Staan vs zitten

Staan vs zitten

“En iedere priester stond wel dagelijks te dienen en bracht vaak dezelfde slachtoffers, die de zonden toch nooit zouden kunnen wegnemen, maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had,  tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.” (Hebreeën 10:11-12) Details zijn erg belangrijk in de Bijbel. God heeft elk woord dat in de Bijbel staat gegeven, elk woord is belangrijk (2 Timotheüs 3:16). In Hebreeën wordt er een belangrijk detail gegeven over het verschil tussen de aardse en de hemelse priester: staan vs zitten.

Nu denk je misschien dat dat helemaal niet belangrijk is, maar ik wil graag laten zien waarom dit detail van groot belang is. Om dat te doen, wil ik kijken naar 2 dingen: 1) het werk van de aardse priester (staan), en 2) het werk van de hemelse priester (zitten).

Het werk van de aardse priester

In de omschrijving van de aardse tabernakel, maar ook de aardse tempel, staan veel objecten. Er moest veel gemaakt worden, veel dingen die gebruikt werden in de tabernakel en tempel. 1 ding dat je daar echter niet in zult vinden, is een stoel, of een bankje. God heeft niks gezegd over een ruimte waar de priester even kon gaan zitten om uit te rusten, bij te komen, etc. Waarom deed Hij dat, waarom is er niks voor de preister om op te gaan zitten? Omdat hun werk continu doorgaat.

Hebreeën 10:1 leert dat de offers in het Oude Testament keer op keer gebracht werden, jaar in jaar uit. Elk jaar moest men opnieuw komen om te offeren, elk jaar opnieuw het dier slachten tot vergeving (bedekking) van zonden. De reden dat dit elk jaar opnieuw moet, is “Want het is onmogelijk dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt.” (Hebreeën 10:4) Het offer van de aardse priester bracht alleen een tijdelijke bedekking van de zonden, geen complete vergeving. Het offer van de aardse priester bracht alleen reinheid van vlees, niet van geweten (Hebreeën 9:14).

Om deze reden stond de aardse priester dagelijks te dienen, met offers die de zonde nooit zouden kunnen wegnemen.

Het werk van de hemelse priester

Jezus is de hemelse Hogepriester (Hebreeën 4:14), Hij heeft Zijn werk in de hemel gedaan (Hebreeën 9:24). Hij heeft geofferd in de hemelse tempel, waar de aardse tempel en tabernakel slechts een afbeelding van waren. Hij heeft in de hemel het onmogelijke gedaan, Hij heeft eeuwige redding gebracht voor de mens.

Elk mens is zondig (Romeinen 3:23), zonde brengt scheiding tussen God en mens (Jesaja 59:2). Die scheiding kan de mens niet zelf opheffen. Daarbovenop verdient de zonde een straf, de doodstraf (Romeinen 6:23). Ook deze straf kunnen we niet zelf dragen. Daar was het offersysteem voor, iets/iemand anders droeg de straf voor de zondaar. In het Oude Testament was dat een offerdier, in het Nieuwe Testament hebben wij Jezus’ offer aan het kruis. Zijn offer is 1x gebracht, niet dagelijks en jaarlijks opnieuw. “met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.” (Hebreeën 10:14).

De hemelse hogepriester heeft 1 offer gebracht, namelijk Hijzelf, en dat offer was genoeg. Dat ene offer was, is en zal altijd genoeg zijn voor al jouw en mijn zonden. Na dat ene offer was Hij klaar met Zijn dienst als Hogepriester. Daardoor kan Hij nu zitten aan de rechterhand van God, in alle rust. Zijn werk is klaar, Hij hoeft niet meer te offeren. Jezus is 1x gestorven, het offer is 1x gebracht en dat was genoeg.

Dus?

De conclusie die we hierdoor kunnen trekken is dat God een perfect offer aan ons gegeven heeft. Hij houdt zoveel van jou dat Jezus naar de aarde gekomen is (Johannes 3:16). Hij wil dat jij en ik weer bij Hem kunnen komen. God wil dat we bij Hem komen, dagelijks in Zijn Woord, dagelijks in gebed. Hij wil dat we Hem beter leren kennen en dat we zien hoeveel Hij voor ons gedaan heeft.

Wat een genade dat we dit offer hebben gekregen, wat een liefde dat Jezus dit voor ons deed. Hij is zo goed, zo genadig, zo liefdevol. Wat een fantastisch feit dat Jezus’ werk klaar is, Hij heeft 1x geofferd en dat was genoeg. Hoe vaak sta jij stil bij Zijn offer?