hun eigen illusies.

  • Dit vereist heel veel van ons. Dit vereist een houding van complete onderworpenheid aan God, maar ook van handelen. We moeten bereid zijn om iemand te corrigeren, in liefde, om de ander te helpen in de groei richting Jezus Christus. Dit betekent dat we over onze eigen angst heenstappen, om God gehoorzaam te zijn, maar ook om Zijn liefde richting de ander te tonen.
    • Soms hebben we blinde vlekken of dingen waar we in blijven hangen. Dan hebben we een broeder of zuster nodig, die onder Gods leiding ons aanspreekt op dingen. Het Woord is heel duidelijk over het feit dat het onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is om broeders en zusters aan te spreken op dingen die niet kloppen. We mogen dat niet voorbij laten gaan, want het gaat om familie. Dit is niet het leukste om te doen, maar het is jouw taak als christen, het is jouw verantwoordelijkheid richting je broeders en zusters.
      • Dit zal zo goed zijn voor de eenheid in de kerk als we dit principe Bijbels gaan toepassen. Dit zal zoveel dingen uit de weg helpen die er tussen mensen zijn, dit gaat de kerk zo veel liefdevoller maken als we dit allemaal zouden toepassen. Vraag aan de Heere wat Hij van jou verwacht, sta open om iemand aan te spreken, maar ook om aangesproken te worden.

v16

Paulus eindigt hier met een duidelijke oproep die ook de kaders aangeeft. Al deze dingen moeten van Jezus af komen. We kunnen dit nooit op eigen houtje doen, op onze eigen manier o.i.d. Hij voegt het lichaam samen, de kerk. Hij houdt het lichaam samen, dat is Zijn werk. Jezus voegt het lichaam samen, Jezus houdt ons bijeen. Als dit van ons afhing, zonder de inmenging van Jezus, dan bestond de kerk al lang niet meer.

  • De enige manier voor de kerk om te groeien in volwassenheid, is door Jezus Christus. We horen onderworpen te zijn aan Hem, want Hij bouwt op. We horen op Hem gericht te zijn, want Hij houdt ons samen. We horen op Hem gericht te zijn, want Hij leidt. We horen op Hem gericht te zijn, want Hij redt.
    • Alles is afhankelijk van Jezus, van Zijn werk, van Zijn genade, van Zijn liefde. Dat is zo’n geruststelling, want dat betekent dat ik het niet zelf hoef te doen. Dat betekent dat ik niet zelf dingen hoef te bedenken. Dit betekent dat ik God het werk kan laten doen, ik hoef alleen beschikbaar te zijn als een stuk gereedschap in Zijn handen. De vraag is of wij beschikbaar zijn.

Als kerk horen we ons te beseffen dat we een lichaam zijn. Het lichaam werkt in perfecte harmonie samen, het lichaam zorgt ervoor dat de andere delen goed kunnen functioneren. Dat is de vergelijking die Paulus maakt voor ons. Hij laat zien dat wij allemaal de taak hebben om te werken voor eenheid binnen de kerk, allemaal moeten we ons “beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede”. God roept sommigen voor specifieke rollen, maar allemaal horen we daar door opgebouwd te worden. Allemaal horen we meer te worden als Christus.

Dit alles is alleen mogelijk door Jezus’ werk. Dit is alleen mogelijk door het feit dat Jezus Christus 2000 jaar geleden naar de aarde kwam. God kwam naar de aarde, werd een mens en leefde perfect. Dat was nodig om dat jij en ik een groot probleem hebben, zonde. Zonde is dat wat Gods standaard van perfectie overtreedt. Dat is wat een scheiding maakt tussen God en mens (Jesaja 59:2), dat zorgt ervoor dat we niet meer de relatie met God hebben zoals Hij die bedoelt heeft.

Elke zonde verdient een straf en die straf is de dood (Romeinen 6:23). Genade is het volgende:

Romeinen 5:8 “God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.”

Jezus stierf voor jouw en mijn zonden, Hij droeg de straf die bij jouw en mijn zonde hoort. Hij maakte de weg weer vrij om een relatie met God te hebben. Dat is allemaal Zijn werk, Zijn werk aan het kruis. Hij stond op uit de dood, waarmee Hij de dood overwon en Hij zit nu in de hemel aan de rechterhand van God de Vader. Dat is de overwinning waar Paulus over sprak in Efeze 4:8-10. Die overwinning is ook in jouw leven nodig, die overwinning moet jij accepteren om eeuwig leven te hebben. Die overwinning heb jij nodig om vergeven te worden van je zonden, om al je schuldgevoelens weggenomen te krijgen. Het enige dat je hoeft te doen is geloven dat Jezus de Zoon van God is. Bid tot God op dit moment, bid dat Hij laat zien Wie Hij is. Bid dat Hij jou vergeeft van je zonde, accepteer Jezus als Verlosser en Heere van je leven.

Vanochtend vieren we Heilig Avondmaal om te herdenken wat Jezus voor ons gedaan heeft. We vieren en herdenken dat Hij de straf droeg, ondragelijke pijn heeft doorstaan voor jou en mij, en dat we nu een relatie met Hem mogen hebben. Dat is waar we dankbaar voor zijn, dat is wat we herdenken.

Ga met God in gesprek wat Hij van jou vraagt omtrent de eenheid in de kerk. Ga met God in gesprek wat Hij van jou verwacht. Ga met God in gesprek over wat er misschien nog in de weg staat in jouw leven. Bid dat Hij Zichzelf zal laten zien.

1 Korinthe 11:23-26