Bid om in de pas te blijven

Bid om in de pas te blijven

2024.0414 – Bid Om In De Pas Te Blijven

Wees Dienstbaar #8

Markus 1:35-39

[CC Haarlemmermeer, 14 april 2024]

Alle Schriftreferenties zijn genomen van de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders aangegeven

INTRODUCTIE

Sla alsjeblieft je Bijbel open naar Markus hoofdstuk één. Vorige keer hebben we gekeken naar de lange sabbatdag van Jezus die ‘s ochtends begon met het uitdrijven van een onreine geest in de synagoge, ’s middags doorging met het genezen van de koorts van Simon Petrus’ schoonmoeder, en na zonsondergang afgerond werd met het genezen van allen die aan Zijn deur kwamen met ziektes en demonen. Onze verzen van vandaag sluiten daar precies op aan en vertellen wat er de volgende morgen gebeurd. We kunnen het dus zien als een tweeluik, en we doen er goed aan om de situatie van die lange sabbatdag mee te nemen in hoe we onze tekst van vandaag lezen.

En die situatie was dat Jezus de vorige dag Zijn autoriteit in woord en daad had laten zien. De mensen waren onder de indruk van Zijn onderwijs en nog meer onder de indruk van Zijn autoriteit over de onreine geest die Hij met een woord uitdreef. Ze waren zelfs dusdanig onder de indruk dat het nieuws hiervan diezelfde dag nog de ronde maakte en er na zonsondergang, toen de sabbat voorbij was, een menigte voor het huis van Simon Petrus was waar Jezus verbleef, die allemaal genezing zochten van ziekten en onreine geesten. En Jezus stelde niemand teleur, maar genas hen allemaal. Dat is de situatie die voorafgaat aan onze verzen van vandaag.

Ik wil onze tekst van vandaag vanuit twee kanten belichten. Ik wil het allereerst vanuit Jezus’ perspectief bekijken, en hoe de lange sabbatdag zich voor Hem uitwerkte in deze vroege ochtend. En dan wil ik de verzen vanuit het perspectief van de discipelen bekijken, en hoe zij de acties van Jezus meenamen naar de volgende dag. Mijn hoop is dat als we dan die twee kanten naast elkaar leggen of over elkaar heen leggen en tegen het licht houden, dat we dan één beeld duidelijk naar voren zien komen.

Dus, lees met mij Markus hoofdstuk één, vers vijfendertig tot en met negenendertig.

35En’s morgens vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf Zich naar een eenzame plaats, en bad daar. 36En Simon en die bij hem waren, gingen Hem achterna, 37en toen zij Hem gevonden hadden, zeiden zij tegen Hem: Iedereen zoekt U! 38En Hij zei tegen hen: Laten wij naar de naburige plaatsen gaan, opdat Ik ook daar predik, want daarvoor ben Ik uitgegaan. 39En Hij predikte in hun synagogen door heel Galilea en dreef de demonen uit.” (Mk. 1:35-39)

Laten we bidden.

[Openingsgebed]

JEZUS ZOEKT DE VADER (35,38)

Op een koude avond in 2010 kwamen 100 marketing experts samen in een restaurant in Helsinki, Finland. Ze hadden het bescheiden doel om Finland, een afgelegen en middelgroot land, tot een wereldberoemde bestemming voor toeristen te maken. Het probleem was alleen dat Finland bekend stond als een rustig land. The experts bogen zich over de verschillende sterke punten van hun land. Het was een land vol uitstekende leraren, het had een overvloed aan wilde bessen en paddenstoelen, en een bruisende culturele hoofdstad. Maar al dit schoot volgens hen te kort als een nationale identiteit. Toen stelde iemand ‘stilte’ voor, en dat zette hen aan het denken. Een paar maanden later kwam het marketing rapport uit, met een opvallend nieuw thema: stilte. Het rapport legde uit dat de moderne maatschappij soms ondraaglijk luid en druk kan zijn. Het rapport zei, “Stilte is een hulpbron. Het kan net als schoon water of wilde bessen op de markt worden gebracht. In de toekomst zullen mensen bereid zijn te betalen voor de ervaring van stilte.” Sterker nog, mensen doen dit nu al. In een luide wereld verkoopt stilte. Je kan voor honderden Euro “noise-canceling” headphones kopen, of tegen een flink bedrag op een weeklange stilte meditatie cursus gaan. Finland zag dat het mogelijk was om letterlijk van niets iets te maken, en stilte verkopen[1].

In een luide wereld verkoopt stilte… maar dat wist Jezus natuurlijk al lang! Want wat is het dat Jezus na de lange sabbatdag deed? Wat is het dat Jezus doet na deze lange, drukke, en vermoeiende dag; je zou wellicht zelfs kunnen zeggen de drukst vastgelegde dag van Zijn leven? Hij zocht de stilte op, en ging naar een eenzame plaats. Waarschijnlijk waren er meerdere momenten geweest op de avond ervoor dat de vermoeidheid al had toegeslagen, maar Jezus stopte niet met een ieder te dienen, want dat was waarvoor Hij gekomen was. Hij diende elk van de mensen die die avond aan de deur kwam, en stopte pas toen de toestroom van mensen gestopt was en iedereen, tot op de laatste persoon, de genezing kreeg waar hij of zij voor gekomen was. De kans is groot dat Hij pas na middernacht ging slapen, uitgeput van het zorgen voor alle mensen en hun vele noden. Uitgeput, want Hij was mens net als u en ik. Wat doet Jezus? Ploft ie lekker op de bank neer, voetjes ophoog met een zak chips en een goede film? Neemt ie een lang warm bad en slaapt ie lekker uit? Nee. “En ’s morgens vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, [en] ging naar buiten”.

In mijn vorige functie bij het bedrijf waar ik werk was ik vrijwel elke maand actief betrokken bij het maandelijks technisch onderhoud wat dan in de avond werd gedaan. Altijd gezellig, samen met collega’s op kantoor dineren, en dan ’s avonds aan de bak. Maar eens in de zoveel tijd was zo een avond ook best spannend, omdat er groot onderhoud werd gepleegd of er ging een nieuw project live, of er ging iets niet helemaal goed. En dan kon zo’n avond ook best nacht worden. Een van de laatste keren dat ik betrokken was, was zo’n avond. Het onderhoud begon om zeven uur ’s avonds en had rond elf uur klaar moeten zijn, maar er gingen wat dingen mis die blijkbaar lastig waren om te repareren, en toen moest het nog allemaal getest worden voordat groen licht gegeven kon worden. En door al deze omstandigheden reed ik pas om vier uur ’s nachts het kantoor uit. En thuisgekomen weet ik uit ervaring dat ik dan vanwege de adrenaline niet meteen kan slapen. Ik ben gewoon nog te wakker, ongeacht de tijd. Dus kijk ik nog even iets voordat ik eindelijk naar bed ga. Ik weet niet wat u doet na een lange en vermoeiende dag of avond. Ik weet ook niet hoeveel adrenaline Jezus door Zijn lichaam had stromen aan het einde van deze lange sabbatdag, maar een ding weten we wel: “En ’s morgens vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, [en] ging naar buiten”. Ergens tussen drie uur ’s nachts en zes uur ’s ochtends was Jezus alweer wakker (of misschien zelfs nog steeds wakker), en ging Hij het huis uit naar een eenzame plek om te bidden.

Markus gebruikt voor ‘eenzame plek’ hetzelfde woord dat hij eerder gebruikt voor ‘woestijn,’ de plek waar Johannes de Doper preekte, de plek waar Jezus Zijn verzoeking had met de Satan en de plek waar Hij als de ware Zoon gedoopt werd. Niet dat Jezus hier naar die woestijn terugkeerde, of überhaupt naar een woestijn ging, maar Markus wil aanduiden dat Jezus niet alleen zocht naar een plek om compleet alleen te zijn, afgezonderd van iedereen, maar ook dat Jezus strijd ervaarde na de lange sabbatdag en symbolisch koos voor een plek waar Hij vorige keer overwinning had behaald, om in alle vroegte en stilte te bidden. Er zijn slechts drie plekken waar Markus vertelt dat Jezus bidt. Hier, na het genezen van alle mensen, in Markus 6:46 na de wonderbare spijziging, en in Markus 14:32-42 in Getsemane. Wat deze drie plekken gemeen hebben is dat ze alle drie ’s nachts waren, dat Hij bad op een afgezonderde plek, en bad in de context van een geestelijke strijd en verzet tegen Zijn bediening waar Hij een keuze te maken had.

Jezus kiest er op die cruciale momenten voor om de stilte op te zoeken, om tijd met Zijn Vader door te brengen, Zijn gedachten op orde te krijgen, en Zijn wil in lijn te brengen (of te houden) met dat van de Vader. Dus Jezus ging bidden. Hij begon diep in de nacht en was nog steeds aan het bidden later toen de discipelen Hem gevonden hadden. Met andere woorden, Jezus was voor een lange tijd in gebed. Uren. Markus verteld niets inhoudelijks over het gebed, maar in vers achtendertig kunnen lezen dat Jezus na Zijn gebed resoluut was in Zijn keuze om naar de naburige plaatsen te gaan om te doen waar Hij voor gekomen was: de nabijheid van het Koninkrijk van God te prediken. Jezus zal wellicht enerzijds in Zijn gebed een tijd van lofprijs en aanbidding naar Zijn Vader hebben gehad, een tijd van dankzegging over wat er op de sabbatdag allemaal gebeurd was en hoe Hij aan het werk is in de levens van mensen, maar anderzijds ook een tijd van smeekbede en voorbede voor de keuze om naar naburige plaatsen te gaan, voor de geestelijke kracht om te prediken, voor open oren en open harten voor de geestelijke waarheid die Jezus kwam brengen, voor het werk wat er gedaan is en nog gedaan moest worden in de discipelen. En aan het einde van Zijn gebed waren Zijn gedachten op orde en Zijn wil in lijn met dat van de Vader.

Jezus’ tijd van gebed hier in deze context laat denk ik zo mooi zien wie Jezus is als persoon en wie Jezus is in relatie tot Zijn Vader. We zien een Jezus die mens is zoals u en ik, die moe wordt maar in die moeheid er toch voor kiest om tijd met de Vader door te brengen. Het succes van de vorige dag betekende niets voor de nieuwe dag. Jezus wist namelijk dat Hij niets kon zonder de Vader. Hij wist dat Hij alleen maar op aarde was om de wil van de Vader te doen. Hij wist dat Zijn vermogen om het werk van de Vader te doen alleen maar gedaan kon worden als het gevoed werd door de Vader. Hij en de Vader zijn één. Jezus had zojuist in Zijn genezingen en uitdrijven van onreine geesten bewijs geleverd van wie Hij is, maar de kracht achter dit alles wat gebed. Zoals Bijbelcommentator James Edwards zegt, “Het werk van de Zoon van God is zowel een innerlijk als een uiterlijk werk. Jezus kan zichzelf niet in mededogen naar buiten uitstrekken zonder eerst aandacht te schenken aan de bron van zijn missie en doel met de Vader; en omgekeerd dwingt zijn eenheid met de Vader hem naar buiten in zijn missie. De betekenis van Jezus’ bediening bestaat niet alleen uit wat hij voor de mensheid doet, maar evenzeer uit wie hij is in relatie tot de Vader […] Hij is de Zoon, één in wezen met de Vader; en de Dienaar, één in doel met zijn wil.[2] Met andere woorden, gebed is de motor achter de bediening van Jezus, en het laadt het innerlijke continu op zodat het uiterlijke werk er uit kan komen. Zijn effectieve dienstbaarheid werd bewerkstelligd door gebed, door tijd met Zijn Vader. Jezus, als mens, vertrouwde volledig op het plan van de Vader en de kracht van de Geest.

Dit beeld van Jezus die Zich terugtrekt naar eenzame plekken om te bidden zien we door de evangeliën heen. In Mattheus 14:23 lezen we dat Hij de menigte wegstuurde om de berg op te klimmen en in afzondering te bidden. In Lukas 6:12 lezen we dat Jezus naar buiten ging, wederom een berg op om te bidden, en de hele nacht in gebed tot God bleef. Johannes 6:15 vertelt dat Jezus Zich terugtrok op de berg. Lukas 5:16 zegt in de NBV zelfs, “Hijzelf trok zich geregeld terug op eenzame plaatsen om er te bidden.

Het terugtrekken van Jezus op eenzame plaatsen om te bidden was een vast onderdeel van Zijn routine om zo ook langere tijden van gebed met de Vader te hebben. Jezus bad niet alleen drie keer per dag, volgens de Joodse wet en gewoontes, waarbij het ochtendgebed na zonsopgang in het eerste deel van de dag viel (dus niet de tijd zoals hier verhaald). Jezus bad niet alleen de hele dag door zonder ophouden. Maar Hij nam ook langere tijden van gebed. Hij is daarin niet alleen een rolmodel voor ons. Hij leerde Zijn discipelen hetzelfde. In Markus 3:7 neemt Hij Zijn discipelen mee als Hij Zich terugtrekt. In Markus 6:31 zegt Hij, “Komt u zelf mee naar een eenzame plaats, alleen, en rust wat uit.

De wereld waarin we leven is zo gehaast. We hebben nergens tijd voor. We maken nergens tijd voor. We hebben overvolle agenda’s. Niet alleen in ons privé leven, maar ons leven in de gemeente is vaak niet anders. Het deed mij denken aan de Disney film ‘Alice in Wonderland’ waarin Alice aan het begin van het verhaal plotseling het witte konijn tegenkomt dat voorbij rennend zegt, “I’m late, I’m late for a very important date. No time to say hello, goodbye. I’m late, I’m late, I’m late.[3] Niets lijkt ooit stil te staan, ook tijd niet… tenzij we bidden. Gebed is een moment om te onthaasten. En alhoewel er niets mis is met kort spontaan gebed, op de fiets of in de rij bij een kassa, is het niet goed om daar louter op te vertrouwen. We moeten tijd vrijmaken voor langdurige en diepere communicatie met God. Net als Jezus moeten wij ons losmaken van alles en iedereen om met God te praten, ook al moeten we daarvoor ‘s ochtends heel vroeg opstaan! Ons vermogen om te dienen, in welke capaciteit dan ook, zal worden belemmerd als we deze tijden van langdurig gebed verwaarlozen.

Jezus neemt hier echt de tijd om met Zijn Vader door te brengen. Die tijd was nodig om te reflecteren op wat er de dag ervoor allemaal was gebeurd. Die tijd was nodig om Zijn gedachten te ordenen en wellicht Zijn wil te herordenen. Die tijd was nodig om Zijn wil te checken met dat van Zijn Vader. Ook voor Jezus, mens als Hij was, lag het gevaar op de loer dat Hij Zich liet meeslepen door Zijn eigen gedachten en menselijke verlangens en wensen. Hij had gedegen tijd nodig met Zijn Vader om te hercalibreren, om de naald van de kompas weer strak op noord te krijgen. En datzelfde geldt voor ons. Wij hebben ook echt gedegen tijd met onze Vader nodig, om onze gedachten en wil te herordenen, te hercalibreren. Doen we nog wel wat Hij wilt? Doen we het nog wel op de manier die Hij wilt? Lopen we nog in pas met Hem? Zoeken we nog wel de dingen die boven zijn, waar Christus is? Of zijn we bewust of onbewust bezig met de dingen die op aarde zijn, met onze eigen dingen, onze eigen verlangens en wensen en wil?

Laten we het niet nalaten echt tijd te nemen met onze Vader. En dit vergt wellicht dat we onze tijd met Hem anders moeten indelen of anders moeten gaan zien. Dit vergt misschien dat we tijd of meer tijd met Hem plannen vóórdat onze overvolle agenda van de dag het overneemt. Dit vergt misschien dat we op een andere plek onze tijd met Hem plannen, echt compleet weg van enig geluid en afleiding zodat we ons voor de volle honderd procent op Hem kunnen richten. Dit vergt misschien dat we onze hartsgesteldheid ten aanzien van tijd met Hem moeten bijstellen of corrigeren om consequent tijd met Hem, en ook lange tijd met Hem, in te plannen. Dit vergt misschien dat we creatief moeten worden om uit onze standaard routine van stille tijd met Hem te komen, zodat we opnieuw of anderzijds verfrist kunnen worden door Hem en in Hem. Dit vergt misschien dat we als een paar broeders of zusters elkaar accountable moeten houden dat we echt consistent de tijd, en ook langere tijd, nemen met onze Vader. Sinds ruim anderhalf jaar zit ik in een groepje met twee broeders als het gaat om onze tijd met de Heer. En dat betekent niet dat het perfect gaat, maar we sporen en moedigen elkaar aan, en vermanen ook soms, hierin. En ieder van ons merkt echt een significante groei in zijn tijd met Hem. Het is goed om dit op die manier samen te doen, want ook hiervoor zijn we aan elkaar gegeven.

Jezus stond vroeg in de morgen op, voor dag en dauw, en ging naar een eenzame plaats, weg van alles en iedereen, en bad daar tot Zijn Vader. Wie zijn wij om dat niet te doen?

DE DISCIPELEN ZOEKEN JEZUS (36-37)

En terwijl Jezus aan het bidden was komen de discipelen eraan. Ze waren Hem aan het zoeken om Hem te vertellen dat iedereen naar Hem zocht. Wat is hier aan de hand? De paralleltekst in Lukas 4:42 geeft ons meer inzicht, want daar lezen we, “De menigten zochten Hem en kwamen bij Hem en probeerden Hem tegen te houden, opdat Hij niet van hen weg zou gaan.” Het was blijkbaar de menigte die samen bij Simon Petrus en de discipelen waren, en zij wilden niet dat Hij weg zou gaan.

Alhoewel Jezus de vorige avond door was gegaan totdat de laatste persoon op Zijn stoep genezen was, lijkt het dat de volgende morgen er een nieuwe stroom van mensen begon te arriveren bij het huis van Simon Petrus. Een nieuwe stroom van mensen die hoopten op onderwijs van Jezus, die hoopten op genezing door Jezus. Waarschijnlijk toen de discipelen Jezus wilde wakker maken kwamen ze er achter dat Hij er niet was. Verbaasd dat Jezus er niet was om Zijn werk van de vorige dag door te zetten, gingen ze met z’n allen op zoek naar Hem om Hem terug te halen. Het feit dat Simon Petrus zegt, “Iedereen zoekt U!” geeft denk ik aan hoeveel mensen er waren en hoe populair Jezus aan het worden was.

Het werkwoord wat in de grondtekst gebruikt wordt voor het achternagaan van Jezus heeft meer het idee van iets of iemand achtervolgen of najagen. Denk bijvoorbeeld aan jachthonden die in een bos een vos opsporen. Dit woord wordt alleen hier gebruikt in het Nieuwe Testament, maar in de Griekse vertaling van het Oude Testament wordt het vaak gebruikt en heeft het woord vrijwel altijd een negatieve connotatie. Ook als ze Jezus gevonden hebben en Simon Petrus zegt, “Iedereen zoekt U!” dan ook hier wordt een woord gebruikt wat elke keer dat Markus het gebruikt een negatieve connotatie heeft. De woorden van Simon Petrus zijn bijna een berisping: “Iedereen zoekt U! Wat doet U hier? Dit is niet waar U moet zijn. U moet bij de mensen zijn. We zijn hier iets aan het opbouwen. Er beginnen dingen te gebeuren. U heeft geen tijd om alleen te zijn en te bidden!” Zoals we ook in Lukas lezen wilden ze Jezus tegenhouden om van hen weg te gaan.

De discipelen hadden duidelijk een ander beeld dan Jezus van hoe de dag zou moeten verlopen. Zij wilden dat Jezus zou profiteren van Zijn groeiende populariteit en dus meer wonderen zou verrichten, en optimaal voordeel zou halen uit Zijn bekendheid als wonderdoener. De discipelen en de menigte deelden dezelfde mening hierin. Ze waren dus ook verbaasd dat Jezus blijkbaar geen vervolg wilde geven aan Zijn grote succes van de vorige dag. In plaats daarvan verdween Jezus vroeg in de morgen voordat iedereen wakker werd om tijd met Zijn Vader door te brengen. Echter, het was juist Zijn populariteit dat ervoor zorgde dat Jezus Zich wilde terugtrekken.

Het lijkt er dus op, als we puur kijken naar het Markus evangelie, dat na de eerste dag van Zijn publieke bediening, de missie van Jezus al gevaar liep door degenen dichtst bij Hem. De verzamelde menigte had hun beslissing al genomen, en de discipelen leken het met hen eens te zijn. Jezus als wonderdoener, als attractie, is wat ze lijken te willen. De menigte leek alleen interesse te hebben in Jezus als wonderdoener, maar geen interesse in bekering te hebben en onder de heerschappij van God te komen. De discipelen snapten denk ik gewoon nog niet wat er aan de hand was en wat de precieze missie van Jezus was, maar zagen vanuit hun menselijk denken Zijn populariteit en gingen er vanuit dat dat precies is wat Jezus wilde.

En dit is precies waarom Jezus zo vroeg in de morgen in gebed was, en waarom Hij na het gebed besloot om naar de naburige plaatsen te gaan om daar te prediken. Dat is waarom Jezus de genezingen en wonderen onderbrak om elders te gaan. De uitkomst van Zijn gebed was dat Jezus Zich niet van Zijn doel liet afbrengen. Hij wist waarvoor Hij gekomen was. Hij liet Zich niets opleggen door de menigte of de discipelen, maar Hij kwam om de wil van de Vader te doen. Zijn missie was niet om zoveel mogelijk mensen te genezen als een manifestatie van het nabijgekomen Koninkrijk van God, maar juist om de mens onherroepelijk te confronteren met wie Hij was, de levende soevereine God en Koning en Redder. En die confrontatie vereist een beslissing, toen en nu nog steeds. En die confrontatie werd kracht bijgezet door bijvoorbeeld genezingen. Maar Jezus’ ultieme doel was niet om de mens te redden van tijdelijke aandoeningen, maar om de mens te redden van zonde en het eeuwige oordeel. Jezus’ missiegevoel dwong Hem een ogenschijnlijk vruchtbare en populaire bediening achter zich te laten om zo de prediking van Zijn nabijgekomen Koninkrijk verder te verspreiden door de rest van Galilea. En we zien dan ook in vers 39 dat Jezus in synagogen door heel Galilea predikt en demonen uitdrijft. En een paar verzen later, in vers 45, kunnen lezen dat Jezus zo bekend is geworden dat Hij niet meer openlijk over straat kon en dat mensen van alle kanten naar Hem toe kwamen.

Ik denk dat we moeten oppassen om niet net zoals de discipelen hier te zijn. Jezus is op missie. Jezus doet Zijn ding. En het is niet alleen belangrijk om met Jezus mee te zijn op missie, en te zijn waar Hij is en te zien wat Hij doet en daar enthousiast van worden. Het is ook belangrijk dat we tot op zekere hoogte beseffen wat Jezus’ plan is. Hier, op de lange sabbatdag, zien de discipelen Jezus aan het werk en worden ze enthousiast, en ze zien dat Hij mensen geneest en demonen uitdrijft, en dat meer en meer mensen maar blijven komen. En de discipelen denken: dit is goed. De discipelen maten succes aan de hoeveelheid mensen die kwamen en genezen werden. Dat was hun graadmeter. En dus toen er meer mensen kwamen verwachtte ze dat Jezus ook die mensen ging genezen. Maar de discipelen beseften (nog) niet Jezus’ plan was. Het was niet Jezus’ plan om zoveel mogelijk mensen te genezen.

Ik denk dat we moeten oppassen om niet net zoals de discipelen hier te zijn. Hoe meten we hoe het goed gaat in onze bediening? Hoe meten we hoe het goed gaat in ons christelijk leven, in ons huwelijk, in onze opvoeding van onze kinderen? Wat is onze graadmeter? Hoe bepalen we het? Kijken we naar de omstandigheden, kijken we naar hoe omstanders reageren, kijken we naar de uitkomst, en laten we dat bepalend zijn? En als we denken dat het gaat zoals het moet gaan, zeggen we dan tegen Jezus om te blijven doen wat Hij doet, want het werkt? En als we denken dat het niet gaat zoals het moet gaan, zeggen we dan tegen Jezus om te gaan doen wat wij vinden, want het werkt niet? En zijn we dan verbaasd als Jezus geen verdere actie lijkt te ondernemen op iets wat voor ons lijkt op een vruchtbare situatie? Ik denk dat we ons soms zo makkelijk kunnen laten afleiden door onze omstandigheden en dat als graadmeter te nemen, goed of slecht, maar de graadmeter is Jezus.

Waar waren de discipelen toen Jezus aan het bidden was? Bij de menigte. Waar waren de discipelen dus niet? Bij Jezus. En daar zien we denk ik zowel het probleem als de oplossing. Het probleem is dat de discipelen niet bij Jezus waren. De discipelen waren bij de menigte, en liftte zo mee op hun plan, op hun enthousiasme. En dat een effect op hun hartsgesteldheid (we zien dit op de wijze waarop Jezus wordt aangesproken door Simon Petrus). En dat had een effect op hun effectiviteit in hun bediening (we zien dit door wat er voorgesteld werd om te doen). Toen ze Jezus zagen bidden had dat een signaal moeten zijn om eerst aan Hem te vragen wat Zijn plan was in plaats van hun plan aan Jezus op te dringen.

De graadmeter is namelijk niet onze omstandigheden of de menigte om ons heen. De graadmeter is Jezus. Dat is de oplossing. Het is door naar Hem te kijken en te luisteren, en bij Hem te blijven, dat we weten of we nog steeds op de goede weg zitten. Met andere woorden, als we in de pas met Jezus willen blijven is het van essentieel belang om te bidden. Dat is de plek waar we van Hem kunnen horen wat Hij van ons wil. Dat is de tijd om onze wil bij Hem neer te leggen en het in lijn te brengen met Zijn wil. Dat is wanneer we navraag doen of we nog op de goede weg zitten. Of we nog aan het doen zijn wat Hij wilt, en ook op de manier dat Hij wilt. Het is in het bidden dat we hercalibreren, onze kompas bijstellen. Het is in onze tijd met Hem. En het is in langere tijden van gebed dat de ruimte ontstaat om tot dit punt te komen.

We kunnen en mogen niet verwachten dat we zonder gebed, of met weinig gebed, in de pas lopen met Hem, en er simpelweg vanuit gaan dat wat we doen is wat Hij wilt dat we doen, omdat wij vinden dat wat we doen goed is. Ik denk niet dat Jezus ons die ruimte geeft. Zei Jezus Zelf niet in Johannes 5:19, “De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze.” Jezus kon niets van Zichzelf doen, maar deed alleen wat de Vader Hem voordeed zodat Jezus het op dezelfde wijze kon doen. En zegt Jezus niet tegen ons in Johannes 15:4, “Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.

Jezus geeft ons hier een voorbeeld hoe in de pas te blijven met de Vader. Op een kritiek moment in Zijn vroege bediening nam Hij de tijd met Zijn Vader om te weten wat te doen, en welke keuze te maken. En Hij liet Zich niet meeslepen door Zijn omstandigheden of door Zijn omstanders of door Zijn discipelen, maar koos resoluut voor wat Zijn Vader Hem vroeg te doen. Jezus was duidelijk niet bang om radicale beslissingen te nemen om zo in lijn te blijven met de wil van Zijn Vader. Jezus nam tijd met Zijn Vader en koos voor de Vader, en het resultaat was vrucht in Galilea.

De vraag vandaag is simpelweg: neemt u tijd, en ook voldoende tijd, in gebed om zo in de pas te blijven met Hem? Zoekt u de eenzame plaats op om tijd door te brengen met Hem, om te verblijven in Hem, om Hem als uw enige graadmeter te hebben, om zo ook vrucht te dragen voor Hem?

Laten we bidden.


[1] https://www.preachingtoday.com/illustrations/2023/september/finland-promotes-silence-as-natural-resource.html

[2] “The work of the Son of God is both an inward and an outward work. Jesus cannot extend himself outward in compassion without first attending to the source of his mission and purpose with the Father; and, conversely, his oneness with the Father compels him outward in mission. The significance of Jesus’ ministry consists not simply in what he does for humanity, but equally in who he is in relation to the Father. […] He is the Son, one in being with the Father; and the Servant, one in purpose with his will.” ~ James R. Edwards

[3] https://www.streetdirectory.com/lyricadvisor/song/uwpeac/im_late/