De 1e stap in het christen zijn – Mattheüs 10:24-25a

De 1e stap in het christen zijn – Mattheüs 10:24-25a

De 1e stap in het christen zijn

Mattheüs 10:24-25a

  1. Nadat Jezus voor de zonden van de mensheid stierf keerde Hij terug naar de hemel, en Hij werd bij Zijn binnenkomst begroet door de engel, Gabriël.

En Gabriël zei tegen Jezus: “U hebt het allermooiste voor de mensheid gedaan dat iemand ooit voor de mensheid had kun-nen doen! Het is zelfs voor mij, een engel, niet te bevatten hoe geweldig het is wat U gedaan heeft”. “Vertel mij, Jezus: weet de wereld wel wat U voor hen gedaan hebt?”

Jezus antwoorde: “Nee, niet echt. In feite zijn er slechts een klein aantal mensen in Israël die echt begrijpen wat ik gedaan heb.

“Maar hoe gaat de rest van de wereld dan begrijpen wat U gedaan hebt?” vroeg Gabriël.

Jezus antwoorde: “Ik vertrouw erop dat, degenen, aan wie ik gevraagd heb het door te vertellen, het inderdaad door zullen vertellen. Dat zij Mijn boodschap door de gehele wereld zullen verspreiden en anderen leren het ook te doen.”

Gabriël vroeg met veel verwondering: “Maar, wat als zij dit niet doen? Wat als zij weer terug gaan naar hun carriëres? Wat als zij bang worden? Wat als zij zich inlaten met zogenaamde vrienden die hen van deze belangrijke taak afhouden? Wat als zij de wereldse dingen, zoals geld, status, aanzien, een mooi uiterlijk, of mooie spullen belangrijker vinden? Wat als zij ver-strengeld raken in zaken die hen belemmeren in het verkondi-gen van Uw boodschap? Wat als zij het dus niet doen? Wat dan? Jezus, wat is Uw alternatief plan?”

Jezus antwoorde: “Ik heb geen alternatief plan”.

Toon volledige notities
  1. Alhoewel dit een fictief verhaal is, geeft het wel de realiteit aan. Jezus heeft geen ander plan!
    1. Jezus heeft ervoor gekozen, God heeft ervoor gekozen om menselijke instrumenten te gebruiken om de wereld te laten weten wat Jezus voor hen gedaan heeft.
      1. En daarom is het christen zijn niet bedoeld om alleen maar te kunnen genieten van al het goede dat God voor ons heeft, of om gered te zijn van de hel, of dat men een geloof kan aanhangen; dat men ergens bijhoort.
        1. Het christen zijn is allereerst om een discipel van Jezus Christus te zijn.
      2. Dus, om terug te komen op mijn SMS bericht van gistermid-dag. Ik vroeg jullie: “Wat is stap nr. 1, ofwel de 1e stap in het Christen zijn?” M.a.w. wat volgt direct na het moment van de wedergeboorte?
        1. Nu, als ik uitga van wat de praktijk mij leert, dan gebeuren er verschillende dingen direct na het christen worden.
          1. Sommige mensen worden christen, maar dat doen zij op proefbasis. Zij willen het eerst uitproberen.
            1. Zij komen vervolgens naar de kerkdiensten, zij proeven hier en daar een beetje van wat het christen-dom hen te bieden heeft.
            2. Zij genieten uiteraard van de liefde die God en die Zijn kinderen aan hen geeft, maar de moeite die het hen kost om Jezus na te volgen is het hen uiteindelijk niet waard.
            3. Zij vergelijken het genot van het wereld’s leven met een leven van zelfverloochening, en komen er gauw genoeg achter dat het christendom toch niet voor hen is.
          2. Anderen worden christen maar zij bekeren zich niet ra-dicaal van hun oud, wereld’s leven. Zij willen liefst hen oude leven behouden én tegelijkertijd van de voordelen genieten die Jezus Christus hen biedt.
            1. Zij houden zichzelf vooral bezig met de vraag of iets nog mag zonder dat ze hun redding verliezen.
            2. Zij zijn niet bezig met het willen behagen van God, én zij zijn niet echt geïnteresseerd in het gehoor-zamen van God.
            3. Zij zijn v.w.b. hun eigen verlangens, hun eigen begeerten continu opzoek naar mazen in de wet; naar mazen in Gods woord.
              1. En zij staan in het christendom met de harts-gesteldheid van: “waarmee kan ik allemaal nog wegkomen zonder dat ik mijn redding verlies?”.

 

  • Anderen worden christen en horen wel van broers en zussen dat zij betrokken moeten zijn bij het gemeentele-ven, maar zij doen slechts wat zij zien als het strikt nood-zakelijke.
    1. Zij komen onregelmatig naar de kerkdiensten.
    2. Zij denken er vaak pas op zondagochtend aan, wanneer de wekker afgaat, dat zij naar de kerk “moe-ten” gaan.
    3. De rest van de week wordt er weinig gedacht over Jezus, over Zijn Gemeenteleden, en hoe zij hun bijdra-ge kunnen leveren aan het opbouwen van de gemeente van Jezus Christus.
    4. Hun leven is er niet op ingericht dat zij structureel elke zondag in de dienst aanwezig zijn omdat zij zich op zaterdag met dingen bezig houden die hen weer-houden van het vroeg op kunnen staan.
    5. Wat hun betrokkenheid met Jezus en Zijn ge-meente betreft, doen zij eigenlijk alleen iets wanneer het hen uitkomt.
      1. Helaas zijn dit veel te vaak de dingen die gebeuren, oftewel, die een gewoonte worden direct nadat iemand christen wordt.
      2. En ik ben er van overtuigd dat deze patronen, deze gewoonten tot stand komen omdat direct nadat iemand christen wordt, zij niet de juiste eerste stap zetten.
        • Dus, nogmaals, terugkomend op mijn SMS bericht van gisteren: Wat is de 1e stap in het Christen ZIJN? Wat hoort direct te vol-gen na het moment van de wedergeboorte? Laten wij lezen:

Mattheüs 28:16-20 – 16En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de berg waar Jezus hen ontboden had. 17En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden. 18En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. 19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. 20En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de volein-ding van de wereld. Amen.”

  1. In vers 19 staat wat de “grote opdracht” genoemd wordt. D.w.z. de grote opdracht van Jezus aan Zijn discipelen.

Er staat: “Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de H. Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.”

  1. In dit geval vindt ik dat de HSV het niet duidelijk vertaald heeft. De HSV schrijft “onderwijs al de volken”.
    1. De essentie van wat er in de grondtekst staat is: Maak al de volken tot Mijn discipelen, Mijn leerlingen.
    2. “Ga er daarom op uit om alle volken tot mijn discipelen te maken.” (het boek)
  2. Jezus geeft hier de opdracht aan Zijn discipelen om heen te gaan, om discipelen te maken.
    1. Jezus geeft hier niet de opdracht om mensen een verwa-terd Evangelie voor te houden om meer mensen te kunnen bereiken.
    2. Jezus geeft hier ook niet de opdracht om mensen slechts tot geloof in Jezus te brengen en hen vervolgens niet te onderwijzen, oftewel, toe te rusten in Gods Woord.
      1. Nee, want er staat ook: “hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen”.

Dus, stap nr. 1 in het christen zijn is, om direct na de we-dergeboorte, een discipel te worden.

  1. Een discipel is in bredere zin een leerling of een volgeling van een meester.
    1. De Farizeeën noemde zichzelf discipelen van Mozes. J.de Doper had discipelen. De rabbijnen hadden discipelen. De apostel Paulus, was voordat hij tot bekering kwam een discipel van een zekere Gamaliël, een vooraanstaande Joodse Rabbijn.
      1. 22:3 – “Ik ben een Joodse man, geboren te Tar-sus in Cilicië, maar opgevoed in deze stad en aan de voe-ten van Gamaliël op de meest nauwgezette wijze onder-wezen in de wet van de vaderen, een ijveraar voor God zoals u heden allemaal bent.”
        1. Paulus’ getuigenis laat zien dat een discipel een leerling is die op de meest nauwgezette wijze onderwe-zen wordt door Zijn meester.
      2. Een discipel van Jezus Christus is dus iemand die Jezus navolgt, die aan de voeten van Jezus door Hem op de meest nauwgezette wijze onderwezen wordt.
    2. En dit vereist dat de discipel zijn leven opoffert voor zijn Meester.
      1. Markus 8:34-35 – 34 Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen. 35Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie, zal het behouden. (nbv)

Hier schept Jezus de primaire voorwaarden om Zijn discipel te mogen zijn.

  1. En de eerste voorwaarde is om jezelf te verloochenen. D.w.z. dat de discipel bereid moet zijn om alles in zijn of haar leven op te geven dat hij/zij belangrijk vindt.
    1. En dat kan van alles zijn. Als ik bijvoorbeeld ‘s zondags de Heere niet kan dienen door naar de dienst te gaan, omdat ik elke zaterdagavond tot laat aan het darten ben, dan moet ik dat darten, omwille van Jezus opgeven.
      1. Zelfs voordat ik ‘s zondags een formele taak in de kerk had, zorgde ik ervoor dat ik op zater-dag niets inplande dat mij en mijn gezin in de weg kon staan om op zondag de Heere te dienen.
        • Als discipel van Jezus moet ik tegen veel andere dingen “nee” zeggen.
      2. Sommige mensen denken Jezus na te volgen ter-wijl zij er bewust voor kiezen om ‘s zondags te gaan werken waardoor zij de Heere en Zijn gemeente op zondag niet kunnen dienen.
        1. Dit spreekt niet van jezelf verloochenen, maar jezelf behagen.

 

  1. Kort nadat ik tot geloof kwam werkte Marnie nog bij een vastgoed management bedrijf en zij moest re-gelmatig ‘s zondags werken.
    1. Dit betekende dat wij niet samen als gezin de Heere konden dienen door ‘s zondags naar de dienst te kunnen gaan.
    2. Wij vroegen de gemeente om te gaan bidden dat Marnie de weekenden vrij zou krijgen. En als zij de weekenden niet vrij zou krijgen, dan zou zij simpelweg ontslag nemen en een andere baan gaan zoeken waar zij s’ zondags niet hoefde te werken.
      • God had onze gebeden verhoort en Mar-nie kreeg de weekenden vrij. Sterker nog, zij kreek zelfs een promotie en loonsverhoging.
      • Maar, als God ons hierin niet tegemoet was gekomen, was Marnie bereid, omwille van Jezus een andere baan te gaan zoeken. En dit, ondanks het feit dat zij het ontzettend naar haar zin had en ondanks dat wij 30% korting kregen op onze huur via het bedrijf.

Het mooie van het opofferen van wat je belangrijk vindt is dat God altijd iets beter in de plaats teruggeeft. God zal bij de mens nooit in het krijt staan.

  1. De tweede voorwaarde om een discipel van Jezus te mogen zijn is om je kruis op te nemen. D.w.z. dat je bereid moet zijn om aan jezelf te sterven.
    1. Heel simpel gezegd betekent dit dat je nergens recht op hebt, dat je gevoelens er niet toe doen, dat wat er door de wil van God op jou af zal komen, het jou niet raakt.
      1. Een lijk kan niet op z’n strepen staan. Een lijk kan niet gekwetsd worden. Je kunt met een lijk allerlei dingen doen, maar het raakt de persoon niet.
  • Jezus, die als geen ander de harten van mensen kent, zegt dat als je Hem wil navolgen, als je daadwerkelijk Zijn discipel wil zijn, dan kan het alleen als je jezelf en je eigen meningen niet belangrijk vindt, én als je aan jezelf sterft.

Jezus offerde ALLES op om het voor jou mogelijk te maken om met God de Vader verzoend te worden. En als Jezus, onze mees-ter alles opofferde, verwacht Hij van Zijn discipelen dat ook zij alles opofferen.

Mattheüs 10:24-42

Vers 24 – 24De discipel staat niet boven de meester en de slaaf niet boven zijn heer.

Vers 25 – 25Het moet genoeg zijn voor de discipel dat hij wordt zoals zijn meester, en dat de slaaf wordt zoals zijn heer. Als ze de Heere van het huis Beëlzebul genoemd hebben, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!